Steven Van Hecke: ‘Salzburgs orkest vol valse noten’
De 28 Europese staatshoofden en regeringsleiders die deze week in Salzburg verzamelden voor een informele top hebben noch over de brexit, noch over migratie akkoorden gesmeed. Zonder sense of urgency lijkt de EU niet in staat knopen door te hakken. Intussen doen May en Orbán er hun voordeel mee.
Verandering van locatie levert altijd mooie plaatjes op. De chefs van de Europese Unie ruilden de voorbije dagen hun vertrouwde stek in Brussel voor de stad van Mozart, badend in een late zomerzon. De stralen waren in de eerste plaats bedoeld voor kanselier Sebastian Kurz, die zich de jongste tijd opwerpt als een centrale speler in de Unie. Maar de verandering van locatie heeft niet veel inspiratie gebracht, laat staan de virtuositeit van de kunstzinnige Oostenrijkse componist. Kurz was niet meer dan een notaris die de onenigheid tussen de lidstaten in het beste geval hielp te beheren.
Toegegeven, zulke informele topontmoetingen zijn niet bedoeld om beslissingen te nemen. De verwachtingen moeten dus sowieso naar beneden worden bijgesteld. De staatshoofden en regeringsleiders is het in de eerste plaats te doen om met elkaar van gedachten te wisselen over de meest heikele politieke dossiers, bij voorkeur weg van de waan van de dag, zodat er op langere termijn kan worden gedacht en de verschillende standpunten dichter naar elkaar toe kunnen groeien. Een collectieve therapiesessie als het ware, met het oog op een stevige groei in onderlinge empathie.
Dat lijkt deze keer alleszins niet gelukt. De actualiteit domineerde, want de zich voortslepende brexitonderhandelingen werden aan de agenda toegevoegd. En of er in het migratiedossier veel over de nabije toekomst is nagedacht, valt te betwijfelen. Onze premier Charles Michel deed zijn best om het allemaal van de positieve kant te bekijken, maar over veel toenadering tussen de lidstaten durfde niemand straffe uitspraken te doen. Wellicht terecht. Wait and see next time, lijkt het devies van de EU.
Het enige lichtpunt is de aangescherpte kalender waarbinnen het Verenigd Koninkrijk een akkoord moet zien rond te krijgen over een ordentelijke uitstap uit de EU. De klok tikt en er is al heel veel tijd verloren gegaan, maar de komende weken moet het echt gaan gebeuren. Versta: alleen onder extreme tijdsdruk zullen beide partijen erin slagen tot een compromis te komen. Want dat zal het hoe dan ook zijn: een compromis.
De Britse premier Theresa May doet er alles aan om niet als zwak over te komen en ook de Europese Commissie houdt het been stijf. De messen worden voor een laatste keer gewet zodat nadien iedereen kan claimen het onderste uit de kan te hebben gehaald. Maar eerst moet dus de sense of urgency groot genoeg zijn. Zoals Herman Van Rompuy ooit zei: in de politiek worden alleen moeilijke beslissingen genomen met de rug tegen de muur, voor de afgrond en het mes op de keel.
Net aan die sense of urgency ontbreekt het inzake de migratie. In de feiten is van een crisis geen sprake, zoals bijna iedereen toegeeft. Maar de huidige situatie is voor geen enkele partij bevredigend. Oplossingen forceren is echter een ander paar mouwen. De Oostenrijkers wagen er zich nauwelijks aan en Europees Raadsvoorzitter Donald Tusk vroeg zich in Salzburg openlijk af of sommige lidstaten überhaupt wel geïnteresseerd zijn in oplossingen.
Bitter klein
De Hongaarse premier Viktor Orbán mag zich aangesproken voelen, maar de kans is bitter klein dat hij onder de indruk zal zijn. Momenteel heeft hij er alle belang bij zich te blijven profileren als de kampioen van de gesloten grenzen. Op het terrein is de toestroom van nieuwe migranten beheersbaar, zeker in vergelijking met de voorbije jaren, al zal de Italiaanse regering dat ongetwijfeld tegenspreken.
De Europese Commissie regisseert min of meer het crisismanagement, maar de leiders van de EU slagen er niet in tot structurele oplossingen te komen op langere termijn. De tijdsdruk alsook de instrumenten die de Europese instellingen nu ter beschikking hebben, zijn ruimschoots onvoldoende om een doorbraak te forceren. Tot zolang kunnen de lidstaten het zich permitteren om geen eensgezindheid aan de dag te leggen en Brussel met de vinger te wijzen.
Zo’n aanpak is geenszins neutraal. De Unie verliest van haar pluimen, de lidstaten tateren erop los en pas als de nood het hoogst is, blijkt iedereen in staat verantwoordelijkheid te nemen en leiderschap op te eisen. Een dergelijk model om crisissen te bezweren en beslissingen te nemen op het hoogste niveau van de EU is eigenlijk onhoudbaar. Hoog tijd dat de staatshoofden en regeringsleiders ook eens grondig nadenken over hun eigen manier van besluitvorming. Bijvoorbeeld tijdens een informele top.