Kolet Janssen: ‘Zorg goed voor onze kinderen’
Een van de leuke dingen van op reis gaan is ondergedompeld worden in de ervaring dat alle mensen om je heen een andere taal spreken. Zeker als het gaat om talen die je je zelf met de nodige moeite hebt eigen gemaakt, en waarin je je na jaren van studie met enige trots wel eens uitdrukt, is het heerlijk verfrissend en relativerend om te horen hoe een kleuter van drie zonder enige moeite het werkwoord ‘être’ vervoegt of hoe een tienjarig Duitsertje zonder met zijn ogen te knipperen met naamvallen jongleert. Als die talen dan ook nog een beetje op de onze gelijken, hoor je opeens soms een diepere betekenis achter de meest alledaagse woorden.Weltmeister
Ook al klinkt ‘Weltmeister’ worden niet helemaal hetzelfde als kampioen, toch gedroegen de Duitsers zich ongeveer als alle andere deelnemende landen door op de speelavonden samen te gaan zitten voor grote ‘Leinwanden’. DieMannschaft werd met hetzelfde enthousiasme toegejuicht als dat overal elders met de nationale ploeg gebeurde, en nog wat meer omdat ze tenslotte gewonnen hadden. Een grote volkstoeloop dus als de spelers ‘heimgekehrt’ zijn.
Heim of heem betekende ook in onze taal ooit iets als thuis. Daarom hebben we nog altijd heimwee. Maar ergens moet er iets fout zijn gelopen. Want ‘heimelijk’ betekent al lang niet meer ‘huiselijk’. Niet in het Duits en ook niet in het Nederlands. Integendeel. Heimelijk is iets wat het licht niet mag zien, iets wat je verbergt omdat het niet door de beugel kan. Iets wat de buitenwereld niet mag weten en wat je misschien binnenshuis verstopt wil houden. Gebeuren zulke dingen vaker in een thuissituatie dan elders?
Als kinderen thuis niet meer veilig zijn
Vast staat dat het hoe dan ook extra pijnlijk is als kinderen getroffen worden in hun thuissituatie. En dat gaat ook in de zomer onverstoord door. Palestijnse kinderen die moeten vluchten voor bommen. Syrische kinderen die al jarenlang in dodelijke onzekerheid leven. De kinderen in het onmenselijke ‘tehuis’ in Mexico, waar misbruik tot de orde van de dag behoorde. De kinderen van de woonwagenbewoners die dachten dat luide muziek altijd om op te dansen was. De kinderen in een vliegtuig hoog boven Oekraïne, die samen met hun ouders op weg waren naar een onvergetelijke vakantie.
De talloze naamloze kinderen die niet in het nieuws komen, maar elke dag opnieuw bang moeten zijn voor vernedering door ouders of stiefouders, pesterijen door klasgenootjes of buurkinderen, misbruik door mensen van wie niemand het verwacht.
Zorg goed voor onze kinderen
Als kinderen thuis of bij hun ouders niet veilig kunnen zijn, waar zijn ze het dan wel? Jarenlang bang moeten zijn maakt mensen kapot, beetje bij beetje. Niemand overleeft zoiets zonder blijvende littekens. Sommige kinderen zijn extra kwetsbaar in vakantietijd. Tijdens het schooljaar brengen kinderen een groot deel van de dag op school door. Leerkrachten kunnen dan mee in de gaten houden hoe het met hen gaat. Dat valt weg in de vakantie.
Kinderen gaan wel op kamp of naar een vakantieopvang. Veel jongeren zitten in de leiding van dergelijke initiatieven en maken er met veel creativiteit, zorg en inzet iets heerlijks van. In Duitsland heten leiders van kinderkampen zonder enige gêne ‘Führer’. What’s in a name? Ze dragen hoe dan ook een grote verantwoordelijkheid. Het geluk van heel wat kinderen ligt in hun handen, overal waar ouders minder vakantie hebben dan hun kroost. Daarom deze ‘heimelijke’ wens: Lieve leiders, zorg goed voor onze kinderen. Het is belangrijker dan jullie denken!