Kolet Janssen: Hoe kunnen we grote idealen vertalen naar de praktijk?
We vinden het klimaat allemaal levensbelangrijk. Tot we de vervelende en dure gevolgen in ons eigen leven ervaren. We zijn trots op onze multiculturele samenleving. Maar we blijven veel te vaak ook goed geïntegreerde nieuwkomers wantrouwig bekijken. Mooie idealen hebben is fijn, maar het is goedkoop als we niet minstens proberen om ze ook in ons leven waar te maken. Hoe kunnen we die kloof overbruggen?
Het doet me denken aan mijn kleinzoon, toen hij voor het eerst in zijn nieuwe klasje kwam en daar een droom van een speelwinkeltje zag staan. Je kon er mandjes vullen met plastic fruit en er was een kassa met bijna echt geld. Hij kreeg er niet genoeg van. Naast hem stond een meisje dat zichtbaar ook doodgraag met de kassa wilde spelen, maar mijn kleinzoon negeerde haar vakkundig. Na een poosje greep ik in: ‘Nu mag dat meisje even met de kassa spelen, hè.’ Kleinzoon speelde onverstoorbaar verder, ook al kwam het meisje steeds dichterbij staan. ‘Toe nou, jij hebt er al zo lang mee gespeeld’, drong ik aan. Kleinzoon keek op.
‘Samen spelen, eerlijk delen!’ riep hij luidkeels. Dat had hij van de juf in zijn vorige klasje geleerd. Hij debiteerde de slogan triomfantelijk. Maar nu had ik hem. ‘Precies, dat betekent dus dat dit meisje nu eerlijk met de kassa mag spelen. Om de beurt.’ Toen pas zwichtte kleinzoon en met spijt liet hij de kassa over aan zijn opvolgster. De kracht van slogans.
Tien geboden
Als je idealen in de praktijk wilt vertalen, heb je regels en slogans nodig. De tien geboden zijn daarvan het oude, maar onverwoestbare bewijs. Respect voor eigendom is allemaal prima, maar het wordt pas concreet als je ‘je mag niet stelen’ in je hoofd hebt geprent. Niemand is tegen naastenliefde, maar er komt weinig van als je het op zijn beloop laat. Daarom wordt er met concrete acties beroep gedaan op de warmhartigheid van het publiek. Met slogans als ‘Tot iedereen mee is’ of ‘Span samen tegen armoede’ leiden ze de aandacht naar projecten met concrete mensen met plannen, die een steuntje in de rug nodig hebben. Alle hulporganisaties kennen het belang van een goede slogan en een paar aansprekende mensen (liefst een beetje fotogeniek), die hun campagne een gezicht geven.
“Niemand is tegen naastenliefde, maar er komt weinig van als je het op zijn beloop laat.”
Ook in de opvoeding werken we met uitspraken die je als een soort ‘huisslogans’ zou kunnen beschouwen. ‘Eerlijk delen’ en ‘om de beurt’ zijn misschien wel de populairste, al zijn er nog een heleboel andere. ‘Als we het samen doen, is het veel sneller klaar.’ ‘Je mag nooit lachen om hoe iemand eruitziet.’ ‘Stel je taak niet uit tot het bijna te laat is.’ Al die slogans moet je niet tien keer, maar duizend keer herhalen tot ze hopelijk enig effect hebben.
Idealen vertalen in concrete regels
Misschien moeten we als samenleving onze idealen ook meer vertalen in concrete regels, in slogans die ons gedrag sturen. Het klinkt betuttelend en kinderachtig, maar alleen met regels kunnen we trouw blijven aan onze idealen. En is dat niet wat we willen?
Van Jezus zijn enkele sterke oneliners bekend, die tot op vandaag hun kracht hebben bewaard. Ik leen ze met plezier even uit. Voel je je ongemakkelijk als de vrouw achter het loket een hoofddoek draagt? Denk dan: ‘In het huis van God zijn vele kamers.’ Wanhoop je als er nog altijd geen efficiënte manier is gevonden om elektriciteit op te slaan? ‘Zoek en je zult vinden.’ Zie je mensen die volgens jou echt verkeerd bezig zijn? ‘Oordeel niet.’ Ben je zo geobsedeerd bezig met het klimaat dat je van in de stress geraakt? ‘Wat heb je eraan als je de hele wereld wint, maar jezelf verliest?’
“Alleen met regels kunnen we trouw blijven aan onze idealen. En is dat niet wat we willen?”
Voor meer concrete handvatten moeten we zelf aan de slag. Er zijn al een paar stevige slogans die ingeburgerd raken, zoals ‘donderdag veggiedag’ of ‘met belgerinkel naar de winkel’. En er moet toch ook iets te bedenken zijn rond vliegreizen, plastic zakjes en minder veeleisendheid voor het gebruik van het Nederlands? Wat dat laatste betreft, misschien iets als ‘als we elkaar maar verstaan’? Werk aan de winkel dus.
Bron: vrtnws.be