Alexis Versele: ‘Steden kunnen een cruciale rol spelen in mondiale vrede’

De Florentijnse burgemeester Giorgio La Pira was een pionier in het idee dat steden en lokale bestuurders een cruciale rol kunnen spelen in mondiale vrede. Hij geloofde dat steden, als centra van menselijke beschaving, een uniek vermogen hebben om bruggen te slaan en mondiale crises te bestrijden. La Pira had een belangrijke invloed op de International Municipal Movement, vooral dankzij zijn inspanningen om vrede en dialoog tussen steden wereldwijd te bevorderen.
Naast zijn prestaties in Firenze op het gebied van fundamentele rechten, zoals toegang tot huisvesting en werk, en zijn belangrijke rol in de Italiaanse politiek als lid van de Grondwetgevende Vergadering bij het opstellen van de Italiaanse grondwet in 1948, wordt hij beschouwd als een visionair politicus. Vanuit zijn positie als burgemeester maakte hij lokaal een verschil en zette hij zich in voor internationale vredesinitiatieven, met name tijdens de Koude Oorlog en de dreiging van nucleaire conflicten.
Bruggen slaan
Tot de meest opmerkelijke bijdragen van Giorgio La Pira aan de vredesopbouw behoren de Florentijnse vredesconferenties, gehouden tussen 1952 en 1956. Tijdens deze bijeenkomsten bracht hij intellectuelen, politici en religieuze leiders samen om te zoeken naar manieren om bruggen te slaan tussen het communistische en kapitalistische blok.
Een mijlpaal was het eerste Congress of Mayors of Capital Cities in 1955, waar La Pira de burgemeesters van hoofdsteden wereldwijd uitnodigde in Firenze om de mogelijke rol van steden in het bevorderen van vrede te bespreken. Ondanks het vijandige politieke klimaat van de Koude Oorlog namen burgemeesters deel uit landen zoals de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en zelfs de Volksrepubliek China, die op dat moment nog niet door westerse regeringen werd erkend.
Ook onderhield hij persoonlijke contacten met Sovjetleiders en politieke figuren uit het Oostblok (1959), bemiddelde hij in de Vietnamoorlog (1965-1968) en ontmoette hij prominente figuren zoals Ho Chi Minh en de Vietnamese premier Pham Van Dong tijdens de escalatie van het conflict na Operatie Rolling Thunder (1965). Verder speelde hij een rol in de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd tegen Frankrijk in de jaren 1960.
Meer bewapening?
Vandaag wordt het vredesdiscours steeds vaker gedomineerd door een toenemende bewapening. Hoe absurd dit ook mag klinken, deze logica heeft zich in slechts enkele jaren ontpopt tot de norm, zelfs onder degenen die eerder als pacifistisch golden. Er lijkt weinig aandacht te zijn voor voorstellen zoals ontwapeningsgesprekken van voormalig Navo-baas Willy Claes of professor Tom Sauers idee van een gezamenlijke Oekraïens-Russische veiligheidsorganisatie. Deze suggesties worden vaak afgedaan als naïef en onrealistisch.
Voorafgaand aan de Oekraïnecrisis heerste er een brede consensus dat banken die in wapens investeerden, als onethisch werden beschouwd. Vandaag, slechts enkele jaren later, lijkt die consensus volledig te zijn omgeslagen en wordt bewapening gezien als de enige garantie voor duurzame vrede.
Giorgio La Pira zou de huidige crisis in Oekraïne waarschijnlijk benaderen met zijn diepgewortelde vredesethiek, diplomatieke ervaring en onwrikbare inzet voor dialoog tussen vijandige partijen. Zijn aanpak zou niet alleen bemiddeling en diplomatie omvatten, maar ook een morele oproep tot vrede, gericht aan politieke leiders en aan religieuze en interreligieuze gemeenschappen wereldwijd. Hij zou religieuze leiders aansporen om morele druk uit te oefenen op oorlogvoerende partijen en zich richten op de bescherming van de meest kwetsbaren in de samenleving.
Bron: MO*