Danielle Colsoul: ‘Leven met 1.000 euro per maand?’

Naar aanleiding van de dag van verzet tegen extreme armoede verscheen in de meeste kranten een kort bericht over het aantal mensen dat in ons land in armoede leeft; de cijfers zijn sinds vorig jaar gestegen tot boven de 15%. Dit lijkt me een ontoelaatbaar percentage voor een welvarend land, zelfs al delen ook wij in de klappen van de crisis. Dit cijfer zou toch verontwaardiging moeten oproepen bij de hele Belgische bevolking? Of niet?

Ik heb de indruk dat de afkeer of de ontgoocheling vooral te voelen is bij mensen die in armoede leven en bij organisaties die met armoedebestrijding begaan zijn. Waarom voelt de goegemeente niet aan dat dit cijfer absurd is?

Waarom is die verontwaardiging zo belangrijk?

Omdat verontwaardiging de motor kan zijn voor verandering en verbetering, zoals Stéphane Hessel ons voorhoudt in zijn pamflet ‘Indignez-vous’. In dat geval is er nog een hoop werk te verrichten voor we een krachtige tegenbeweging hebben die én de aandacht van alle beleidsmakers krijgt én de aandacht van alle decisionmakers in de financiële wereld en in het bedrijfsleven.

Feiten om die verontwaardiging te staven, mankeren – jammer genoeg – hoegenaamd niet. De Europese armoedegrens, de vele onderzoeken en enquêtes wijzen alle in dezelfde richting.
De groep mensen die in de onderste laag van onze samenleving leven en werken, wordt steeds groter.

Met het onderzoek naar referentiebudgetten hebben we in ons land sinds kort een wetenschappelijk instrument dat ons een beter inzicht geeft in wat er nodig is om menswaardig te leven en deel uit te maken van het maatschappelijk leven.

De cijfergegevens van de armoedebarometer van de Decenniumdoelen 2017 laten een stilstand of achteruitgang zien op het niveau van de verschillende basisrechten zoals onderwijs, huisvesting, gezondheid, tewerkstelling inkomen en maatschappelijke participatie.

En toch, ik zie de verontwaardiging over die cijfers en de realiteit die er achter verscholen gaat niet in de media, en ook op straat ving ik geen teken van onbegrip op.

Geen proteststemmen

Een ander voorbeeld; in het debat over de verlaging van de werkloosheidsuitkeringen heb ik geen proteststemmen gehoord. Zelfs niet als we dankzij studies weten dat het enige effect van zo’n maatregel een grotere armoede is, en niet meer activering op de arbeidsmarkt.

Is zo’n reactie of een gebrek aan reactie direct te linken aan de zwijgende goedkeuring als er nog maar eens een monsterbonus wordt uitgekeerd? Meteen hoor je vergoelijkende reacties: “Ach, het stond zo in het contract” of “de bonussen liggen hier toch véél lager dan in het buitenland, so what’s the big deal?”

En toch… denk ik dat een eerste stap in de goede richting een groter besef is van wat een minimumuitkering betekent. Hoe ziet het dagelijkse leven er uit van iemand die maandelijks moet rondkomen met 1000 euro? Spontaan zou je zeggen dat zo’n bedrag eigenlijk best te pruimen is, heel wat mensen gaan ervan uit dat dit perfect leefbaar moet zijn. Wie neemt hen dat kwalijk, het is dan ook absurd je in te leven in een situatie waar je met die 1000 euro huur moet betalen en een slecht geïsoleerd huis verwarmen, om nog maar te zwijgen van die mensen die daarbovenop nog gezondheidskosten of schulden hebben.

Is het omdat we ons dat niet goed kunnen voorstellen?

Zelf gezocht?

Misschien is er nog een ander aspect dat onze verontwaardiging in de weg staat. Want kennen we niet allemaal mensen die het aan zichzelf te danken hebben dat ze in de miserie zitten? Iedereen kent iemand die werkloos is omdat hij niet wil werken, die ziek is omdat hij te veel rookte of dronk, die in een slechte woning leeft, omdat hij ze niet onderhoudt? “Die mensen zoeken het toch zelf”, luidt het dan.

Dat cijfer van 1.680.000 mensen in ons land, opent dat onze ogen niet? Het kan toch niet zijn dat ze allemaal in de armoede terecht zijn gekomen door hun eigen schuld? Al die ouderen, invaliden, mensen die net ontslagen zijn, alleenstaande moeders, kinderen en jongeren … iedereen heeft een verantwoordelijkheid voor zichzelf, maar dat neemt toch niet weg dat onze beschaving zich zo’n cijfers niet meer kan permitteren, wil de term beschaving nog geldig zijn?

Los van de allerarmsten laat ook de levenskwaliteit van de mensen met een inkomen net boven dat minimum te wensen over. Die groep wordt groter door de crisis maar ook door de zogenaamde crisismaatregelen die betaald worden door diegenen die ze niet veroorzaakt hebben. In de armoedebestrijding kan dat een bijkomende valkuil zijn. De armoedebestrijding bij de allerarmsten zal nog meer in het gedrang komen als er maatregelen genomen worden die deze middengroep versterkt.

Redenen genoeg om iets van onze verontwaardiging te laten zien. Niet in grote betogingen of geweldige verklaringen, maar eerst en vooral in de manier waarop we over mensen in armoede spreken, met onze buur, met onze collega of met onze vrienden.

Maar evengoed moet het ons uitdagen die verontwaardiging te laten zien als we onze eigen beleidsmakers kiezen.

En ook daar ligt onze eigen verantwoordelijkheid door te kiezen op basis van (sociale) programma’s en beleidsdaden in plaats van mooie beloftes.

 

Bron: De Redactie

Laat een reactie achter