Hans Geybels: ‘Het grote ongelijk van Dalrymple’

In deze krant verscheen een kritische reflectie op de Londense rellen, van de hand van Theodore Dalrymple (DS 11 augustus). De man die doorbrak in Vlaanderen nadat bekend werd dat hij de huisideoloog van Bart De Wever is. Dalrymple is samen met zijn landgenoot Roger Scruton een icoon van het neo-conservatieve denken.

Wat dat denken precies inhoudt, blijkt op excellente wijze uit de opiniebijdrage van Dalrymple. De redactie heeft dat kernachtig weergegeven in het stukje dat voorafgaat aan de opinie, onder het kopje ‘Wat?’: ‘De rellen in Londen zijn de symptomen van een samenleving in verval die enkel nog bestaat uit egoïsten.’

Het hele artikel is een opeenstapeling van simpele, maar krachtige metaforen: de carrièrezuchtige en opportunistische Britse politici, de incompetente politie die gekleed loopt in een uitrusting die meer geschikt lijkt voor de bezetters van Afghanistan, de intellectuele klasse met de ruggengraat van een weekdier, Amy Winehouses leven als een levenslang bad in – letterlijk en metaforisch – braaksel. Best amusant, als het niet zo schrijnend was. Oh ja, toch één positieve noot in het artikel: de jongeren van Poolse origine. Die spreken beter Engels dan de Britse jongeren, willen wel werken en zijn welgemanierd.

Godsbewijs

Het is flauw op pianisten te schieten. Laat ik me daarom beperken tot een analyse van het neo-conservatieve denken. Die analyse is des te meer noodzakelijk omdat in heel West-Europa dat gedachtegoed aan kracht wint.

Het eerste wat opvalt, is de eenvoud van het denken. Het heeft geen enkele zin om tegenover het neo-conservatisme een vorm van neo-communisme in stelling te brengen. Beide zijn in hetzelfde bedje ziek. Het zijn beide vormen van denken die de complexiteit van de samenleving willen herleiden tot enkele eenvoudige verklaringen.

Dé jongeren, dé politici en dé politie deugen niet. Wie Dalrymples artikel aandachtig heeft gelezen vindt daarin het beste Godsbewijs. Het is een mirakel dat de Britse samenleving nog bestaat na de beschrijving ervan door de auteur. Bovendien worden heel verscheidene problemen ongenuanceerd op een hoop gegooid en in een nevenschikking naast elkaar geplaatst: zowel zwangere tieners als druggebruikers en relschoppers vallen zonder onderscheid onder omschrijvingen als ‘sociale pathologieën’ en ‘wangedrag’.

Die eenvoud maakt het neo-conservatisme zo gevaarlijk: het is namelijk aantrekkelijk om de complexiteit van onze tijd in enkele slogans vertalen. Wat heel complex en moeilijk is, wordt plots snel inzichtelijk.

Het is opvallend dat het neo-conservatisme scoort in economisch moeilijke tijden. Of sowieso in crisismomenten. Ging vroeger niet alles beter? Het cultuurpessimisme druipt ervan af. Deze tijd kan niks goed meer doen. En van de toekomst valt ook al niet veel meer te verwachten.

Het doet me denken aan Cato die zich in de tweede eeuw voor Christus afvraagt waar het met de jeugd van tegenwoordig naartoe gaat. In zijn jonge jaren zwom die nog tegen de stroom van de Tiber in.

Wat goeds kan er uit dergelijk pessimisme voortkomen? Wie wordt erdoor gemotiveerd om het anders en beter aan te pakken? Simpele diagnoses gaan erin als zoete koek. Straffen dat gespuis, nultolerantie. en alles is opgelost. Past het neo-conservatisme hier niet de techniek toe van de tabloids die het uitspuugt?

Los van de pessimistische beschouwingen waarbij zelfs Jeremia zou verbleken, is er nog iets anders aan de hand. Er wordt geen enkel alternatief aangeboden. Geen enkel. Of misschien toch één. De samenleving moet veel repressiever optreden. Er moet veel harder opgetreden worden tegen ‘een volk dat geen leiders en geen volgelingen telt, maar enkel nog egoïsten’.

Het ideaal van het neo-conservatisme lijkt de feodaliteit te zijn. Dat was een samenleving waarin de elite de dingen doet die nu aan de Britse jongeren verweten worden, terwijl de massa in de pas moest lopen. Zo niet, volgden er represailles.

Jeugdbeweging

De rellen van Londen leggen net de complexiteit van onze samenleving bloot. Natuurlijk zitten er jongeren tussen die passen in het plaatje van Dalrymple of van het neo-conservatisme. Maar er zitten er ook met heel andere motieven bij.

Een genuanceerd beeld van de Britse jongeren zou ons verder helpen dan het huidige zwartboek. Aandacht voor de sociale context van de jongeren, de gezinssituatie, de voorstelling in de media en ook voor de functionering van onze instellingen zou ons een hele stap verder brengen. En wat met de tienduizenden inspirerende en sociaal gemotiveerde jongeren uit onze jeugdbewegingen? Of de honderdduizenden die nu naar Madrid voor de Wereld Jongerendagen trekken? Zijn dat alleen Polen?

Ik wil op geen enkele manier goedpraten wat er in Londen gebeurd is. Wel wil ik de context schilderen, want het neo-conservatisme – zoals elk unidimensioneel denken – giet enkel olie op het vuur. Het verschilt in niets van de twijfelachtige voorstelling die tabloids van de feiten ophangen.

Echte intellectuelen weigeren te vallen voor simpele, propagandistische analyses. Ze zoeken, gespeend van cynisme, naar duurzame oplossingen.

 Bron: De Standaard 

Laat een reactie achter