Jan Goossens (& Réginald Moreels): ‘Internationale gemeenschap moet steun bieden aan het vele goeds dat in Oost-Congo ook gebeurt’
Even de wenkbrauwen gefronst bij het lezen van de titel? We schrijven dit stuk vanuit Beni, Oost-Congo, slechts op enkele boogscheuten van Mpondwe, het stadje in Oeganda op de grens met Congo waar afgelopen weekend 41 onschuldige mensen vermoord werden, naar verondersteld wordt door het ADF, een terroristische rebellengroep met linken aan Islamitische Staat.
Dat moorden is deel geworden van het dagelijkse leven in deze regio. Vorige week nog reden we naar Mutwanga, goed anderhalf uur van Beni, waar in een naburig dorp daags voordien nog 9 mensen vermoord werden door diezelfde ADF. We kunnen zo nog wel even doorgaan met verhalen over wat er de weken daarvoor en daarvoor gebeurde.
Stuitend is de vluchtige interesse waarmee de internationale gemeenschap hiermee omgaat. En ook de Congolese overheid gaat niet vrijuit. ‘Felix Tshisekedi treedt in de dictatoriale voetsporen van Mobutu en de Kabila’s’, schreef Walter Zinzen recent nog in een opiniestuk voor De Standaard. Die boodschap is weinig hoopgevend, en mag zelfs gelezen worden als een understatement voor wat Congo te wachten staat in de nabije toekomst.
Al even stuitend is de rol van de media: bij het scrollen door de hoofdpunten van kranten en nieuwszenders kom je steevast uit op artikels over het wel en wee van Remco Evenepoel, FC Antwerp of de belevenissen van Eurosong-revelatie Gustaph. Brood en spelen anno 2023.
Sommige journalisten zetten ook vandaag nog hun schouders onder nieuws uit Congo, maar we kunnen ons inbeelden hoe het ook voor hen soms opboksen is tegen een soort van Congomoeheid die ondertussen misschien wel synoniem geworden is voor uitzichtloosheid.
Dag na dag en meter per meter kunnen we de vorderingen volgen van het Oekraïense leger aan het front. Dat is begrijpelijk en niet onterecht. Het komt allicht omdat we de dreiging aan onze voordeur zien staan. Maar wat er zich in onze achtertuin afspeelt beschouwen we veeleer als wat gerommel in de marge omdat de praktijk van middeleeuwse slachtpartijen in de dorpen in Oost-Congo zich nu éénmaal op ruim 8.000 km van hier afspeelt.
Onze bezorgdheid voor wat er in de wereld gebeurt, is met andere woorden omgekeerd evenredig aan de afstand.
Maar als we hier aan het werk zijn en rondrijden, dan treft het ons iedere keer dat de mensen die in een officiële « zone rouge » wonen en naar wie de internationale gemeenschap zijn rug heeft toegekeerd, toch hopen op stabiliteit, veiligheid en rust voor de regio.
En daar begint ook het goede nieuws, want sterker en hoopvoller dan de vele doemverhalen over Oost-Congo zijn de initiatieven in de regio die hoop voor de toekomst creëren en waaraan de bevolking zich kan optrekken. Niet in het minst ons UNICHIR-expertisecentrum dat officieel geopend werd op 10 juni: weldra kunnen we er kwaliteitsvolle chirurgische en gynaeco-obstetrische zorgen aanbieden en hebben we ons aandeel in de vorming en bijscholing van jonge artsen en verpleegkundigen.
Dat nota bene ook de Belgische Ambassadeur Mr. Indekeu en de burgemeester van Brugge, Dirk De fauw aanwezig waren mag als een stevig hart onder de riem worden beschouwd.
In Mutwanga, aan de voet van het Ruwenzorigebergte bezochten we vorige week de fabriek van Dimitri Moreels (zoon van) waar cacao, koffie, palmnoten… worden verwerkt die hun afzet vinden op de nationale en internationale markt. Geen kaalkap van bossen, geen uitbuiting van de lokale boeren, maar maatschappelijk verantwoord ondernemen op zijn best. De socio-ecologische insteek verhoogt de hoop en de betrokkenheid van bevolking die eerlijke prijzen krijgen voor zijn producten en waarbij er gewaakt wordt over ecologisch verantwoorde landbouw. In de fabriek zelf worden vele tientallen mensen uit Mutwanga tewerkgesteld.
Toegegeven, af en toe trekt de onveiligheid (door ADF-rebellen) een streep door de continuïteit van de oogsten, maar zo gauw het enigszins kan gaat men weer aan de slag. Over weerbaarheid gesproken.
Op dezelfde site van de fabriek heeft de bekende chocolatier Dominique Persoone zijn eigen hoekje gekregen waar hij in zijn chocoladeatelier de (h)eerlijke Virungachocolade heeft samengesteld; Dominque brengt zo nu en dan een werkbezoek, maar het dagelijks reilen en zeilen is in handen van Congolezen. Het maakte ons even stil wanneer Dominique ons vorig weekend vertelde dat de vele vrouwen die in de chocoladefabriek werken, bijna allemaal weduwen zijn van vermoorde Virunga parkrangers… Mooi hoe de ellende van mensen kan vertaald worden naar hoop voor degenen die achterbleven.
Nog mooier werd ons bezoek toen we de kleine vliegtuigjes zagen neerstrijken van o.a. Prins Emmanuel de Merode en Anthony Caere en hen even later ontmoetten: mensen die dagelijks met gevaar voor eigen leven (dat hebben de prins en Anthony aan den lijve ondervonden) het Virungapark trachten te vrijwaren van rebellen en milities allerhande die elk dier stropen waar geld aan te verdienen valt. Met natuurbescherming, tewerkstelling en het waken over ecologische land- en bosbouw is ook dit project deel van de hoop voor de bevolking.
Nu is het nog aan de internationale gemeenschap om met concrete politieke maatregelen, handen en voeten te geven aan deze hoop en steun te bieden aan het vele goede dat er gebeurt in deze regio.
Mooi waren de recente reportages op FOCUS-WTV van journalist Karl Vandenberghe. Wat ons betreft mag hij gerust de prijs van positieve en hoopvolle journalistiek krijgen. De media hebben hier dus wel degelijk hun rol te spelen.
Laatst vroegen we aan een advocaat wie er volgens hem de volgende verkiezingen (in december) mag winnen. Zijn antwoord was kort en duidelijk : ‘Cela ne nous intéresse pas ; nous voulons juste la paix.’
Als bevoorrechte getuigen kunnen we dit enkel beamen…
Bron: Knack