Hans Geybels: ‘Geen plaats in de herberg?’
Velen mensen krijgen schrik van deze nieuwe situatie. De berichten op facebook liegen er niet om: “Meteen terugsturen’, “Afschieten” … Toegegeven, indien je de schrijvers van dat proza een revolver in de hand zou geven, zouden ze die niet meteen de trekker overhalen, maar toch. Gelukkig betreft het een minderheid. Wat dan met de meerderheid? De meeste mensen zullen zich wellicht herkennen in het gevoel dat mij overmeestert: onmacht. Wel willen, maar niet kunnen. Het is te groot. Europa moet het maar oplossen, of de politiek.
Ik?
Bij het bekijken van al die beelden heb ik een switch gemaakt. De juiste vraag luidt in deze crisis mijns inziens niet “Wat moeten we doen?” Want, “we” is meestal iedereen behalve ik. De juiste vraag is voor mij: “Wat kan ik doen?” Hoe klein ook. Vele beelden van vluchtelingen hebben hen een gezicht gegeven, een menselijk gelaat, met een eigen unieke geschiedenis en vooral: met nog een hele toekomst voor zich. Natuurlijk zullen er ook avonturiers en profiteurs tussen zitten, maar in de ganse golf van vluchtelingen is dat een verwaarloosbare minderheid. De overgrote meerderheid wil gewoon wat ik ook wil: een toekomst voor hun kinderen. Vele vluchtelingen woonden in welvarende steden en hadden daar een baan.
In mijn tuin
Die mensen komen niet naar ons land om te profiteren van de sociale zekerheid, maar omdat hun situatie totaal uitzichtloos is geworden. Ik herinner me van op de social media een haast anoniem meisje dat ondervraagd werd en dat een zwemkampioene bleek te zijn! Omdat er geen plaats meer was op de boot, besloot ze dan maar achter de boot te zwemmen. Zo is ze in een Brussels park beland en ze wil niets liever dan zich ten dienste stellen van dit land.
Dat zijn kansen die we toch niet kunnen laten schieten?
Al die voorbeelden tonen aan dat de crisis op een keerpunt gekomen is. Een minuut van moed volstaat om de onmacht in iets vruchtbaars om te zetten. Zoals Merkel opmerkt, is de vraag niet langer of we in Europa iets kunnen doen, maar we moeten iets doen.
In mijn eigen tuin kan ik daadwerkelijk iets doen. Ik hoef daarvoor zelfs niet meteen naar Calais te rijden. Ik kan taalles geven, organisaties financieel steunen, een kamer ter beschikking stellen, mensen aan een opleiding helpen, een gezin assisteren in hun contacten met de overheid … Kortom, ik kan contact opnemen met organisaties die zich bezighouden met de problematiek en vragen waar er noden zijn.
Te zien dat dit op veel plaatsen ook gebeurt, is hartverwarmend in ons anders koude landje. Zelfs in politieke kringen! Merkel durft met haar uitspraken haar eigen politieke carrière op het spel te zetten. Ook in eigen land gebeurt iets dergelijks. Als ik zie wat de administratie van staatssecretaris Francken bewerkt, kan ik – ondanks het feit dat alles altijd beter kan – alleen maar dankbaar zijn.