Sabine Van Huffel: ‘Hoe het verhaal over de verrijzenis mijn leven veranderde’
Vandaag is het Pasen, het belangrijkste feest van het jaar voor christenen. Jezus onderging, na een oneerlijk proces en een onmenselijke lijdensweg, de kruisdood op Goede Vrijdag. Drie dagen later is Hij verrezen, Hij is niet dood maar leeft verder. Niet zoals wij in dit aards bestaan, maar onder een nieuwe vorm. Dit is wat we vieren op Pasen. Maar hoe valt dit te begrijpen? Moeilijk voor christenen, maar nog des te vreemder voor iemand voor wie Pasen doorgaans niet meer betekent dan paaseieren rapen met de kinderen en een extra dag verlof. Toch heeft Pasen mijn leven veranderd, en ik wil hier uitleggen op welke manier.
Het verrijzenisverhaal heb ik het sterkst ervaren toen ons tweejarig zoontje Adriaan plots en geheel onverwacht overleed, 33 jaar geleden. Het was de zwaarste beproeving in mijn leven. Toen ben ik door een lange tunnel gegaan. Maar doorheen mijn verwerkingsproces met ups en downs, kreeg Pasen voor mij een heel nieuwe en concrete betekenis. In het ziekenhuis raadde de dokter me aan Adriaan nog even in mijn armen te houden. Waarom? Dit was Adriaan niet meer? Met Adriaan in mijn armen, schoten heel confronterende levensvragen door mijn hoofd. Geloof ik in de verrijzenis, ook na dit persoonlijk drama?
Na dagen van ontreddering bereidden we ons voor op zijn begrafenis. De avond voordien was er nog een afscheidsmoment in de kapel van het UZ Leuven waarbij het witte kistje met het lichaam van onze zoon voor een doek met de verrezen Christus stond. Het was toen vlak na Pasen. Ineens overviel mij een grote rust bij deze confrontatie. Ik zag plots in dat onze zoon in de handen van God was. Ik hoefde niet ongelukkig te zijn, nu ik als moeder wist dat ons kind gelukkig was.
Het klinkt misschien ongelooflijk, maar alle verdriet viel toen van mij af. Ik voelde een onverklaarbare kracht die me oversteeg, heel eigenaardig. Iedereen verwacht van de moeder dat ze triestig is op zo’n moment, maar het lukte me niet meer. Het verdriet had plaatsgemaakt voor een soort geruststelling. Ook de dag nadien, op de begrafenis, voelde ik me sterk genoeg om de eerste lezing voor te lezen. Het was een tekst van Kahlil Gibran die mijn visie perfect omschrijft: “Ouders bezitten hun kinderen niet”.
De zin van het leven is liefhebben
Dit krachtig moment kon ik niet vasthouden. Een lange weg in de verwerking volgde, maar die ervaring van verrijzenis is gebleven. Ik heb eigenlijk het leven gekregen op het meest doodse moment. Ik heb veel steun gehad aan de Ignatiaanse spiritualiteit waarmee ik 7 jaar eerder had kennis gemaakt. Deze gebedsvorm hielp me de juiste levenskeuzes te maken. Ik bleef worstelen met de vraag: wat is de zin van het veel te korte leven van mijn zoontje Adriaan? Hij heeft niet de kans gehad om zijn talenten ten dienste van de maatschappij te kunnen stellen. Het strookte niet met mijn levensvisie dat een loopbaan de zin en betekenis van iemands leven verschaft. Het antwoord kreeg ik tijdens een stilte-retraite in de abdij van Drongen, drie maand na zijn dood.
Toen werd het mij zo duidelijk dat liefde sterker is dan de dood. Vanuit de liefde die Adriaan mij heeft gegeven, bleef hij verder leven in mij. Dat gaat niet verloren, dat is niet weg, hij blijft deel van wie ik ben. Zo heeft Jezus ook de dood overwonnen. Zijn liefde blijft in ieder van ons wonen. Ik geloof dat die liefde de essentie is van iedere mens, ieders diepste identiteit. Het hele leven is een leerschool in liefhebben. En dit proces loopt door over de dood heen. Dit is voor mij de essentie van Pasen, die ik op dat moment heb ervaren.
Hoe werkt het verrijzenisverhaal verder door tot op vandaag?
Deze verrijzeniservaring heeft mijn levensvisie grondig veranderd. Adriaan roept me nu meer dan ooit op tot liefde. Zijn aanwezigheid in mij ervaarde ik het best in mijn steun aan lotgenoten. Na verlies van een geliefde, hebben mensen moeite om de rouwenden nog aan te spreken, terwijl juist dan de nood aan een gesprek zo groot is. Aan het uitwisselen van herinneringen, het samen worstelen met existentiële vragen, aan de aanwezigheid van vrienden, zelfs in stilte. Dit biedt troost, erkenning, en kracht om verder het leven op te nemen.
Zelfs in mijn professioneel werk heeft Adriaans kracht mij geholpen in mijn contact met studenten. Hen helpen en begeleiden tijdens hun studietraject werd mijn prioriteit, vooral als programmadirecteur. Dat heeft me veel tijd gekost, maar ik deed het graag, omdat ik op die manier in het brandpunt stond van mijn nieuwe levensmissie “leven is liefhebben’’.
Soms zijn er studenten met een moeizamer studietraject of studenten die met mentale problemen kampen. Dat laat me niet los. Indien dergelijke studenten hun studieprogramma of hun eindwerk willen aanpassen, zal ik met hen meezoeken op welke manier we dit kunnen veranderen. Ik probeer hen zoveel mogelijk te motiveren om vol te houden.
De kracht van Adriaan was ook sterk aanwezig in mijn omgang met onze andere kinderen, die voor ons een grote troost waren. Ik stond dankbaarder in het leven, vooral in het ‘nu’. Ik ervaarde de huishoudelijke taken, zoals lekker koken, niet meer als een last maar als een weg om hen liefde te mogen geven. In hen zag ik Adriaan herleven: in de beginjaren via de manier waarop ze de wereld ontdekken, maar later via hun aandacht voor herinneringen (zijn troetelberen en foto) tot zelfs hun beroepskeuze. Zo werd onze oudste dochter kinderarts.
Adriaans enthousiasme om een voorbijrijdende trein herbeleef ik nu volop met onze vier kleinzonen die al even wild reageren bij het horen van de treinbel. Zo blijft Adriaan in mij voortleven tot op vandaag.
Bron: Knack