Ellen Van Stichel: ‘Beslissen over leven en dood: gebukt onder de keuze-verantwoordelijkheid’
In de Panorama-uitzending ‘Als het geen leven wordt’ van 12 januari 2012 lag sterk de nadruk op uiteenlopende interpretaties van de wet op de zwangerschapsafbreking en de verschillende ethische visies van de levenskwaliteit van het (ongeboren) kind.
Hoewel de intro van Phara veelbelovend leek, bleven we wat op onze honger zitten: na het aangrijpende, overigens sereen gebrachte, verhaal van An en Hans kwam al heel snel de focus te liggen op de hiaten in de Belgische wetgeving en werden visies van artsen en ziekenhuizen tegenover elkaar geplaatst.
Verscheurend beslissingsproces
Als organisatie die ijvert voor de optimale zorg voor deze ouders lijkt dit ons een gemiste kans, want hierdoor werd voorbij gegaan aan de essentie, namelijk de zorg voor koppels die zwanger zijn van een kindje met ernstige afwijkingen. Hoe is het om voor zo’n moeilijke keuze te staan? Welke zorgen zijn er voor deze ouders? Welke zorgen hebben zij nodig? Is er voldoende continuïteit van de aanwezige zorg? En is er voldoende nazorg, ongeacht de beslissing die zij nemen?
Door haast onmiddellijk in te zoemen op het moment waarop het hart van het kindje stilgelegd wordt, en de discussie op welk moment in de zwangerschap en onder welke omstandigheden (i.c. welke afwijkingen) deze daad gesteld kan en mag worden, zoemt de reportage meteen in op een cruciaal en ingrijpend maar ook het meeste sensationele moment van de afbreking. Het hele verscheurende beslissingsproces dat aan dit moment voorafgaat, komt jammer genoeg niet aan de orde.
Emotionele druk
Nochtans is de emotionele druk die dit proces met zich meebrengt, niet te onderschatten. Deze druk ontstaat door de inhoud van de keuze: kiezen voor een afbreking van een gewenste zwangerschap omdat het kindje zwaar ziek en/of ernstige afwijkingen heeft dan wel kiezen voor het behoud van het kindje met een duidelijke handicap of onverwachte en onvoorspelbare levensverwachting.
Maar de keuze is ook verscheurend om een tweede reden: niet alleen omwille van wat men kiest, maar ook omwille van het feit dat men de verantwoordelijkheid zal moeten dragen over die keuze – wat men ook kiest. Zo zullen ouders moeten leren leven met het feit dat ze de zwangerschap lieten beëindigen en daarbij in het ongewisse blijven over wat er zou kunnen geweest zijn. Misschien zou de ernst van de handicap meegevallen zijn. Misschien zouden ze het wel als koppel, als gezin aangekund hebben om dit kindje op te voeden. Misschien…
Daarnaast is er de verantwoordelijkheid van de keuze indien men kiest om het kindje te laten geboren worden: men zal voor altijd zorg moeten dragen voor dit bijzondere kindje, met zijn of haar eigen zorgen en noden; men zal zich misschien moeten verantwoorden voor die keuze; … Daarbij zullen zij geconfronteerd worden met de draagkracht van hun context: zullen zij het aankunnen – als ouder, als koppel, als gezin, als familie – om de beslissing die ze nemen of genomen hebben te aanvaarden? Maar er is geen ‘goede’ keuze; het is een keuze die men niet kan of wil maken.
Ruimte
Om tot een kwaliteitsvolle beslissing te komen, is een goede begeleiding cruciaal. Een ‘kwaliteitsvolle’ beslissing betekent dat de verschillende opties vanuit diverse perspectieven moeten bekeken worden (maatschappelijk, ethisch, persoonlijk, relationeel, …) zodat het een echte keuze kan zijn.
Op zijn beurt impliceert dit dat er ook in onze maatschappij ruimte blijft voor (de gevolgen van) beide keuze. Immers, voldoende maatschappelijke aandacht aan nazorg is cruciaal, zowel bij een afbreking als bij behoud van het kind. Dit betekent dat er voldoende georganiseerd hulpaanbod moet zijn om de keuze om een kind met een handicap geboren te laten worden mogelijk te maken, zodat ouders er niet alleen komen voor te staan.
Dit betekent ook dat beide groepen ouders erkend worden in hun rouwproces dat zij doormaken bij de verscheurende beslissing die zij namen. Respect voor het rouwproces van hen die kiezen om de zwangerschap af te breken, die zoeken naar erkenning van hun verdriet zodat het uit de taboesfeer kan worden gehaald. Alsook de erkenning van het rouwproces van de ouders die hun kindje houden waarin zij afscheid nemen van ‘het gezonde kind’ zoals zij het zich hadden voorgesteld. Vandaar het immense belang van specifieke begeleidingsgesprekken tijdens het beslissingsproces alsook bij de verwerking ervan.
Bron: De Redactie