Maarten Hertoghs: ‘Operatie propere handen?’

De weg naar Pasen, de vastentijd, stond voor mij, als gelovige, nog nooit zo in het teken van ‘wassen’ als dit jaar. In deze coronatijden wordt ons dagelijks verteld dat we onze handen moeten wassen. Geen kattenwasje, maar een zeer uitgebreide, degelijke wasbeurt. Een uiterlijke wasbeurt. Dat is nodig. We weten intussen (hopelijk) allemaal hoe belangrijk dat is om de opmars van het virus te vertragen.

Vasten: een tijd om te wassen

Naast de uiterlijke wasbeurt is er ook sprake van een innerlijke wasbeurt, om het zo te zeggen. Vanouds is de vastentijd, de 40 dagen voor Pasen, namelijk een periode van inkeer. Dat dit nooit eerder zoveel betekenis voor mij had, zegt wellicht veel over mij en niet zoveel over de vasten. Meestal sta ik wel stil bij het begin van de vasten, maar eenmaal daar voorbij dendert mijn leven gewoon voort, tot aan Pasen. In de voorbije jaren hebben de aanslagen in Brussel (22 maart 2016) en de brand in de Notre-Dame (15 april 2019) me ook wel kort doen stilstaan tijdens de vasten, maar dit jaar is anders. Elke dag opnieuw worden we met de neus op de feiten gedrukt en we weten dat de nasleep hiervan nog vele maanden zal duren.

In oude christelijke doopvonten vinden we regelmatig een gebed van Gregorius van Nyssa, een christelijke bisschop uit de vierde eeuw na Christus en een van de zogenaamde Cappadocische vaders. Onder andere in de Aya Sophia, oorspronkelijk een christelijke kerk (de Hagia Sophia of Heilige Wijsheid) kan je het gebed lezen. Het is een bekend palindroom: Nιψον ἀνομηματα μη μοναν ὀψιν. De vertaling luidt als volgt: ‘Was mijn ongerechtigheden af, niet alleen maar mijn gezicht’. U hoeft niet bang te zijn. Dit is geen preek over zonde, hel en verdoemenis. Het gebed van Gregorius wil ik gebruiken als beeld. Hij zag namelijk de nood aan het wassen van het uiterlijke, maar ook aan het innerlijke.

Innerlijke nood

Het innerlijke. Waar leven we voor? Waar zijn we op langere termijn op gericht? Waar komen al die burn-outs vandaan? Zijn alle gebroken relaties echt niet meer te herstellen? Waarom ligt er zo’n grote druk op jonge gezinnen? Doen we dit onszelf aan of kunnen we hier helemaal niet aan ontsnappen? Vragen waar we te weinig aandacht aan gegeven hebben. Er is veel innerlijke nood in ons land. De wachtlijsten bij de psychologen en psychiaters liegen er niet om. Tot voor een paar weken leken we in een onstopbare mallemolen te zitten. Er was geen tijd om te wassen, proper te maken, te herstellen. Misschien nu wel, nu we stilgezet worden.

Laat me duidelijk zijn. Ik geloof in God, maar niet in de theorie dat Hij deze coronacrisis heeft uitgelokt of dat het een straf zou zijn. De voorbije weken werd zoiets wel eens opgeworpen. Nee. Wat ik wel geloof, is dat situaties in ons leven momenten van inkeer kunnen betekenen. Momenten waarin we niet alleen onze handen of ons gezicht wassen, maar ook ons innerlijk.

In kerkelijke termen is dat vasten en in kalendertermen een lenteschoonmaak in ons binnenste. Ik hoop dat de uitkomst van de coronacrisis niet zal zijn dat we over enkele maanden als vanouds voortdenderen, onszelf opjuttend en afmattend om de economische achterstand in te halen. Ik hoop oprecht dat we hier een en ander uit meenemen. 

Hoopvol

Er wordt vandaag veel aandacht besteed aan het belang van sociale contacten en solidariteit. Psychiater Dirk De Wachter, die veel van de innerlijke noden van mensen te horen krijgt, zal het graag horen. Hij roept al enkele jaren ertoe op dat we onze eilandjes verlaten en tijd maken voor elkaar. Geen ingewikkelde programma’s of duizelingwekkende oplossingen. Gewoon, eenvoudig er zijn voor elkaar. Misschien betekent dit dat we een en ander in ons leven moeten aanpassen. Misschien moeten we met minder tevreden leren zijn. Misschien moeten we keuzes maken voor een minder jachtig bestaan, waarin meer ruimte is voor innerlijk herstel en verbinding met de ander.

Op een bepaalde manier ben ik hoopvol. Niet omdat ik veel tekenen zie van verandering, maar omdat ‘er zijn voor elkaar’ en keuzes maken voor de ander perfect past bij wie de mens is. Mijn geloof in God zegt dat het resoneert met hoe de mens gemaakt is en dat we ergens (soms diep vanbinnen) weten dat een harmonieuze verbinding met de ander meer voldoening geeft dan wat ook.

 

Bron: Doorbraak

Laat een reactie achter