Mark Van de Voorde: ‘Over politiek beslis je niet in de rechtbank, maar in het parlement en op het publieke forum’
‘De bezorgdheid van Klimaatzaak en haar sympathisanten is niet alleen nobel, maar hoort ook de bezorgdheid te zijn van elke burger die de toekomst van mens en wereld ter harte neemt. Zij is dus ook de mijne. Toch heb ik ernstige bezwaren’, schrijft Mark Van de Voorde.
Dinsdag begon – na een procedureslag van bijna zes jaar – het proces dat Klimaatzaak heeft aangespannen tegen de federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden. De vzw, opgericht door elf BV’s en inmiddels gesteund door meer dan 58.000 mede-eisers, klaagt aan dat de politieke overheden onvoldoende inspanningen leveren om de doelstellingen van de door België ondertekende klimaatverdragen te halen.
Bovenal vindt de organisatie het niet kunnen dat deze klimaatdoelen van land en gewesten niet wettelijk bindend zijn. Geen resultaatsverbinding betekent immers dat er geen gevolgen zijn aan een te traag beleid o.a. inzake reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Daardoor is te vrezen dat ons land de belofte klimaatneutraal te zijn tegen 2050 niet zal halen. En dat is nodig, als we de wereldwijde klimaatopwarming willen beperken.
De bezorgdheid van Klimaatzaak en haar sympathisanten is niet alleen nobel, maar hoort ook de bezorgdheid te zijn van elke burger die de toekomst van mens en wereld ter harte neemt. Zij is dus ook de mijne. Toch heb ik ernstige bezwaren. Niet tegen de doelstellingen of de inhoud van de klacht, maar tegen de methode waarop Klimaatzaak haar slag wil thuishalen: de rechtbank.
Ik weet wel dat men zich spiegelt aan buitenlandse voorbeelden. Bij initiatieven met gelijkaardige vorderingen en dagvaardingen inzake schending van verdragen hebben in Nederland, Frankrijk en Ierland rechters de staat veroordeeld.
De kans is dus niet onbestaande dat het Belgische proces eveneens kan uitdraaien op een veroordeling, al gaat de vergelijking grondwettelijk niet helemaal op. In Nederland is de impact (doorwerking) van het internationale recht op het nationale recht veel directer dan in ons land. België volgt meer het Duitse systeem waarbij de internationale norm eerst dient aangepast aan de binnenlandse rechtsorde.
Maar dit terzijde. Of toch niet helemaal, in de rechtsstaat passeer je niet zo maar de Grondwet zonder omzien en nog minder beroep je je op een ‘uitzonderingstoestand’, wat Klimaatzaak eigenlijk doet, om de normale gang van beleidvoeren en de democratische spelregels te omzeilen. En dat is wat gebeurt door naar de rechter te stappen voor een zaak van beleid.
Ik hoop dan ook dat de rechter hierin niet meegaat. Als hij dat doet, dan is dat m.i. een aanslag op een van de fundamentele principes van de democratie, de scheiding der machten. Het zou best kunnen gebeuren, niet alleen in navolging van buitenlandse voorbeelden maar ook omdat bij rechters de neiging al bestaat om wetten te interpreteren en democratische beslissingen van de wetgevende macht te beoordelen in plaats van toe te passen.
De Franse verlichtingsfilosoof Montesquieu, grondlegger van de democratie, bedacht niet voor niets de scheiding der machten of trias politica. De wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht – respectievelijk parlement, regering en justitie – moeten van elkaar gescheiden zijn, zodat ze elkaar kunnen controleren zonder dat een de bovenhand heeft boven de andere en zich mengt in het werk van de andere. Een minister mengt zich niet in een proces, een rechter bepaalt niet de wet en zegt niet welk beleid de regering dient te voeren.
Wat Klimaatzaak doet is de rechter vragen te bepalen wat de regeringen horen te doen. De rechterlijke macht heeft niet dat recht. Montesquieu draait zich om in zijn graf. Het beleid is een politieke keuze, iets dus waar de regeringen, goedgekeurd door hun parlementen, over beslissen. Zo’n beleid kan onze steun verdienen, het kan ze ook verliezen. Niet de rechter kan hierover oordelen, enkel de kiezer.
Uiteraard kan de burger bij de rechter terecht als hij meent dat hij door een foute beslissing van de overheid een reële schade heeft geleden. In het proces van Klimaatzaak gaat het niet over aantoonbare schade door een onrechtmatige daad maar over een beoordeling van het parlementaire werk en het politieke beleid. Dat is een schending van de trias politica.
Wanneer de rechterlijke macht de wetgevende en de uitvoerende macht zou kunnen veroordelen voor beleidskeuzes, leven wij niet langer in een democratie, maar in een dictatuur van lobbyisten. Dan is het einde zoek: vandaag zijn ecologisten aan de beurt, morgen kunnen het rechtse extremisten zijn.
Het illiberale gedachtegoed dat in Europa opgang maakt, wil precies de scheiding van de trias opheffen (zie Hongarije). De voorstanders daarvan wrijven zich in de handjes, nu (goedmenende en geëngageerde) burgers ongewild dat pad voor hen aan het effenen zijn.
Als straks anderen met minder nobele bedoelingen in dat door de rechter getrokken spoor stappen, is het hek van de dam. Wat houdt mensen dan immers tegen om onze broze democratie uit te hollen door de voor de rechtsstaat noodzakelijke scheidingsmuur tussen de drie machten helemaal te slopen. Speel niet met de democratie!
Een politiek beleid dat je wilt afkeuren (dat kan terecht zijn), moet je afkeuren en keren door aan politiek te doen. Dat wil wel zeggen dat je in het debat moet gaan. Niet om rechtszaken aan te spannen maar om thema’s aan te snijden. Desnoods om mensen te bewegen tot een ander stemgedrag. Politiek beslis je in het parlement, in partijen, op straat, in de media en in publieke debatten, maar nooit ofte nimmer in de rechtbank.
Bron: Knack