Christoffel Waelkens: ‘Wat onze politici kunnen leren van de lancering van de Falcon Heavy’
Vandaag nemen private initiatieven het voortouw in langetermijnprojecten in de ruimtevaart, met weinig economische return op korte termijn. Christoffel Waelkens van Logia vindt dat een goede zaak.
Het was moeilijk niet bewogen te zijn door de toch succesvolle lancering van de ‘Falcon Heavy’, met de wonderbare terugtocht van de twee zijdelingse boosters, en door het grote enthousiasme dat de betrokkenen en een breder publiek daarbij vertolkten. Eindelijk nog eens momentum voor onze droom de ruimte te exploreren, bijna 50 jaar na die eerste mensen op de maan.
Er zijn parallellen te trekken tussen beide evenementen, maar ook grote verschilpunten. Telkens was de fascinatie voor de exploratie van de ruimte een drijfveer, maar het fundamentele doel was verschillend. Toen was dat van geopolitieke aard, de wedloop naar de maan kan niet los gezien worden van de Koude Oorlog. Nu lijkt het erop dat het uiteindelijke doel is om, via een tussenstation op Mars, de zogenaamde rijkdommen van de asteroïdengordel te exploiteren. De hoofdspelers waren toen overheden, nu zijn het private personen en economische belangengroepen.
De Koude Oorlog lijkt gewonnen, en we laten hier in het midden of het Apollo-programma hierbij een beslissende rol heeft gespeeld. Merkwaardig is toch hoe dit programma een generatie heeft geïnspireerd en ertoe geleid heeft dat een ongeziene hoeveelheid talent zich gewijd heeft aan de technologische vooruitgang die de economie van het Westen heeft gestimuleerd. Een optimist kan hopen dat hetgeen zich nu voor onze ogen afspeelt, op initiatief van de economische wereld, onze overheden ertoe aanzet om in te zien dat de visie op lange termijn zeker zo belangrijk is dan het blijven aanmodderen met het blussen van brandjes en het stellen van objectieven die moeten gerealiseerd worden vooraleer de volgende verkiezingen er aankomen.
Exploitatie van de ruimte…
Deze succesvolle eerste stap, er gekomen vijf jaar later dan gepland, betekent niet dat we volgend jaar op Mars staan, en binnen enkele jaren mijnen exploiteren in de ruimte. De mogelijkheden van de ruimte zijn groot, maar de tijdschalen ervan evenzeer. Er is meer nodig dan een transfertvehikel om Mars duurzaam bewoonbaar te maken, en de exploitatie van minerale rijkdommen in de ruimte is alles behalve evident. We hebben dus wat tijd om ons te bezinnen over het legale en strategische kader waarin dat alles kan gebeuren. Maar we moeten die tijd ook gebruiken.
…is allesbehalve evident
Exploratie is wat de mensheid mee gemaakt heeft. Een ruimtetuig met mensen naar Mars sturen is in wezen niet stoerder dan, zoals tienduizenden jaren geleden is gebeurd, met bootjes de zee over te steken om het – toen onbekende – continent Australië te bevolken. Net zoals in de tijd van Columbus zal dat ook wel min of meer een privaat initiatief zijn geweest. Maar kunnen we dat nog maken vandaag, in een geglobaliseerde wereld die er zich van bewust is geworden dat kolonisatie ook tot mistoestanden kan aanleiding geven?
Het beklijft toch wel dat het vandaag private initiatieven zijn die het voortouw nemen in langetermijnprojecten, met weinig economische return op korte termijn anders dan ruimtetoerisme. Ooit gaan we naar Mars, maar de ultieme droom is toch dat dit mag gebeuren op een duurzame, goed voorbereide manier. Misschien is daarbij de grootste uitdaging dat we het er collectief over eens geraken wat essentieel is in ons mensbeeld.