Jurian Van Parys: ‘Na de Brexit: tijd voor Ostpolitik, een vernieuwde belangstelling voor onze Oostbuur?’
Een stralende zomerdag in Berlijn. Het is tegen de dertig graden en de zon geeft gul. Ik zoek even de luwte op in het Deutsches Historisches Museum langs de Spree. Bij een vorig bezoek aan deze stad ontdekte ik hier een gigantische kaart van Europa. Niet zomaar een landkaart, maar een dynamische projectie. Om de tien seconden vervelt Europa in een nieuwe plattegrond. Dit toont heel visueel de evolutie van de landsgrenzen binnen Europa. Van het jaar nul tot nu. In 33 beelden van bepalende periodes.
Ook Flandern komt prominent in beeld. Nu eens expliciet benoemd en als aparte entiteit, dan weer als deel van een groter geheel, afwisselend Frankrijk, het Heilig Roomse Rijk, de verenigde Nederlanden en recent België.
‘Ich liebe Deutschland’, was het eenvoudige en spontane antwoord van een medestudente uit Tournai, op mijn vraag waarom zij Duits wou leren. De afgelopen twee weken nam ik deel aan een Intensivkurs Sprache und Kultur bij het Goethe-Instituut in Berlijn. Bij ons lijkt de drempel van de Duitse taal een grotere belangstelling voor Duitsland in de weg te staan. Dat is jammer. Duits, wanneer zacht uitgesproken, is een hele mooie taal. Duitsland is met zijn natuur en cultuur ook een prachtige vakantiebestemming.
Als student had ik het geluk de kandidaturen rechten in Namen te beleven. Nadien volgde een Erasmusjaar in Glasgow en een jaartje Londen. De betonnen ondergrondse parking aan de Rempart de la Vierge was het toneel van een legendarische sinterklaasfuif. Wat een lol. ‘On ira tous, tous, tous à Torremolinos’ is best te pruimen na enkele pintjes. Ik maakte kennis met de Franse taal. ‘Je te souhaite des océans de bonheur’ stond er handgeschreven op een knalrood kaartje in een rode enveloppe. Gekregen van een mooi Waals meisje uit de les. Ik interpreteerde het als een liefdesbrief. Ten onrechte ontdekte ik achteraf.
Mijn favoriete vak in Namen was ‘droit constitutionnel’. Het werd ons ingelepeld door een inspirerende professor, een Vlaming. Ik smulde van zijn grote kennis, scherpe analyse en fijne humor. Ik werd een liefhebber van ‘le communautaire’, de typische en hartstochtelijke intra-Belgische discussies over staatshervormingen en bevoegdheidsverdelingen. Stel dat de communautaire discussie in dit land ooit definitief en voor altijd beslecht wordt (in deze of gene richting), dan weet ik één ding zeker: ik zal het missen.
Ook in Glasgow was het leven goed. De stad van Celtic (met toen ‘Juice’ Valgaeren en Martin O’Neill) en Rangers is ook de toegangspoort naar de Schotse Highlands. Een aanrader. In Londen studeerde ik nota bene Europees recht. In splendid isolation.
Never judge a region by its size. Vlaanderen telt zeven miljoen inwoners. Dat zijn heel veel mensen. Maar wat betekent dat in de wereld? Europa is honderd maal groter, de wereld een duizendvoud. Vlaanderen is niet meer dan een stip op de wereldkaart. Sinds 2009 ben ik aan de slag bij het ministerie van buitenlandse zaken van Vlaanderen. Heeft Vlaanderen een ministerie van buitenlandse zaken? Jazeker. Hoe kleiner een land, hoe meer buitenland. Bijgevolg, hoe groter de zin van samenwerking met de buitenwereld.
Ik geloof in het spreekwoord ‘beter een goede buur dan een verre vriend’. Ik vergader vaak in Düsseldorf, hoofdstad van Noordrijn-Westfalen. NRW, vlakbij en met 18 miljoen inwoners de grootste deelstaat van Duitsland, is bij ons grotendeels onbekend. Wist je dat Duisburg, aan het kruispunt van Rijn en Ruhr, de grootste binnenhaven van Europa is? Voetballiefhebbers horen te weten dat NRW in weelde baat met niet minder dan vijf ploegen in de eerste Bundesliga (met Dortmund, Leverkusen, Gelsenkirchen (Schalke 04), Mönchengladbach en Köln). Ken je het monster van Loch Ness? Ik bedoel de IJzeren Rijn-spoorverbinding tussen de Vlaamse zeehavens en het Ruhrgebied. Een dossier dat komt en gaat. Op de politieke radar staat, maar soms de neiging heeft weer te verdwijnen. Als Nessie.
Tijd voor een Ostpolitik, een vernieuwde belangstelling voor onze Oostbuur?
Bron: Knack.be