Kolet Janssen: ‘De naam van het kindje’

Een naam is meer dan een formaliteit. Dat blijkt uit de verhitte discussies rond de wetswijziging over de familienamen. Is de veranderde regeling een goede zaak? Is een familienaam iets dat je mag kiezen of is het gewoon een voortvloeisel uit de feiten?

Ik ben – als drager van de naam ‘Janssen’ – niet bepaald gehecht aan mijn naam. Zeldzaamheidswaarde heeft mijn naam in extreme mate niet. Toch was ik verrast door de reactie van mijn Nederlandse schoonouders bij mijn huwelijk jaren geleden. Zij begrepen niet waarom ik niet opeens met hun naam door het leven wilde gaan. Dat zoiets zelfs wettelijk in België niet mogelijk was, bleef in hun ogen een slap argument en een teken van wantrouwen naar hun zoon toe. Opeens werd mijn naam voor mij een stuk van mezelf: ik wilde niet zomaar een andere naam gaan dragen en dus iemand anders zijn. Voordien had ik nooit vermoed dat mijn naam zo’n gevoelig onderdeel van mijn persoonlijkheid zou zijn.

Nu gaat de discussie over het doorgeven van de familienaam aan kinderen. Tot nu toe verdwenen vrouwen bij de geboorte van hun kind volledig achter de coulissen: uit de familienaam van het kind kon je nooit de naam van de moeder afleiden. Dat is best wel jammer, want het kan voordelen hebben om als zoon of dochter van je moeder herkend te worden (net zoals bij vaders). Of het kan gewoon leuk zijn om het te weten. De regeling om de dubbele familienaam van zowel vader als moeder tot standaard te maken, is dus gewoon een kwestie van gezond verstand, van het (eindelijk) erkennen van de positie van de moeder. Een kind heeft altijd een vader en een moeder, op zijn minst biologisch en meestal ook in de praktijk, dus het is in feite niet meer dan normaal dat dit gegeven ook weerspiegeld wordt in de familienaam van het kind.

Dat er een heleboel praktische vragen rijzen, doet er niet echt toe. Daarvoor vinden we wel oplossingen. Bijvoorbeeld: wat met BAM-moeders, met homostellen of lesbische paren? Wat met stiefvaders die meer ‘vaderen’ dan de biologische vader? Is het handig voor e-mailadressen? En wat met de volgende generatie(s)?

Te veel keuze

Het probleem zit meer in de vele keuzemogelijkheden. Want het zal ook mogelijk zijn om de vader volledig van de kaart te vegen wat de naam betreft, net zoals nu met de moeder gebeurt. Niet echt een vooruitgang dus. Tenzij daar natuurlijk een goede reden voor is, maar dat is geen vereiste. En ook de volgorde van de twee namen zal een onderwerp van keuze worden.

Alweer iets waarover aanstaande ouders zich dus het hoofd moeten breken! Alsof ze nog niet genoeg keuzestress hebben met de voornaam, de crèche, de inrichting van de kinderkamer en wie er peter of meter mag zijn!

Maar het echte keuzeprobleem is veel ernstiger en komt pas een generatie later. Want dan moet je als kind kiezen voor je vader of je moeder: welk onderdeel van je naam geef je door aan de kleinkinderen? Dat is zoals bekend uit alle echtscheidingsperikelen een onmogelijke keuze, die je kinderen niet mag aandoen. Die keuze gaat gegarandeerd tot kleine of grotere familiedrama’s leiden. Dat kunnen we alleen vermijden als er ook voor de volgende generaties een standaard wordt vooropgesteld.

Maar dan wel een standaard waarbij de vrouwen niet – zij het met één generatie uitstel – weer uit het beeld verdwijnen. Daarom zou het een mogelijkheid zijn om bij zonen de volgorde vader-moeder te gebruiken en bij dochters het omgekeerde. In de volgende generatie blijft dan het eerste stuk van elke oudernaam behouden, zodat elke naam evenveel wordt doorgegeven. De dochter van het echtpaar Janssen-Smets heet dan Tine Smets-Janssen, terwijl haar broer Tomas Janssen-Smets zou heten. De kinderen van Tine krijgen automatisch ‘Smets’ als eerste stuk van hun familienaam, die van Tomas ‘Janssen’, aangevuld door wat hun partners aanbrengen.

Het enige nadeel is dan natuurlijk dat je bij neven en nichtjes niet meer aan de naam kunt zien dat ze familie van elkaar zijn. Maar dat speelt nu in de vrouwelijke lijn ook al. En kinderen uit hetzelfde gezin hebben dezelfde onderdelen in hun familienaam, maar niet in dezelfde volgorde.

“Voor wie ik liefheb”

Er gaat met de nieuwe regeling dus wel iets verloren: de historische familielijn, de gezinsnaam misschien, het overzicht van de stamboom. Maar we winnen meer: elk kind draagt in zijn naam een stuk van zijn vader en van zijn moeder. Dat lijkt mij belangrijker.

Daarnaast moet het mogelijk blijven om vrij eenvoudig af te stappen van de gebruikelijke regeling als daar een goede reden voor is, zoals een gebrek aan band met één van de ouders. Maar de standaardregeling moet duidelijk naar voor geschoven worden om te vermijden dat mensen nog meer bijna onmogelijke keuzes moeten maken.

‘Mijn moeder is mijn naam vergeten. Mijn kind weet nog niet hoe ik heet’, dichtte Neeltje Maria Min destijds heel raak. Ze beëindigde haar gedicht met de zin, die nog altijd even waar is: “Voor wie ik liefheb, wil ik heten.” Liefst met een dubbele familienaam dus.

 

Bron: De Redactie – 26 februari 2014

Laat een reactie achter