Joris Van Cauter: ‘De theorie van het menselijke afval’
Als mensen sterven, zijn juridische beschouwingen niet op hun plaats, al is het maar vanuit een zekere ‘emotionele correctheid’. Het coronavirus veroorzaakte de voorbije weken in de media een compassion sans limite waaraan moeilijk te ontsnappen viel. We voelden allemaal mee met de mensen in de zorg. We voelden ons allemaal slachtoffer.
Daar is op zich niet zoveel mis mee. Het leidde ertoe dat we de regels die ons werden aangereikt (of opgelegd) naleefden. Daardoor konden we mensen redden, inclusief onszelf. We hebben ze nageleefd. We hebben de curve zien stijgen, en nu, eindelijk, zien we ze dalen. Nu het stof een beetje gaan liggen is, kunnen we de vraag wel stellen: wat is de impact van corona op de gezondheid van onze justitie?
Is de rechtsstaat werkelijk in gevaar doordat er noodwetgeving is? Ik denk het niet. De Franse schrijver Michel Houellebecq gelooft niet dat de wereld zal veranderen na de coronacrisis (DS 5 mei). We worden niet beroofd van rechten en vrijheden die we voordien wel nog hadden. De stelling-Houellebecq blijft ook op juridisch vlak overeind: covid-19 maakt alleen dat enkele tendensen die al jaren bezig zijn, versnellen, of iets meer uit de verf komen.
Bancontact-justitie
Een blinde kan zien dat er fouten zijn gemaakt in de woonzorgcentra: er is fout of niet gehandeld
Zo is er de tendens om de burger GAS-boetes te geven. Voor uiteenlopend onwenselijk gedrag, waarop het klassieke strafrecht een onvoldoende effectief antwoord heeft, kan een GAS-ambtenaar gemeentelijke administratieve sancties opleggen. Ook aan mensen die de coronamaatregelen overtreden.
De rechtsstatelijke basis van dat systeem is wankel. Dat weet de wetgever maar al te goed. Het cynische is net dat de wetgever weet dat het bijna nooit tot een betwisting komt. Voor wie onterecht een boete krijgt, is het sop de kool niet waard: de rechtsgang om de boete te betwisten, is duurder dan de boete zelf. Het resultaat is dat de boetes bijna nooit worden betwist. Ambtenaren kunnen ze dan ook vrijelijk en ongecontroleerd uitschrijven. De eventuele prinzipienreiter is in ieder geval in zijn portemonnee gepakt, dat zal misschien impact hebben. Maar het systeem is juridisch kaduuk en fundamenteel ondemocratisch.
Het laatste idee van de voorzitter van het college van procureurs-generaal is om de boetes die de politie uitschrijft op dezelfde manier als GAS-boetes af te handelen. Wie er zich niet tegen verzet via een procedure voor de politierechtbank, zou de boete op zijn belastingbrief zien staan. Een bedenkelijke overdracht van het strafrecht naar het fiscaal recht, met discriminerende gevolgen. Uiteindelijk zullen alleen de mensen die al effectief financieel bijdragen aan de maatschappij de boete betalen. Straatboefjes zal je er niet mee op andere gedachten brengen. Een gelegenheidscoalitie van Groen, Ecolo, de PVDA en de N-VA heeft dat idee gisteren – voorlopig – tegengehouden in de Kamercommissie Justitie.
Dat de procureurs-generaal zich schijnbaar kunnen vinden in deze bancontact-justitie roept ernstige vragen op. Komt dit soort boetes de volksgezondheid werkelijk ten goede? Ligt de grootste strafrechtelijke verantwoordelijkheid op het niveau van de straat?
Schuldig verzuim?
België telt inmiddels meer dan 8.000 covid-19-doden. Meer dan de helft daarvan is overleden in een woonzorgcentrum. Dat de mortaliteit bij ouderen hoger ligt, is niet de enige verklaring daarvoor. Een blinde kan zien dat er fouten zijn gemaakt. Er is fout of niet gehandeld. Met veel doden tot gevolg. In welke mate kun je niet-handelen schuldig verzuim noemen? Op die vraag wil ik graag een antwoord krijgen.
In Duitsland, Spanje en Italië heeft het gerecht na klachten van het personeel, de vakbonden en nabestaanden, onderzoeken opgestart naar de woonzorgcentra. Het onderzoekt of ze voldoende veiligheidsmaatregelen hebben genomen, of ze ziek of besmet(telijk) personeel hebben doen werken, en of iedereen wel aangepaste medische zorg heeft gekregen.
Hoeveel zieke mensen uit een woonzorgcentrum worden in een ziekenhuis opgenomen? Niet zoveel, vrees ik. Ook al waren er elke dag voldoende beschikbare bedden in de ziekenhuizen. Nochtans blijkt niet iedere oudere kansloos te zijn tegen het virus. Wie is verantwoordelijk voor die beslissing?
Over welke kennis beschikten de beleidsmakers toen ze bepaalde keuzes maakten? De GAS-boetes uitschrijvende ambtenaar zal het ons niet vertellen. Het college van procureurs-generaal voorlopig ook niet. De indruk bestaat dat bepaalde informatie een nogal tsjernobylachtige behandeling heeft gekregen. Zal hetzelfde gebeuren als tijdens de bankencrisis? Daar heeft ook iedereen de prijs voor betaald, met uitzondering van de schuldigen. Of vinden we de dood van meer dan 4.000 ouderen niet meer problematisch? Is onze compassie dan toch niet zo grenzeloos?
De vloeibare samenleving
Corona lijkt de theorie van Zygmunt Bauman te bevestigen. In wat hij de vloeibare samenleving noemde, is er menselijk afval. Een deel daarvan wordt verzameld in woonzorgcentra: daar verblijft wie nutteloos is en niets meer te bieden heeft voor de economie, niet nu en zeker niet in de toekomst. De ouderen zullen het land niet uit de postcoronadepressie trekken, zij zullen de productie niet meer opdrijven. Daarom zijn we beter af zonder hen.
Dat is niet nieuw. Alleen maakt ons strafrecht dat nu iets duidelijker, door te doen wat het doet, en vooral door niet te doen wat het zou moeten doen.
Bron: De Standaard