Paul Quirynen: ‘Ook verkrachters verdienen soms genade’
“Oordeel zelf niet, laat de rechter in eer en geweten beslissen. Misschien zijn er goede redenen om de straf van de dader op te schorten.”
Ik heb het nooit meegemaakt dat een Minister van Justitie met verachting spreekt over de inhoud van een vonnis in eerste aanleg , een magistraat publiek de mantel uitveegt en tenslotte de beroepsmagistraten reeds oproept om minstens het bewuste vonnis te hervormen.
Iedere strafzaak is steeds een samenloop van vaak ingewikkelde achterliggende samenlopende omstandigheden en dit aangevuld met de eigen soms ook genuanceerde persoonlijkheid van de betrokken dader en slachtoffer. Neen is neen …laat ons de computer-rechtspraak toepassen …lijkt de boodschap.
Wanneer het woord “verkrachting” valt is er vandaag bij sommigen blijkbaar geen genade meer: meedogenloos x aantal maanden gevangenis per beurt , iedere vluchteling gerelateerd aan dergelijk dossier zonder meer terug naar oorlogsgebied. Het zijn helaas allen zeer moeilijke verhalen rond zwembadintimiteiten , loverboys en beweerde groepsverkrachtingen.
Minstens had ik van onze Minister woorden van nuancering gehoord en het signaal dat iedere strafzaak op zich dient beoordeeld te worden door onafhankelijke rechters.
De dader is schuldig verklaard
In de media gaat men er aan voorbij dat de rechtbank in Gent de dader ter zake echt wel “schuldig” heeft verklaard waardoor het misdrijf van verkrachting bewezen werd verklaard en er ook een erkenning en toekenning van schadevergoeding kan plaatsvinden voor het specifiek slachtoffer in dit dossier. Over de regelgeving inzake “opschorting” spreekt vandaag niemand dan wanneer dergelijke maatregel in het strafrecht aanwezig is om – zo mogelijk – een menselijke humane oplossing te zoeken voor meestal tragische situaties.
Niemand kent in deze zaak de achterliggende en juiste omstandigheden en/of het ganse verhaal.
Misschien is het zo na de spijtige feiten dader en slachtoffer opnieuw met elkaar zijn gaan spreken , gebeurlijk in een context van therapie of herstelbemiddeling.Het is zelfs mogelijk dat de rechter terzake zou beschikken over een begeleidingsrapport over dader en slachtoffer of dat het slachtoffer de wens heeft geuit dat haar dader best een blanco-strafregister zou behouden en niet langer om een verdere bestraffing vraagt.
Het zou ook kunnen dat bij een effectieve gevangenisstraf ook andere familieleden meegesleurd worden door verlies aan inkomen voor een gans gezin.
Ook schuldinzicht of reële gevoelens van berouw kunnen gebeurlijk wetenschappelijk aangetoond worden en kunnen door een rechter aangewend worden als waarborg voor een tweede kans.
Een maand geleden kreeg een chauffeur voor een dodelijk ongeval ook opschorting van straf van een meestal streng Politierechter. Het misdrijf was bewezen en juridisch was er schuld. En toch voelde éénieder aan dat op menselijk vlak deze dader geen straf verdiende. Geen der partijen heeft hoger beroep ingesteld.
Laat ons daarom de zin voor nuancering behouden en ook vertrouwen blijven hebben in alle actoren van justitie die de begrenzing van seksueel grensoverschrijdend gedrag dienen te beoordelen. Er zijn objectieve criteria doch ook subjectieve elementen, eigen aan ieder dossier.
De praktijk leert dat rechters vandaag niet lichtzinnig omgaan met foutief seksueel grensoverschrijdend gedrag doch blijf deze rechters ook de kans geven om humaan en menselijk ieder strafzaak op zich onafhankelijk te beoordelen, niet alleen geleid door de wet doch ook door een ethische begrenzing, door eer en geweten en door een oprechte bekommernis voor de medemens, die en slachtoffer en dader steeds blijven.