Kolet Janssen: ‘Wie zegt dat de dialoog tussen moslims, christenen en niet-gelovigen gemakkelijk is, heeft ongelijk’
Vandaag eindigt de ramadan, de vastenperiode voor moslims. Kolet Jansen, christelijk gelovig, schoof ‘s avonds aan tafel bij moslims tijdens de iftar van de ramadan, het eerste moment van een vastendag dat gegeten mag worden. Dat was een bijzondere, maar ook mooie, ervaring, want “samen aan tafel leerden we elkaar kennen als mensen”.
We waren uitgenodigd op een iftarmaaltijd bij een gezin van Turkse origine. Een familie die zonder aarzelen vijf wildvreemde mensen gastvrij in hun huis onthaalden, om ze letterlijk te laten proeven van een maaltijd aan het einde van een ramadandag. Een beetje onwennig zaten we van tevoren bij elkaar. Twee stoeiende zoontjes braken het ijs terwijl we kennismaakten. De vader des huizes keek af en toe op zijn horloge. Het was bijna halftien, tijd voor het breken van de vasten.
De tafel was gedekt en onze gastheer en gastvrouw zetten er de ene schotel na de andere op: dadels, gevulde druivenbladeren, kleine oliebolletjes en nog veel meer. Op het vuur stonden nog andere gerechten te pruttelen. Het eten was zondermeer heerlijk. Eerst de dadels om de vasten te breken. De gastvrouw vertelde lachend dat ze na een vastendag meestal meer nood had aan water dan aan dadels.
Hoe ze dat volhield in deze temperaturen, zo zonder te drinken, vroegen wij haar. “Dat kan alleen als je gelooft”, glimlachte ze. “In veel moslimlanden is het nu nog veel warmer dan hier. Als je niet overtuigd bent dat het goed is om dit te doen, hou je het niet vol. Maar als je echt je lichaam wilt zuiveren in de ramadan, dan lukt het wel.” Wij knikten beleefd, ook al konden we er niet helemaal bij. We probeerden het wel te begrijpen, en de overheerlijke linzensoep hielp ons een handje. Net als de kip daarna en al het andere lekkers op tafel. Misschien zouden we daar ook wel een dag voor willen vasten. Maar een hele maand?
Op de samenzweerderige toon van moeders die anekdotes over hun kinderen uitwisselen, vertelde de mama over haar bijna twaalfjarige zoon, die voor het eerst meedeed met de ramadan. Dat hij een gerenommeerd slechte eter was, uiterst kieskeurig. En dat hij pas door deel te nemen aan de ramadan echt alles had leren eten en het opeens allemaal superlekker vond. Ze lachte vrolijk en wij lachten met haar mee. Er zat iets heel herkenbaars in haar verhaal. Toch voor even.
Een palmboom is exotischer in Bokrijk dan in Napels
Want zodra ik de tengere jongen zag, wist ik dat ik het niet in mijn hoofd zou halen om hem aan te porren een hele dag niet te eten en te drinken. Dan kreeg ik weer even het ‘palmboom-in-Bokrijk’-gevoel. Een palmboom is exotischer in Bokrijk dan in Napels. Zo is het ook met andere tradities. In je eigen land lijken die altijd vreemder dan op vakantie.
Net als toen de papa vertelde dat ze bij hun kleine zoontjes van vier en zes met wat geld een stukje vastendag ‘kochten’, na schooltijd tot de iftar bijvoorbeeld. Om hen alvast te laten oefenen. De kinderen leken er niet onder te lijden, integendeel. Er hing in het huis een warme, hartelijke, vrolijke sfeer. We bleven tot laat in de avond en hoorden mooie verhalen over de eerste generatie gastarbeiders en het grote verschil met de opvang van mensen uit andere landen nu. Over hoe scholen rekening houden of niet met moslimkinderen en hoeveel verschil dat maakt.
Over hoe collega’s of klasgenoten respect hebben voor wie de ramadan volgt. En dat betekende dan: ook niet eten in de pauzes, of minstens niet eten in aanwezigheid van een moslimcollega. Wat mij dan weer met vragen opzadelde: hoe ver kun of moet je daarin gaan? Mogen moslims dat van anderen verwachten? Vraag je er dan niet om dat mensen je liever ‘apart’ gaan zetten? Ik raakte er niet zomaar uit. De iftarmaaltijd was een heel bijzondere ervaring. Het gebeurt niet elke dag dat mensen je zomaar een inkijkje laten nemen in wat hen van binnen beroert. Alleen al daarom was het uniek.
De dialoog is niet makkelijk
Wie zegt dat de dialoog tussen moslims, christenen en niet-gelovige mensen gemakkelijk is, heeft ongelijk. Want ook al delen we veel belangrijke waarden zoals solidariteit, vrede en eerlijkheid, toch verschillen onze gebruiken en regels. En daar kun je niet zo makkelijk overheen stappen als je misschien van jezelf zou denken. Samen aan tafel leerden we elkaar kennen als mensen. Mensen die hun geloof en hun waarden proberen waar te maken in hun leven en door te geven aan hun kinderen. Mensen net zoals wij dus.