Nikolas Cloet: ‘Ik twijfel, dus ik krimp’
Rik Torfs haalde afgelopen weekend hard uit naar CD&V (DS 18 februari). De partij kampt met een gebrek aan zelfvertrouwen en een gemis aan ideologische profilering. Guy Tegenbos vroeg zich daarop luidop af wat we zouden missen als CD&V verdwijnt. Volgens mij heeft Vlaanderen de christendemocratie anno 2012 wel degelijk meer dan ooit nodig. Maar dan moet de christendemocratie wel scherp en snedig zijn. CD&V zal moedig moeten zijn en mag het gevecht met de neoliberale tijdgeest niet uit de weg gaan.
Verzuilde harten
Rik Torfs is ‘een geboren averechtse’. Dat maakt het makkelijk om zijn kritiek te pareren. Maar de kritiek van Torfs, hoewel scherp verwoord, beschrijft wel een gevoel dat bij veel lokale militanten leeft. We zijn te weinig ideologisch bezig. Het lijkt alsof we bang zijn van onszelf.
Het is echter te makkelijk om daarvoor met een beschuldigende vinger naar Wouter Beke te wijzen. De ideologische afkalving is al jarenlang bezig. Ze is aan de ene kant het gevolg van ingrijpende maatschappelijke veranderingen; aan de andere kant gaat het om een collectieve verantwoordelijkheid van de partij.
In de vorige eeuw was christendemocratie in veel gevallen een vanzelfsprekendheid. In een sterk verzuilde maatschappij, met duidelijk concurrerende ideologieën, was er weinig nood aan ideologische profilering. De ideologie leefde in de samenleving en de politiek was er de logische emanatie van. Vandaag is van de klassiek verzuilde samenleving in de harten van de burgers nauwelijks iets overgebleven. De tijd waar iemand op een verkiezingszondag ontwaakt en plichtsbewust CD&V stemt, omdat hij dat altijd gedaan heeft, is definitief verleden tijd. De kiezer kiest nu heel bewust voor een partij die hem overtuigt. Daarom is er nu, paradoxaal genoeg misschien, net meer nood aan ideologische profilering dan vroeger.
Net op dat gebied mist CD&V de laatste jaren onmiskenbaar richting. We profileren ons te weinig omdat we niemand voor het hoofd willen stoten, omdat we koste wat het kost de partij in het centrum willen blijven, en, misschien nog het meest van al, omdat we vrezen dat onze ideologie niet volledig aansluit bij de tijdgeest. Op die manier dreigt een vicieuze cirkel. Omdat we krimpen, twijfelen we aan onszelf. Omdat we aan onszelf twijfelen, krimpen we. Wie bang is, krijgt inderdaad slaag.
Moedige christendemocratie
Ik pleit daarom voor een moedige christendemocratie.
In de eerste plaats dat we de moed hebben om toe te geven dat we collectief fouten gemaakt hebben. We zijn de voorbije jaren de essentie vaak uit het oog verloren. We hebben ingezet op wat veilig en vertrouwd was: ‘goed bestuur’ en ‘degelijkheid’. We hebben al onze energie gestopt in een staatshervorming en de splitsing van BHV. Daar kunnen we ook resultaten voorleggen, zeker. Maar wat is daar typisch aan voor de christendemocratie? Niets. ‘Goed bestuur’ is een middel, maar het kan en mag geen doel zijn in de politiek.
Ten tweede zullen we de moed moeten hebben om ons opnieuw maatschappijkritisch op te stellen. Het christendemocratische verhaal is een positief verhaal bij uitstek. We houden van de mens en de samenleving. Dat is onze plicht trouwens. Maar we hoeven als christendemocraten niet alles ‘leuk’ en ‘goed’ te vinden. We moeten ook onze ‘vijanden’ scherp durven te definiëren.
Ik geef een aantal suggesties: het zielloze neoliberalisme dat de mens degradeert tot producent en consument, het collectieve egoïsme dat ten grondslag ligt aan het nationalisme en het extremisme, de toenemende vervreemding van het individu, de segregatie tussen de verschillende culturen in onze samenleving waarbij elke verbondenheid zoek is… Het zijn stuk voor stuk kwesties waar een slagkrachtige en overtuigde christendemocratie een natuurlijk tegengif kan en moet bieden.
Ten derde moeten we van onze prominenten (onze ministers en parlementairen) vragen dat ze opnieuw een leidende rol gaan spelen in het publieke debat. Wie voorop wil lopen in de partij, moet ook voorop lopen in het ideologische debat. Onze prominenten zijn nu vaak echte klasbakken in hun vakgebied, die op een ruim draagvlak kunnen rekenen. Maar ministers en parlementairen moeten meer zijn dan gedegen vakmensen alleen. Zij moeten de christendemocratie uitdragen: in hun handelen, maar ook in hun interviews, hun opiniestukken of op hun websites.
De kiezers die CD&V verlaten hebben, zullen werkelijk niet vanzelf terugkeren. Er is keuze genoeg op de politieke markt. Het is aan ons om de kiezer te overtuigen met een duidelijk en stoutmoedig verhaal. There is no alternative.