Kolet Janssen: ‘Een doodgewone straat’
In hetzelfde flatgebouw leven mensen met de meest uiteenlopende verwachtingen over zwangerschap en abortus.
Een flatgebouw in een doodgewone straat in een kleine stad in ons land. Zo’n blok waar vooral jonge mensen wonen, in afwachting van een ruimere woonst met meer groen in de buurt.
Verlangen naar een kind
Er is het koppel dat al enkele jaren samenwoont en sinds anderhalf jaar plant om zwanger te worden. De eerste maanden vol hoop, maar naarmate de tijd verstrijkt, neemt de angst en onzekerheid toe. Zal het ooit lukken? Waarom duurt het zo lang? Is er iets mis en wat? De dokters vinden niet meteen een afdoende oorzaak. Eerst werden ze aangemaand om geduld te oefenen. Nu zijn ze begonnen aan een fertiliteitstraject. Met hormonen die de eisprong moeten stimuleren en allerhande instructies die hun intimiteit aantasten. ‘Laat het geen obsessie worden’, luidt het advies, maar hoe kan dat als je er elke dag mee moet bezig zijn? Soms bekruipt hen de wanhoop: wat als ze nooit eigen kinderen zullen krijgen? Het leek zo’n vanzelfsprekend toekomstbeeld. Is adoptie of pleegzorg een optie? Of gaan ze radicaal voor een andere invulling van hun leven?
Hopen om niet zwanger te zijn
Er is de jonge vrouw die net een relatiebreuk achter de rug heeft. En tot overmaat van ramp is ze overtijd. Haar partner heeft een ander en dat doet pijn. Het laatste wat ze wil is een kind van hem. Hopelijk is het niet zo ver. Maar wat als ze toch zwanger is? Zal ze kiezen voor abortus? Ze heeft altijd kinderen gewild, maar niet zo, niet nu. Niet zonder partner, niet van een man die haar diep heeft gekwetst. Stel dat het kind op hem zou lijken! Maar kan zo’n kind het helpen wie zijn vader is?
De zware last van een kind met een rugzakje
Er is het stel met het kindje in de buggy. De baby werd veel te vroeg geboren en ziet er nu, bijna een jaar later, nog altijd een beetje als een foetus uit. Misschien houdt ze er niets van over, zeggen de dokters. Misschien ook wel: een tragere ontwikkeling, storingen in de fijne motoriek, aandachtsproblemen of nog iets helemaal anders. Het is afwachten. Ze zien er hun dochter niet minder graag om. Maar het blijft wellicht een zorgenkindje. Ze bleef nog geen twee maanden langer in de buik dan wat tegenwoordig de limiet voor abortus is. Zo’n klein en kwetsbaar leven, fragiel en traag, maar toch vol levenskracht. Hoe zal haar toekomst er uitzien? Zullen zij het volhouden om goede ouders voor haar te zijn?
Onbezorgd zwanger
En dan is er het paar dat onbezorgd zwanger is en daar rond voor uitkomt. De vrouw straalt ook al voelt ze zich soms moe en misselijk. De man merkt niet hoe vaak hij zijn arm beschermend om de schouders van zijn vrouw legt. Af en toe streelt hij de buik van zijn vrouw. Zij heeft al leven gevoeld en ze draagt haar buik trots voor zich uit. Ze hebben een bijnaam verzonnen voor hun ongeboren kind en in hun gedachten is hij al een echt lid van het gezin. Ze kijken uit naar de tijd dat ze hem echt in hun armen kunnen houden.
Samen maar niet gelijk
Al die mensen wonen in hetzelfde flatgebouw. Af en toe komen ze elkaar tegen in de lift. De wensouders kunnen hun ogen niet afhouden van de zwangere buik van hun buurvrouw. De wensmama ziet ook hoe de alleenstaande vrouw van de verdieping boven hen, soms onbewust haar hand op haar buik legt. Zou zij ook…? Ook het kindje in de buggy, al zie je van ver dat er iets mis mee is, wekt hun liefde en verlangen. Als je lang genoeg moet wachten, kun je van elk kindje houden.
In dezelfde lift zitten heel verschillende dromen en verwachtingen bij elkaar. De een droomt van het uitblijven van menstruatie, de ander van een snelle komst ervan. De een wil absoluut geen zwangerschap, de ander wil niets liever. De een droomt van een baby en neemt de slapeloze nachten er bij voorbaat bij, terwijl de ander gebukt gaat onder de extra zware zorgen en snakt naar wat meer ondersteuning. De een ligt wakker van het schrikbeeld van een zwangerschap, de ander gruwt van het doembeeld van een kinderloos leven.
Ieder voor zich
Toch spreken ze in de lift enkel wat oppervlakkige zinnen tegen elkaar. Wat de mensen boven en onder hen beroert, weten ze niet. Iedereen is alleen met zijn eigen zorgen. Misschien zouden hun tegenstrijdige verlangens botsen. Misschien zouden ze elkaar kunnen troosten, aflossen, steunen door dik en dun. Want ouders worden en zijn is een meer dan full time job en alle sympathie en hulp is welkom.
Ondertussen discussiëren politici over weken: twaalf, veertien of achttien. Het roept voor elk van de bewoners van dit flatgebouw andere werelden op. Het is nooit een echte oplossing voor hun problemen. Diep in hun hart dromen alle jonge mensen van een wereld waarin elk kind welkom is. Waarin geen enkele ouder er alleen voor staat. Meer weken om een kind af te wijzen bieden ogenschijnlijk misschien meer ademruimte. Maar de beslissing zal altijd pijn doen, wanneer je ze ook neemt. Een abortus is niet iets als een knop omdraaien. Een kind en zijn moeder zijn nooit vijanden, maar ten diepste bondgenoten. Daar verandert de aangepaste wet niet veel aan.
Kiezen voor het leven
Pas als we meer onze pijn en ons geluk met elkaar kunnen delen, zullen we minder geïsoleerd zitten met onze problemen, onze hoop en verwachtingen. Misschien moeten we er een stuk autonomie voor inleveren. Maar we krijgen er veel solidariteit en verbondenheid voor in de plaats. Misschien is dat de echte keuze die we moeten maken: een keuze voor het leven, van onze ongeboren kinderen en van onszelf.
Bron: De Wereld Morgen