Paul Quirynen: ‘Brief aan Kristien Hemmerechts’
Geachte Mevrouw Hemmerechts , Uw nieuw boek maakt veel indruk…Vooraleer mensen Uw boek hebben kunnen lezen zijn Uw uitgever en Uzelf er reeds in geslaagd om met een griezelige titel , een horrorprent op de kaft en met de rode kleur van bloed heel veel aandacht op te eisen .In interviews stelt U ook dat het aspect seks in het ganse Dutroux-gebeuren determinerend is geweest en U nu een poging heeft gedaan om het gevoels- en seksleven van M. Martin duidelijk te maken en haar zodoende ook voor te stellen als meer mens….Qua marketing heeft U wellicht een juiste strategie gebruikt om Uw nieuw boek te promoten en dit handelen zal zeker de kassa’s doen rinkelen. Uw sollicitatie naar vrijheid van denken en handelen zal hopelijk toch ook nog wat ruimte laten voor enkele kritische bedenkingen.
U heeft zeker de families van de slachtoffers diep gekwetst door plots een verhaal opnieuw op te rakelen waar slechts recent verwerking en aanvaarding van een dramatisch gebeuren heeft kunnen plaatsvinden. Iedereen die professioneel betrokken was bij Dutroux heeft geworsteld met dit dossier en fundamentele vragen gesteld over goed en kwaad , over de grenzen van het menselijke en over vertrouwen in medemensen. Voor hen die een kind hebben verloren in deze gruwel was de pijn onnoemelijk en niemand heeft het recht om deze ouders op één of andere wijze te veroordelen. Na het proces was het meer dan nodig om bij deze families wonden te laten helen, de waarheid uit het verleden te aanvaarden en om opnieuw te vertrekken. Uw boek is voor hen de zoveelste hindernis in die moeizame weg naar aanvaarding van wat voorbij is.
Psychopaten
Fictie binnen de krijtlijnen van de historische waarheid is een nieuw media-gegeven dat toch heel wat vragen oproept. Het lijkt alsof het recht wordt opgeëist om te mogen liegen wanneer waarheid moet gesproken worden. Met waarheid dient men respectvol om te gaan
Het assisenproces in Aarlen was van maart tot juni 2004 een moeizame zoektocht naar waarheid en gerechtigheid en uiteindelijk is aldaar de lijdensweg van Sabine en Laetitita zichtbaar geworden , is het dramatisch sterven van An en Eefje duidelijk geworden en kwam er nooit een antwoord over het levenseinde van Julie en Mélissa. Dutroux en Martin werden door gerechtspsychiaters omschreven als psychopaten en als mensen zonder enige vorm van empathie voor hun naaste. Wie dit procesgebeuren heeft meegemaakt en de inhoud van dit dossier kent, heeft in Aarlen een juridische waarheid ontdekt die griezelig en inhumaan was. Na lezing van het boek leeft het gevoel dat M. Martin zelfs geen eerlijk proces heeft gekregen en dat niemand zou hebben geluisterd naar haar emoties.
Prangende vraag
Vandaag in een boek Odette, alias M. Martin als “meer mens” willen voorstellen lijkt een vorm van misprijzen voor de volksjury en de magistraten van het Hof van Assisen , die wekenlang aan M. Martin de kans hebben gegeven om te spreken en ooit een antwoord te geven op de vele vragen van slachtoffers. Ter zitting bleef deze vrouw kil en onverschillig , afstandelijk en ongeloofwaardig. Nooit was er de bereidheid om te antwoorden op fundamentele vragen en de enige inspanning die zij deed was om haar rol te minimaliseren.
Het is dan ook spijtig dat U nauwelijks rekening heeft gehouden met de inhoud van het dossier en het procesgebeuren. U schrijft onverbloemd over motieven en gevoelens die niet geënt zijn op objectieve dossiergegevens doch veeleer op Uw rijke en heel verregaande fantasie.
