Ides Nicaise: ‘Elke nieuwe crisis is goed nieuws voor de superrijken’
Of het nu een pandemie, een oorlog of economische malaise is: alle crises hebben één ding gemeen: de rijken worden er beter van, de armen zijn de dupe, schrijft Ides Nicaise. Het is tijd voor een écht armoedebeleid.
Na corona, de overstromingen, de Oekraïense vluchtelingen en de stikstofcrisis belanden we in de voorspelde begrotingscrisis. Misschien komt er nog een financiële minicrisis bij. Regeringen putten zich uit in het zoeken van oplossingen en allerlei denktanks en lobbygroepen zetten hen onder druk.
Onze federale regering heeft het de voorbije jaren goed gedaan: ze heeft de economie ondersteund en de armsten zo goed mogelijk beschermd. Nooit werden de daklozen zo goed opgevangen als tijdens de coronacrisis, en de uitbreiding van het sociale energietarief heeft een explosie van armoede voorkomen tijdens de energiecrisis van vorig jaar. Nu komt helaas de budgettaire kater, en de haviken komen terug met de boodschap dat er op alle fronten bespaard moet worden. De ‘armoedesector’ houdt zijn hart vast: de daklozen slapen nu al opnieuw in stoffige slaapzalen of op straat, de asielzoekers worden strenger aangepakt, het sociale energietarief wordt teruggeschroefd, de toegang tot sociale woningen wordt dichtgetimmerd, er worden weer openlijk plannen gesmeed om de uitkeringen voor langdurig werklozen af te schaffen of verder af te kalven: allemaal maatregelen die hun tol zullen eisen bij de armsten.
Onaanvaardbare schande
Al meer dan 20 jaar schommelt de armoedegraad in België rond de 20 procent. Die schande is niet langer aanvaardbaar. Ze voedt wanhoop, wrok en antipolitiek. Er is op sommige vlakken wel vooruitgang geboekt, maar er duiken nieuwe vormen van armoede op als gevolg van onvoorzichtig beleid. Armenverenigingen doen wat ze kunnen om bij hun achterban de moed erin te houden, maar van structurele verbetering is tot hiertoe nauwelijks sprake. De frustratie loopt hoog op.
Beste regering, laat eens zien dat jullie in staat zijn om tegelijk de begroting in balans te krijgen én de armoede te bestrijden. Er is niet minder, maar meer overheid nodig om armoede te bestrijden: in de sociale zekerheid, de gezondheidszorg, de sociale huisvesting, onderwijs en vorming, welzijnswerk, kinderopvang … Laten we een sprong voorwaarts maken met een economisch én sociaal gezond begrotingsbeleid: een vooruitziend en vertrouwen scheppend beleid van sociale investeringen, dat zichzelf op de lange termijn terugverdient door de preventie van de sociale schade die armoede en onwelzijn teweegbrengen (werkloosheid, laaggeletterdheid, chronische ziekten, druggebruik, geweld, gebroken gezinnen). Dat zal het vertrouwen verhogen én het zal electoraal beloond worden.
Hoe dat moet? Eenvoudig. Besparen is misschien wel nodig, maar dan selectief, zonder de meest kwetsbaren te treffen. Daarvoor dienen armoedetoetsen. Laat elke besparingsmaatregel zo’n toets doorstaan. Maar laat er ook ruimte zijn voor extra uitgaven in sociale investeringen die zichzelf op termijn terugverdienen: hogere minimumuitkeringen, degelijke kinderopvang, goede leerkrachten in alle scholen, toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen, actief arbeidsmarktbeleid, huisvesting, aanpak van de digitale kloof.
Patriottische miljonairs
Er is dus niet minder, maar meer overheidsbudget nodig, te financieren door ‘de sterkste schouders’. Dat is de echte uitdaging van een faire fiscaliteit. De fiscale hervorming van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) geeft daartoe een aanzet, maar zal niet volstaan. Ze ontlast vooral de laagste lonen, maar laat zelfs de sociale uitkeringstrekkers met opzet in de kou staan, onder het voorwendsel dat die dan meer geneigd zullen zijn werk te aanvaarden. En ze verschuift een deel van de lasten naar de consumenten, klein en groot. Een echt rechtvaardige fiscaliteit vraagt vooral de allerhoogste inkomens om eindelijk eens kleur te bekennen: willen zij écht bijdragen aan een betere samenleving?
Heel Europa, heel de wereld kampt met dezelfde crisissen als ons land. Maar het rotte is dat één categorie mensen er alleen beter van wordt: de superrijken. De coronacrisis heeft de eigenaars van de farma-industrie en de pakjesbedrijven schatrijk gemaakt, de Oekraïnecrisis heeft de wapenindustrie, de voedingsindustrie en de energiereuzen miljarden opgeleverd. Oxfam heeft de rekeningen bijgehouden met rapporten zoals The inequality virus (2021), Profiting from pain (2022) en Survival of the richest (2023).
Hoopgevend is wel dat tijdens de laatste G7-top in Davos enkele ‘patriottische miljonairs’ uit verschillende landen zich bij de armoedebeweging hebben gevoegd en met de Alliantie tegen Ongelijkheid openlijk hebben durven te pleiten voor een vermogensbelasting op de grote fortuinen. Het mag een meer doortastende effectentaks zijn, een afroming van de superwinsten van energiebedrijven, een verhoging van de minimumbelasting op internationale vennootschappen, maar vooral ook een vermogensbelasting op vennootschappen op naam, en een hogere erfenisbelasting op grote fortuinen. Mogelijkheden genoeg voor moedige politici.
Bron: De Standaard