Mark Van de Voorde: ‘Vijf jaar Franciscus: Deze paus staat voor en werkt aan een totale mentaliteitswijziging’
Franciscus wil een Kerk die eerst naar de mens luistert en naar zijn noden kijkt, en pas dan met regels afkomt.
Op 13 maart 2013 werd de Argentijnse aartsbisschop Jorge Maria Bergoglio paus Franciscus. De balans van vijf jaar pontificaat levert het beeld op van een paus die mentaal misschien wel de eerste echte conciliaire paus is en daardoor in de wereld veel sympathie geniet maar in het Vaticaan veel tegenstand ondervindt.
In Rome doet het volgende grapje de ronde: van de curie is tien procent tegen paus Franciscus, twintig procent voor hem en wacht zeventig procent op de volgende paus. Het is overigens de eerste keer dat een paus zo openlijk wordt bekritiseerd in Vaticaanse kringen. Franciscus’ antwoord daarop is een citaat uit Don Quichot van Cervantes: ‘Als de honden blaffen, Sancho, is dat een teken dat we vooruitgaan.’
Blaffen (en grommen) doen sommige curieheren, maar vooruitgaan wil Franciscus evenzeer. Hij wil de boel opschudden. Dat zorgt dan ook voor opschudding, met weerspannigheid tot gevolg. Franciscus weet ten andere dat niet aanvaard zijn in eigen kring het lot is van profeten. In het evangelie van Lucas zegt Jezus van Nazareth trouwens: ‘Geen profeet wordt aanvaard in zijn vaderstad.’ De vaderstad van Franciscus is in dat verband het Vaticaan, meer bepaald de curie.
Kerk revitaliseren
Paus Franciscus heeft meteen na zijn verkiezing duidelijk gemaakt dat hij de Kerk wou revitaliseren en een plaats wou geven in de wereld. Dat maakte van hem een wereldster. Bovenal zorgde zijn optreden voor herwonnen enthousiasme bij geëngageerde kerkmensen die zich hadden teruggetrokken in stilzwijgen. De pedofilieschandalen hadden hen murw geslagen. Al heeft paus Franciscus net op dat punt onlangs een steek laten vallen. Tijdens zijn Chilireis had hij de klachten over een mogelijk doofpotoperatie van een Chileense bisschop afgedaan als roddel. Inmiddels heeft Franciscus zich hiervoor verontschuldigd en een onderzoeker naar Chili gestuurd. De reden van zijn eerste ontkenning: hij was slecht geïnformeerd.
Dit is exemplarisch voor de wijze waarop Franciscus wordt tegengewerkt. Ook de in 2014 opgerichte Pauselijke Commissie voor de Bescherming van Minderjarigen wordt tegengewerkt. Soms lijkt de relatie tussen de paus en de Vaticaanse administratie op een aflevering van de Britse televisieserie Yes Minister. Het ja is in wezen een neen, en als het geen neen is, dan alvast het begin van een vertragingsmanoeuvre.
De tegenzin om te veranderen is eigen aan de inertie van alle administraties die ‘zo opgaan in de bureaucratische taken dat ze het contact met de werkelijkheid verliezen’ (Franciscus in een kersttoespraak tot de kardinalen). De Kerk weer verbinden met de werkelijkheid, dat is wat Franciscus wil. Precies datgene wat het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) bedoelde met aggiornamento, het ‘bij de dag brengen’ van Kerk en geloof. In zekere zin is Franciscus mentaal de eerste echte conciliaire paus. Een grondige mentaliteitsverandering duurt nu eenmaal lang (niet alleen in de Kerk trouwens).
Herorganisatie curie
De reorganisatie van de curie is cruciaal. Franciscus wil van een bureaucratie van ‘prinsen van de Kerk’ die – woorden van de paus – ‘bij de club horen belangrijker vinden dan bij Christus’, een efficiënte administratie van ‘dienaren’ maken.
Dienstbare Kerk
Als de paus spreekt over ‘een arme Kerk’, dan bedoelt hij allereerst dit: geen macht maar dienstbaarheid. ‘Wees herders met de geur van uw kudde.’ De Kerk hoort niet boven de mensen te staan maar tussen de mensen. In een wereld die getekend is door strijd en geweld, en niet alleen politiek en militair maar evenzeer economisch en financieel. Daarom gebruikt Franciscus voor de Kerk ook de metafoor van ‘een veldhospitaal’.
Vanuit die visie is de barmhartigheid van Franciscus, ook op het vlak van de leer en moraal, te begrijpen. In een veldhospitaal ‘heeft het geen zin om aan een zwaargewonde te vragen hoe hoog zijn cholesterolgehalte is en hoe het zit met zijn suikergehalte; men moet eerst zijn wonden helen, daarna kan men over de rest praten’. Franciscus wil een Kerk die eerst naar de mens luistert en naar zijn noden kijkt, en pas dan met regels afkomt. Begeleiding in plaats van belering.
Precies ook daarom is de paus voorstander van een grotere decentralisatie en van meer vrijheid voor de lokale kerken. De (regionale en landelijke) bisschoppenconferenties kennen immers veel beter de eigen noden dan Rome. Noem het subsidiariteit (een begrip dat trouwens van katholieke origine is, het kernbegrip van de Katholieke Sociale Leer).
Waar paus Franciscus voor staat en aan werkt – met veel steun van het kerkvolk en veel bisschoppen wereldwijd maar met tegenwerking bij de curie en sommige kerkelijke regio’s (vooral in de Verenigde Staten) – is niet minder dan een totale mentaliteitswijziging. Van een Kerk die zeker is van zichzelf maar pastoraal niet altijd consequent is, naar een Kerk die in dialoog treedt en naar de rand van de samenleving gaat, solidair en missionair.
Wat Franciscus op gang wilde zetten, kon in vijf jaar niet worden gerealiseerd. Zoals er een generatie overging om na het Concilie een paus te krijgen die de geest van dat concilie helemaal belichaamt, kan het generatie duren om wereldwijd een Kerk te hebben die helemaal vanuit die geest denkt en werkt. Feit is, Jorge Maria Bergoglio heeft als paus Franciscus na vijf jaar de Kerk al naar een nieuw tijdvak geloodst.