Jan Goossens & Réginald Moreels: ‘Waarom het bezoek van de paus aan Congo meer is dan een fait-divers’
‘Het bezoek van Paus Franciscus is meer dan wat verstrooiing of een fait-divers die de dagelijkse overlevingssleur van de Congolezen wat helpt te doorbreken’, schrijven Réginald Moreels en Jan Goossens naar aanleiding van het bezoek van de kerkvorst aan Congo deze week.
Op terugweg van het centrum van Kinshasa naar de internationale luchthaven zagen we afgelopen week hoe de kerstverlichting werd vervangen door Vaticaanse vlaggen. Op grote billboards, gesponsord door commerciële bedrijven, wordt Paus Franciscus die vandaag in Congo aankomt verwelkomd. 2de keer, goede keer na het uitgesteld bezoek in juli van vorig jaar.
Zijn bezoek is meer dan wat verstrooiing of een fait-divers die de dagelijkse overlevingssleur van de Congolezen wat helpt te doorbreken.
Velen kijken uit naar wat Paus Franciscus zal zeggen over Oost-Congo. Hij zal tijdens zijn bezoek aan het land ook luisteren naar de getuigenissen van slachtoffers van dat toenemend oorlogsgeweld. De provincies Ituri, Noord-Kivu en Zuid-Kivu liggen haast letterlijk in de vuurlinie.
Met name in Noord-Kivu is de oorlogsgeest weer helemaal uit de fles en stijgt de spanning: de M23-beweging weigert zich, ondanks afspraken en overeenkomsten, terug te trekken en lijkt zijn stellingen eerder te versterken. De onveiligheid vergroot nog door de verschillende Mai-Mai-milities die nietsontziend en kriskras aanvallen op dorpen uitvoeren.
En in de regio rond Beni en Butembo zaait een amalgaam van jihadistische milities (ADF, Al-Quaida, IS) dood en verderf onder een reeds moegetergde bevolking door in kerken en op markten explosieven te verstoppen. Lafheid kent hier zijn gelijke in buitensporig dogmatisch geloof.
De geschiedenis van de voorbij 25 jaar van Oost-Congo laat zich niet schrijven in enkele bladzijden. Daar komt bij dat de toevloed aan informatie vaak politiek, economisch en soms etnisch gekleurd is, wat ervoor zorgt dat waarheidsvinding schier onmogelijk is.
Maar de meer dan 5 miljoen doden en evenveel interne vluchtelingen getuigen van een kwarteeuw drama waarnaar de internationale gemeenschap hoe langer hoe meer zijn rug draait. De vredesmacht van de Verenigde Naties MONUSCO blijft uitblinken in afwezigheid van slagkracht, en het recente contingent Keniaanse soldaten lijkt enkel de schaduw van dat onvermogen te vergroten.
De oorlog in Oekraïne overvleugelt in de media de dagelijkse drama’s in Oost-Congo: moord, verkrachting, ontvoering, brandstichting zijn al “oud nieuws” nog voor het nieuws de buitenlandse redacties bereikt. Achterafanalyses over de mislukte Congocommissie, soms uitvergroot door een kleine schare van militante diaspora, krijgen meer aandacht dan moorden op onschuldige burgers.
Het maakt de Congolezen soms wat moedeloos, want met het verleden kopen ze geen brood, geen schoolgeld, geen gezondheidszorg en geen toekomst. Ze verwachten daadkracht van de wereld voor ze hopeloze paria’s voor zijn geworden.
Met hun draaideurpolitiek komen en gaan de internationale politici naar Congo om er politieke elite te paaien en er zoals bij schaken, “two steps ahaed” te denken om hun economische belangen in Oost-Congo veilig te stellen.
De ideologisering van ons klimaatbewustzijn scherpt immers de honger naar grondstoffen aan. Het onderhoudt rechtstreeks en onrechtstreeks de onveiligheid omdat het vrij spel geeft aan een veelvoud van milities, corrupte politici, een verkankerd FARDC (Congolese leger) en buitenlandse spelers.
Wijlen Mgr. Monsengwo klaagde al in 2002 de roofzucht van buitenlandse bedrijven en mogendheden aan voor wat betreft het verschepen van grondstoffen uit Oost-Congo: hij noemde het een politiek en moreel schandaal.
In diezelfde geest én met kennis van zaken trekt Paus Franciscus naar Kinshasa. Hij heeft een viscerale afkeer van wapens en weet zeer goed dat onverschilligheid het stille sterven is van menselijkheid: dat is ook wat hij op 20 augustus vorig jaar nog vertelde tijdens een privé-audiëntie. De stille maar krachtige Vaticaanse diplomatie zal er verder zijn werk doen.
En wij? Wij zijn geen diplomaten, maar veldwerkers. Of misschien toch een beetje velddiplomaten.
Rationeel gezien beseffen we goed dat veranderingen op het nationaal en internationaal vlak af en toe meer lijken op een omgekeerde processie van Echternach (meer achteruit dan vooruit), maar als medemens van de Congolezen blijven we gevoelsmatig gedreven om te blijven ijveren voor de verbetering van de levensomstandigheden van de mensen daar in Oost-Congo. Tijdens onze laatste missie in Beni in oktober hebben daar weer zaken gezien in het staatsziekenhuis die werkelijk onaanvaardbaar zijn: kinderen die sterven bij gebrek aan geld, materiaal, kennis, kunde en toewijding. We kunnen en willen dat dat niet accepteren!
Maar tegelijk ook dit: we waren er evengoed getuige van Congolese collega’s, fantastische mensen die wél toegewijd waren maar het moeten doen “avec les moyens du bord”. Zij verdienen al onze steun in een geest van internationale solidariteit.
De hoop dat de internationale gemeenschap terug wat meer aandacht heeft voor hun uitgerafelde maatschappij is het weinige dat de Congolezen nog rest. Daarom is het bezoek van Paus van Franciscus zo belangrijk!
Want ook al oogt de onmiddellijke toekomst niet rooskleurig, niets doen is minder. “Het lijkt altijd onmogelijk, tot het gedaan is” zei Nelson Mandela ooit.
Die hoop mag de Congolezen niet ontnomen worden.
Bron: Knack