Kolet Janssen: ‘Regisseur of wielrenner?’
‘Hij stapte eruit omdat hij niet langer de regie over zijn eigen leven had’, klonk het voor de zoveelste keer in de media. Ik barstte in lachen uit. Niet vanwege de zelfdoding van Herman Brood, die ik het allerbeste wens in zijn eeuwige rust. Maar door die afgezaagde verwijzing naar ‘de regie van je eigen leven’. Wie zijn toch die mensen, die regisseur zijn van hun eigen leven? Waar zijn ze te vinden? Waarom kom ik ze nooit tegen?
Een regisseur is iemand die op een speciale stoel zit (opplooibaar en met in de armleuning een uitsparing voor een drinkbeker) en van daaruit richtlijnen geeft voor wat er op de set of de bühne moet gebeuren. Het lijkt alsof hij de man of de vrouw is die bepaalt wat er te zien zal zijn, maar in de praktijk moeten regisseurs natuurlijk vooral rekening houden met budgetten, talenten en persoonlijkheden van acteurs en beperkingen van de zaal of de filmlocatie. Misschien is onmacht wel een heel uitdrukkelijke ervaring van de meeste regisseurs, ondanks hun directieve functie. De creatiefste regisseurs zijn trouwens net die, die erin slagen om met al die beperkingen iets moois te scheppen. Maar dat terzijde.
Ik denk niet dat de meeste mensen zich door de band regisseur van hun eigen leven voelen. Ik niet in elk geval. Mijn leven wordt geregisseerd door onder andere mijn wekker, mijn deadlines, mijn partner, kinderen en kleinzoon, vrienden en buren die iets willen of vragen, mijn lijf, mijn leeftijd, mijn humeur en mijn huis. Om nog te zwijgen van mijn computer, mijn fietsremmen en de losse stoeptegel voor mijn deur. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Van jongs af aan ga je in het leven in op wat zich voordoet. Natuurlijk maak je af en toe bewuste keuzes. Maar wie eerlijk is, moet toegeven dat je haast nooit de gevolgen daarvan kunt voorzien. We slaan er meestal maar een slag naar, zo goed als we kunnen. En misschien maakt dat het juist ook zo heerlijk onvoorspelbaar.
Als ik beeldspraak zoek voor mijn leven, schakel ik liever over naar een sport waar wij Belgen groot in zijn: de wielersport. Ik voel me een renner in het grote peloton van het leven. Meestal ben ik blij als ik mijn voeten op de pedalen kan houden en het tempo kan volgen. Vaak helpt een duwtje in de rug daarbij. Als ik de wind tegen heb, schuil ik in het kielzog van een paar vrienden. Als alles goed gaat, delen we met plezier elkaars lunchpakketjes.
Af en toe trekken we samen een sprintje en voelen ons onoverwinnelijk. Op andere momenten heb ik zadelpijn of stijve benen en dan moeten ze me met rust laten. Soms gaat het bergop, dan weer bergaf. Wie fietst weet dat er zelfs in ogenschijnlijk vlakke streken weinig wegen helemaal horizontaal zijn. Heel af en toe dagdroom ik van een eenzame ontsnapping met kans op roem. Maar meestal peddel ik gezapig mee met de rest, zonder veel strategie. Ik zie wel wat er gebeurt.
Er zal een moment komen, dat ik het tempo van het peloton niet meer kan volgen. Dan zal ik mijn fiets aan de haak hangen en aan de zijkant van de weg gaan staan om te supporteren. Misschien zal ik zelfs met vlaggetjes zwaaien, want dan lijkt het toch nog een beetje alsof je zelf nog meedoet. Ik zal met mijn medesupporters ingewikkelde analyses maken van de wedstrijd en daarvan bijna evenveel genieten als van het fietsen zelf. Dat ik geloof dat er ergens een Grote Fietsenmaker is en de meesten van ons peloton niet, doet vrij weinig ter zake. We moeten allemaal onze eigen koers fietsen.
Het leven is veel mooier dan een film of een toneelstuk. Het is rauw en soms ranzig, maar ook flitsend en subliem, als een echte Ronde van Vlaanderen. Regisseur van je eigen leven? Ga toch fietsen!
Bron: Deredactie.be – 9 februari 2016