Sabine Van Huffel: ‘Kleinkinderen leren ons grootouders, opnieuw eerbied hebben voor alle leven’
Vele ouders worstelen met het vraagstuk waar hun kinderen naar toe kunnen in de vakantieperiode, terwijl zij aan het werk zijn en er een krapte is aan opvangmogelijkheden. Als grootouders proberen mijn man en ik daarin een bijdrage te leveren door ook af en toe voor onze kleinkinderen te zorgen. Ik zie dat heel veel grootouders dit doen. De derde generatie is meer dan een pijnpunt op onze belastingsbrief, we zijn juist een geschenk voor de samenleving. Paus Franciscus is ook van die mening en heeft de laatste zondag van juli uitgeroepen tot de internationale dag van de grootouders. Dit jaar valt die dag op 23 juli en zal het de derde keer zijn dat dit gevierd wordt.
Wanneer mijn man en ik grootouders zijn geworden bij de geboorte van ons eerste kleinkind, was dit een bijzondere ervaring in ons leven. Een nieuwe generatie is geboren, een nieuwe tak aan onze stamboom. Het leven zet zich door als een nieuwe schakel in onze evolutie: wonderlijk. Als grootouder van vier kleinzonen (tussen anderhalf en vier jaar oud) ervaarde ik dit nieuwe leven als een geschenk.
We herbeleefden telkens de geboorte en kindertijd van onze eigen kinderen, de herinneringen komen weer tot leven. Dezelfde karaktertrekken van zoon/dochter lief komen boven: datzelfde guitig snoetje, datzelfde willetje en koppige trekjes. Je ziet hen opgroeien tot peuter, kleuter, … meer en meer zelfstandig worden, op eigen benen staan. Met dat grote verschil: je beleeft het meer van op afstand. Je bent niet meer dagelijks verantwoordelijk voor hun opvoeding, ondergaat niet meer die slapeloze nachten, de struggle in de werk-privé balans.
Vroeger, toen ik zelf voltijds werkende moeder was, ervoer ik vaak stress. Dit wilde ik zoveel mogelijk proberen weg te nemen bij mijn eigen kinderen. Daarnaast vind ik dat zorgeloos mogen opgroeien en liefde mogen ondervinden als belangrijkste levensader, essentieel is voor zo’n jong leventje.
Tegelijk wilde ik een goede band opbouwen met mijn kleinkinderen vanaf hun wieg en mijn levenswijsheid en geloof doorgeven. Dit allemaal samen was voor mij één van de redenen om vervroegd op pensioen te gaan. Op professioneel vlak, had ik al bereikt wat ik wilde. Mijn roeping als grootmoeder schonk mij nieuwe levensenergie om mijn vrijgekomen tijd te gunnen aan de opvang en opvoeding van onze kleinkinderen.
In overleg met de ouders bepalen we zelf hoeveel verantwoordelijkheid wij opnemen. Elke woensdag ontvang ik de twee oudste kleinzonen na schooltijd. Ook in geval van sluiting van scholen of kribbe, zien we de kleinzonen graag komen en bij ziekte zijn zowel mijn echtgenoot als ik beschikbaar voor noodopvang. Niet altijd evident, want alle kleinkinderen wonen in Antwerpen terwijl wij in Leuven wonen. We moeten dus de nodige reistijd incalculeren en vroeg uit de veren zijn om vóór schooltijd aan te komen. Grootouder zijn vergt best wel een inspanning, maar die nemen we er heel graag bij.
Zo kunnen wij echt genieten van de onschuld van onze kleinkindjes, hun leergierigheid en vragen naar het waarom, telkens opnieuw tot je het antwoord bijster bent. Door hun ogen herontdekken we het mooie in de schepping. Het vanzelfsprekende wordt opnieuw een fascinerend wonder: een fladderende vlinder, een paardenbloem in het gras, … Dit zijn momenten om vast te houden, en puur te genieten. Vooral hun fantasierijke wereld is zo grappig. “Kijk, mammie, ik ben een leeuw met gevaarlijke tanden”, flapte onze kleinzoon uit toen hij zijn knalgele regenjas aandeed waarvan de kap was uitgesneden tot een leeuwenkop. Hij voelde zich echt gevaarlijk en begon zijn neefje aan te vallen als een echte leeuw. Ik genoot van dit spektakel. In de namiddag hoor ik hen hun ouders imiteren. Zo moeten ze dringend weg “met de wagen” (hun speelgoedwagen) of blijven “thuis online werken”. Echt grappig om deel te mogen zijn van hun fantasierijke wereld waarin poeswolven bestaan en ingebeelde kattejongen ontsnapt zijn uit het nest (een lege emmer) waarna ze onmiddellijk duiken onder de zetels.
Tegelijk beseffen we hoe weinig evident dit is in deze tijd. Er zijn grootouders die hun kleinkinderen niet meer kunnen zien in geval van echtscheiding, familievetes, vertrek of vlucht naar het buitenland, overlijden, maar ook door oorlog, armoede, etc. We vergeten ook niet alle mensen die hun droom om grootouder te worden moeten opbergen omdat hun kinderen kinderloos blijven om welke reden ook.
Zij ervaren wellicht de pijn van het afgesneden zijn. Een tak breekt af of breekt niet uit aan de stamboom. Dit wordt ervaren als een ernstig verlies dat ze dikwijls in eenzaamheid moeten dragen omdat de omgeving dit niet inziet of verkeerd reageert. Het staat haaks op deze tijd waarin het vanzelfsprekend is om te zeggen dat je ouders zich niet moeten moeien met je leven, maar toch zie ik in mijn omgeving dat geen kleinkinderen hebben bij ouders verdriet kan teweeg brengen.
Hoe kijken we naar de toekomst? We zijn bezorgd in welke wereld onze kleinkinderen gaan leven: een wereld die meer en meer onbewoonbaar wordt door de klimaatopwarming die alle natuurlijke evenwichten en ecosystemen in de natuur verstoort. Zal er nog een leefbare plek zijn voor hen? Nu draaien voor mij de rollen om: het zijn onze kleinkinderen zelf die ons, grootouders, opnieuw leren eerbied te hebben voor alle leven om ons heen als een geschenk. Zij vuren mij aan, dagen me uit om met minstens evenveel zorg mij actief te engageren in concrete klimaatacties voor een betere leefwereld.
Bron: https://www.dewereldmorgen.be/community/kleinkinderen-leren-ons-grootouders-opnieuw-eerbied-hebben-voor-alle-leven/