Het blijft een prangende vraag in het dossier Dutroux wat mensen elkaar aandoen en hoe volwassenen jonge kinderen kunnen misbruiken, folteren en doen sterven. Het willen verdedigen van M. Martin en haar emoties nu willen inroepen als rechtvaardigingsgrond is intellectueel oneerlijk als U de objectieve omstandigheden van het dossier kent. De rauwe realiteit aanvullen met fantasie is de waarheid doelbewust omvormen tot een leugen.
Een tweede kans
Ik ga met U akkoord dat ook psychopaten “medemens” blijven doch in Aarlen hebben gerechtsdeskundigen ook gesproken over de dubieuze persoonlijkheid en het gevoelloos handelen van M. Martin, die ook reeds voorheen drie jaar gevangenis had ondergaan en dus reeds een tweede kans had gekregen. Toch volhardde zij in de boosheid en heeft zij de slachtoffers genadeloos en meedogenloos behandeld.
Noch Uzelf noch ik kunnen zich vandaag uitspreken over de huidige geestestoestand van M. Martin en ik kan alleen maar vertrouwen dat de bevoegde SURB (Strafuitvoeringsrechtbank) zorgvuldig haar dossier afhandelt.
De nazorg van gedetineerden en hun reintegratie in de samenleving blijft in dit land een schrijnend probleem en de overheid dient alleszins haar verantwoordelijkheid op te nemen en mag deze niet zomaar afwentelen op een gastvrije zustercongregatie. Ieder mens verdient een tweede kans doch ook onze kinderen en samenleving dienen te worden beschermd voor psychisch zwakke mensen die sociaal gevaarlijk blijven.
Meerwaarde?
Het seksslaaf zijn van M. Dutroux wordt door U in brutale en directe taal omschreven als bepalende drijfveer voor quasi alles wat gebeurd is. Dutroux was inderdaad een manipulator bij uitstek doch ik ben van oordeel dat de emancipatie van de vrouw toch reeds verder gevorderd is en dat weinig vrouwen nog zo afhankelijk zijn van hun mannelijke partner dan U in Uw boek wil voorhouden. Objectief was het zo dat M. Dutroux in de gevangenis verbleef en dat al die tijd M. Martin kansen genoeg had om hulp in te roepen van zorgverstrekkers en/of politie. Ieder mens en dus ook iedere vrouw met het kleinste verantwoordelijkheidsgevoel heeft immers ook de verdomde plicht om mensen in nood te helpen en hen te vrijwaren van verder onheil. Honden voeren op een plek waar weerloze kinderen stervende zijn en alsdan zonder meer onverschillig blijven is inhumaan.
Ik ben een vurig voorstander van de vrije meningsuiting doch heb echt wel mijn vragen of Uw verhaal nog een meerwaarde heeft na het Dutroux-gebeuren. Met de sprekende titel van Uw boek is de facto alles gezegd over Odette, alias M. Martin…
Kunstenaars eisen het recht op om eender wat te verkondigen doch uw fantasie is een vrijgeleide geworden om een harde realiteit nog brutaler en harder voor te stellen. Wie heeft daar baat bij ?
Ik betreur het erg dat in Uw boek nergens een vorm van schroom aanwezig is of een vorm van verbazing of aanvaarding dat het menselijk handelen soms inderdaad onbegrijpelijk is en dat de feiten van dit dossier nooit verschoonbaar zijn.
De slachtoffers zijn in dit dossier geen gevangenen van hun haat geweest doch waren in Aarlen – 2004 manifest en constructief als procespartij betrokken. Hun engagement om hun kinderen niet los te laten heeft ook geleid tot maatschappelijke hervormingen en een nieuw beleid van de overheid voor slachtoffers van misdrijven.
Mijn mening is dat U ernstig heeft onderschat hoe intens en ernstig vele mensen met dit dossier hebben geleefd en gewerkt en zich nu ook kunnen verzoenen met het feit dat de samenleving de daders heeft veroordeeld , dat waarheid werd gevonden en dat gerechtigheid is geschied.