Herman Wouters: ‘Zorg voor de ander hoort bij de mens als sociaal wezen’
5 september werd in 2013 door de Verenigde Naties uitgeroepen als de dag van de Liefdadigheid. De datum valt samen met de sterfdatum van Moeder Theresa. Zowel Liefdadigheid als Moeder Teresa hebben bij ons negatieve connotaties. Moeder Theresa kreeg onder andere het verwijt dat ze structureel geen verandering bracht aan de problematiek van de armen. Toch heeft de Liefdadigheid haar recht van bestaan naast andere vormen van engagement. Het is een uiting van ‘we geven om jou’ of van ‘we care’.
Ik besloot gewoon geld te geven
Een aantal jaren geleden reed ik enigszins verward terug naar mijn slaapplaats bij de paters Xaverianen in Bujumbura. Een heleboel gedachten vertroebelden mijn geest. Ik had toen een ontmoeting met Nestor, de vroegere huishoudhulp van mijn schoonbroer die toen nog in Burundi werkte en woonde. Ik kende Nestor van de enkele weken dat ikzelf met Artsen zonder Vakantie in Burundi was en bij mijn schoonbroer logeerde. Nestor had een ongeval gehad met zijn fiets, stapte met een kruk en had geen werk meer. Ik was terug in Burundi voor een missie met Artsen zonder Vakantie en had een afspraak met hem gemaakt om hem te groeten. Ik had ook voordien bij mijn schoonbroer geïnformeerd wat ik kon meebrengen als geschenk. “Koop een bol kaas” had hij gesuggereerd ” dat is een luxeproduct”. Het was me niet gelukt om kaas te vinden en dus besloot ik om geld te geven.
Het contact is kort maar gemoedelijk. Hoe het met de kinderen gaat, vergeet zeker uw vrouw niet te groeten, en dat soort dingen. Ik gaf hem een omslag met 100 euro, in Burundi een equivalent van een loon voor 2 à 3 maanden. Onmiddellijk voelde ik me erg ongemakkelijk. Was het wel gepast? Was dit niet vernederend voor Nestor die stilletjes een merci prevelde. Het gevoel van de gulle gever wilde ik niet in me toelaten. Was dit wel zinvol? Je geeft toch beter geen vis maar je leert iemand vissen. Toen ik bij de paters terugkwam probeerde ik mijn twijfels te verwoorden aan een blanke missionaris die daar aanwezig was. Ik stamelde dat structurele hulp natuurlijk beter is. De pater antwoordde nogal kort: “Ach, als hij het niet gaat opdrinken, is het goed”.
Een jaar later had ik opnieuw een afspraak met Nestor en opnieuw had ik een omslag met geld bij. Hij nam hem aan zonder de brief te openen. Hij zegde: ‘Tu sais Herman, met het geld van vorig jaar heb ik drie geiten gekocht. We hebben een heel jaar zelf melk gehad en de overschot kunnen verkopen. Zo heb ik het schoolgeld van mijn kinderen betaald en extra voedsel kunnen kopen.’
Zorg voor de ander hoort bij de mens als ‘sociaal wezen’
De ander belangrijk vinden en voor hem zorgen in een daad van kleine goedheid is de actie die de Frans-Joodse filosoof Levinas predikte. Van nature is de mens een sociaal wezen waarvan de zorg voor de ander een belangrijk component is. In onze individualistische Europese samenleving raakt dat soms op de achtergrond, maar toch is de zorg voor de ander een grote bron van zingeving voor een mens. Concrete lieve daden zijn tekens van hoop, telkens opnieuw. Daardoor maken we de ‘we care‘-samenleving concreet en creëren we mee een cultuur van medemenselijkheid. Iets waar de samenleving meer dan ooit nood aan heeft.
Toen ik Nestor het jaar nadien terug een omslag gaf, vertrouwde hij me toe dat het zijn grote droom was om samen met zijn buurman een varken te kopen, maar dat dat met dit geld wel helemaal alleen zou lukken. Ik zag de man voor het laatste twee jaar geleden. Hij had toen drie varkens.