Ides Nicaise: ‘Religie ontdaan van valse beelden: misschien is dat nog een ‘gezond’ neveneffect van de covid-crisis’
Wie had ooit gedacht dat groepen gelovigen in ons geseculariseerd Europa van de 21ste eeuw naar de Raad van State zouden stappen om het recht op misvieringen af te dwingen? Toch is het in Frankrijk en Duitsland gebeurd, en ze hebben hun slag thuisgehaald – uit naam van de godsdienstvrijheid. Ook in België, waar misvieringen sinds dit weekend mits social distancing weer kunnen doorgaan, zijn het uitgerekend jongeren die er actie voor hebben gevoerd. De hunker naar religieuze vieringen haalt het bijna van de redelijkheid waarmee virologen ons in toom houden. De bisschoppen blijven voorzichtig.
Wat schuilt er achter die drang van gelovigen? Religie is in essentie verbinding, gemeenschap vormen rond en met God, en dat is nu net wat de lockdownmaatregelen in het hart hebben getroffen. Ze hebben misschien meer dan anderen het samen vieren gemist, niet (alleen) rond een barbecue en een frisse pint, maar vooral rond zingeving, existentiële vragen, een gemeenschappelijke Vader en de boodschappen van profetische figuren.
Tegelijk valt op hoe divers de kerken in verschillende regio’s van de wereld reageren op deze crisis. We zagen op tv de beelden van een orthodoxe viering in Rusland, waar de priester in volle coronatijd onverstoord de communie in twee gedaanten uitdeelde, en met dezelfde lepel van mond tot mond zijn gelovigen de wijn inlepelde. Het blinde geloof in de magie van het Heilig Bloed deed al deze mensen hun gezond verstand verliezen. Wat een dom en gevaarlijk bijgeloof! Dichter bij huis, in Nederland, hapte het virus gretig toe in de ‘Bible belt’, waar gereformeerde hardliners bleven vasthouden aan hun zondagsmissen.
In het zuiden wordt de religieuze diversiteit nog uitvergroot. Er wordt gezegd dat Afrika vandaag het epicentrum is van het christendom. Collega-onderzoekster Adeline Ajuaye uit Tanzania beschreef in de nieuwsbrief van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) de impact van de coronacrisis in haar land, ook op religieus vlak: sommigen zoeken vertwijfeld een antwoord op de vraag van de machteloosheid van een ‘almachtige’ God tegenover een minuscuul virus. Anderen verkeren integendeel in de waan dat God hen als gelovigen immuun maakt. Zelfs de president verklaarde in een toespraak aan religieuzen dat het coronavirus satanisch is en onmogelijk kan standhouden in het lichaam van Christus; bijgevolg zouden eucharistievieringen volgens hem de beste remedie zijn tegen de ziekte.
Maar wat al deze gelovige Afrikanen uiteindelijk verbindt, ongeacht hun verschillen, is hun diepgewortelde cultuur van verbondenheid. Elke gebeurtenis in een leven wordt samen beleefd. En dat vieren doe je niet in je kot: niet alleen de familie wordt uitgenodigd, maar het hele dorp, het huispersoneel, toevallige passanten… Het coronavirus is in zo’n samenleving daarom dubbel zo giftig, niet alleen omwille van de fysieke schade die het lukraak bij mensen veroorzaakt, maar evenzeer omwille van de sociale en religieuze verlamming die gemeenschappen binnensluipt.
Ook in de islam wordt op verschillende manieren op corona gereageerd. Velen geloven dat de pandemie door God gewild is. In het vluchtelingencentrum in Koksijde wilde een moslim niet getest worden op corona, omdat het voor zijn medegelovigen zou betekenen dat hij niet goed geleefd had. Dat sociale stigma zou de gevreesde quarantaine nog erger maken.
Toch gaat de meerderheid binnen de grote religies doorgaans rationeel om met de pandemie. De hadj in Mekka (het jaarlijks hoogtepunt in juli) gaat niet door, en de Franse moslims zijn zelfs minder happig dan de katholieken om weer met religieuze samenkomsten te starten. Zowel in de Europese als Afrikaanse kerken zijn er heel wat gemeenschappen die creatief zoeken naar nieuwe vormen van vieren, onder andere op de sociale media. Door dit alles heen worden religie en spiritualiteit gelouterd en ontdaan van valse beelden: misschien is dat nog een ‘gezond’ neveneffect van de covid-crisis.
Uiteindelijk zal men de authenticiteit van religies kunnen meten aan de veerkracht die gelovigen aan de dag leggen: hun weigering om toe te geven aan de angst om het eigen lijfsbehoud, hun basisvertrouwen dat lijden en dood nooit het laatste woord hebben, en bovenal hun inzet voor de meest kwetsbare medemensen.
Bron: De Morgen