Katrien Verhegge & Bruno Vanobbergen: ‘Internaten kunnen in coronatijden voor meest kwetsbare kinderen en jongeren een verschil betekenen’
Sarah (15) had het niet makkelijk thuis. Haar moeder kampte met psychische problemen, haar vader vaak afwezig. Het lukte haar niet altijd om op school de focus te houden. Schooluitval dreigde. Hulpverleners zagen een oplossing in een internaat. Een warme plek, structuur en regelmaat. En in het weekend kon ze terug naar huis. Er werd een regeling op maat voor haar uitgewerkt, ze kon ook al op zondagavond naar het internaat in plaats van de gebruikelijke maandagmorgen. Sarah pakte de kans met beide handen aan; ze haalde vlot haar humaniora-diploma en studeert nu aan de hogeschool.
“Naar schatting een duizendtal jongeren verblijven op vraag van de jeugdrechter of de jeugdhulp in een internaat”
Zo zijn er tal van positieve verhalen te vertellen. Van jongeren die dankzij het internaat de klik met het schoolse leven opnieuw maakten, van leerkrachten die dankzij een toegewijde begeleider op het internaat veel meer inzichten kregen in hoe een leerling functioneert tot jongeren die uitgroeiden tot gemotiveerde, zelfbewuste jonge mensen die opnieuw geloof hebben in de ander én zichzelf.
Samenwerking
Het is een verhaal van samenwerking, van onderwijs én welzijn. Bruggen zijn er nodig, geen opdeling tussen sectoren. Geen gescheiden doelgroepen van ‘normale’ kinderen versus ‘bijzondere’ kinderen met een rugzak. Om nog maar te zwijgen over de benaming van ‘onhandelbare kinderen’ in een opiniestuk.
“Het internaat heeft de maatschappelijke opdracht om voor elk kind en elke jongere van scholen waarmee het samenwerkt de toegang tot het internaat te waarborgen en gelijke kansen te realiseren. Daartoe voert het internaat een kwaliteitsvol inschrijvingsbeleid in overeenstemming met het pedagogisch project. Naargelang de noden van het kind of de jongere en de context doet het internaat hiertoe gepaste en redelijke aanpassingen.” Zo staat het letterlijk te lezen in het referentiekader van de onderwijsinspectie voor internaten. Een doelstelling waar we ons volledig achter scharen.
“Een betere pedagogische omkadering van internaten lijkt ons een zeer terechte vraag”
Naar schatting een duizendtal jongeren verblijven op vraag van de jeugdrechter of de jeugdhulp in een internaat. Het is een positieve oplossing voor tal van delicate gezinssituaties, en in het belang van de kinderen zelf en niet enkel een laatste strohalm. Dat er ook bij internaten wordt aangeklopt voor precaire situaties als voorlopige oplossing klopt ook. Dat is niet altijd evident, dat beseffen we. Jeugdrechters en jeugdhulp hebben een waaier van mogelijkheden en soms is het zoeken naar de juiste hulpverlening op maat. We zoeken daar, samen met veel partners op het terrein, naar oplossingen.
Betere pedagogische omkadering
We staan open om elkaars werking beter te leren kennen en samen te zoeken wat ondersteunend kan zijn. Een betere pedagogische omkadering van internaten lijkt ons een zeer terechte vraag die we graag vanuit Opgroeien ondersteunen.
De regelgeving rond internaten dateert uit een periode waarin de populatie van de internaten anders was dan vandaag. Een vergelijkend onderzoek uit 2008 en 2016 toont een verdubbeling in de internaten van kinderen en jongeren die extra zorg nodig hebben. Bijna 40% van de internen kampt met een of meer zorgvragen. Dit vraagt een meer doorgedreven individuele begeleiding van kinderen en jongeren. Laat ons samen werk maken van een ondersteuning en omkadering die internaten moet toelaten het kwaliteitsvolle werk dat ze nu al leveren te blijven verzekeren.
Uit uw kot
De coronacrisis toont op veel manieren aan dat de meest kwetsbaren het hardst getroffen wordt. Oplossingen zullen vanuit de hele samenleving moeten komen. Bruggenbouwers hebben we nodig, mensen met creatieve en oplossingsgerichte voorstellen. Iedereen zal uit zijn kot moeten komen, letterlijk. Onderwijs én welzijn. En daar willen we graag op inzetten. Omdat elk kind het recht heeft om kansrijk op te groeien.
Bron: vrtnws.be