Ides Nicaise: ‘Ga strategisch om met je giften’
Zelfs in tijden van schaarste en inflatie zijn er nog heel wat mensen die aan het einde van de maand voldoende over hebben om de keuze te maken wat ze met dat surplus doen. Ik reken mezelf bij die gelukkigen, en al ben ik geen expert in geldzaken, toch vind ik het zelf als econoom ook belangrijk om daar strategisch mee om te gaan.
Een piekende inflatie zoals vandaag betekent natuurlijk een extra uitdaging. Beleg je dan niet beter in bakstenen dan in een effectenportefeuille? Louter financieel misschien wel, maar dan investeer je niet alleen veel geld maar ook veel tijd, en moet je ook van wanten weten om er efficiënt mee om te gaan.
Persoonlijk vind ik het belangrijk dat je geld niet alleen voor jezelf opbrengt, maar ook voor je vrienden, voor de gemeenschap, voor het klimaat, voor al wie of wat je lief is. Daarvoor zijn er tal van mogelijkheden. En het is niet noodzakelijk een ‘of-of’ verhaal.
De meest voor de hand liggende optie voor een huiseigenaar is het verduurzamen van je woning: investeren in zonnepanelen, isolatie, een warmtepomp, energiezuinige toestellen… Hetzelfde geldt bij aankoop van een wagen – gesteld dat je die nodig hebt tenminste. In tijden van hoge benzine- en dieselprijzen, en zeker voor wie zonnepanelen heeft, kan de meerkost van een elektrische wagen snel terugverdiend zijn. Tegelijk met je portemonnee help je de planeet. De overheid helpt zelfs mee met allerlei premies of gesubsidieerde leningen.
Binnen de financiële sfeer groeit het aanbod van ‘ethische en duurzame beleggingen’. Sommige banken (Triodos, NewB en VDK op kop) zijn erin gespecialiseerd, al hebben ze het moeilijk om als relatief kleine spelers op te boksen tegen de grotere institutionele beleggers. Deze laatsten krijgen overigens zelf de microbe van ethische portefeuilles steeds meer te pakken. Aarzel niet om er bij je bank expliciet naar te vragen: ethische beleggingen zijn vaak even rendabel als ‘niet-ethische’. Omgekeerd is het oppassen geblazen dat je met klassieke effectenportefeuilles niet onbewust onethische activiteiten zoals oorlogsindustrie, kinderarbeid of ontginning van fossiele brandstoffen in de hand werkt. Onoplettendheid kan uitmonden in medeplichtigheid. Het is te gemakkelijk om je spaargeld aan specialisten toe te vertrouwen en je zelf niets aan te trekken van waar het terechtkomt. Grote namen zoals Belfius, BNP Paribas en Deutsche Bank scoren bijvoorbeeld matig tot zwak in rankings op basis van objectieve ethische criteria. Ga eens kijken op Bankwijzer.be. Je kan met die professionele en tegelijk toegankelijke informatie niet alleen je eigen beleggingen bijsturen, maar ook je bank mee aanzetten om haar middelen op een meer verantwoorde manier aan te wenden.
Heb je al ooit geld belegd in vrienden? Met win-win leningen kan je hen helpen om een (commerciële of non-profit) zaak op te starten. Een win-win lening is een wettelijk geregelde en gesubsidieerde vorm van microfinanciering tussen een particulier en een startende onderneming. Een vriendin richtte onlangs met een team een wijkgezondheidscentrum op, met geld geleend van vrienden. Een nichtje stapte in een project van doorgangswoningen voor thuisloze jongeren. Je drukt je morele steun dan uit in financiële steun, en je geniet mee van het resultaat. De overheid geeft een duwtje in de rug: de intrest wordt namelijk a rato van 2% gesubsidieerd via een belastingaftrek, en je kapitaal wordt gedeeltelijk gewaarborgd door de overheid.
Denk je echt ‘breed’? Dan horen giften zeker ook thuis onder de noemer ‘sociale investeringen’. Je opbrengst belandt dan niet op je bankrekening maar op je ‘maatschappelijke impact-rekening’. Ook hier moet je natuurlijk selectief zijn. Ik heb bijvoorbeeld een grondige hekel aan professionele bureaus die je stalken met foto’s van gehandicapte of huilende kindjes, bijna ongeacht het doel waarvoor ze fondsen werven. Er lopen ook in dat wereldje geldwolven rond, die hun financiële opbrengst belangrijker vinden dan hun sociale en educatieve rol, en daardoor sociale schade veroorzaken. Neen, als ik doneer wil ik geen platte bedelarij in de hand werken: ik wil de wereld op een efficiënte manier humaner, duurzamer, rechtvaardiger helpen maken. Noodhulp mag daar gerust bij zijn, als ze aan diezelfde criteria voldoet.
Gierige mensen zwaaien graag met het simplistische argument ‘dat er geld aan de vingers blijft plakken’ wanneer internationale NGO’s eigen personeel inzetten voor technische bijstand, netwerking of beleidsbeïnvloeding. Wel integendeel! Een gift die verdeeld wordt over materiële en menselijke hulp is meestal veel efficiënter dan één die ‘voor 100% bij de armen zelf terechtkomt’. Denk aan Wereldsolidariteit, dat investeert in de versterking van middenveldorganisaties zoals vakbonden, verenigingen en coöperatieven; aan ATD-Vierde Wereld, dat armen wereldwijd verenigt en ’empowert’, zoals mensen die op kerkhoven wonen in Manilla of met daklozen in New York; of aan Oxfam, dat voortdurend beleidsmakers het vuur aan de schenen legt om de structurele ongelijkheid te bestrijden.
Ga dus strategisch om met je giften: laat je eerder beïnvloeden door jaarverslagen van de ontvangende organisaties, of door hun verhalen over impact, dan door de inhoud van bedelbrieven. Bestudeer hun strategie: laat je erdoor vormen. En leg jaarlijks je prioriteiten en streefcijfers vast in doorlopende bankopdrachten, in plaats van enkel ad hoc te reageren op vragen.
Geld alleen maakt niet gelukkig, zegt het spreekwoord. Inderdaad, het hangt ervan af hoe je het besteedt.
Bron: Knack