Kolet Janssen: ‘Meegroeiverhalen: is sleutelen aan klassiekers een goede zaak?’
Al meer dan dertig jaar schrijf ik verhalen voor kinderen. Avonturenverhalen en meeleefverhalen. Historische verhalen en fantasieverhalen. Verhalen over wereldproblemen of over de kleine problemen van elke dag.
Als ik soms die eerste verhalen opnieuw lees, moet ik steevast de neiging onderdrukken om erin te gaan schrappen en aanpassen. ‘Dat zou ik nu niet meer zo schrijven’, zeg ik dan tot mezelf.
Alles verandert
De verouderde elementen zitten doorheen het hele verhaal. Technische evoluties: in mijn eerste verhalen luisteren de kinderen nog naar cassettebandjes. Of ze raken in een avontuur verzeild op weg naar school waarvoor ze nu zonder verpinken hun gsm zouden uithalen en de hulp inroepen van hun ouders.
Maar soms gaat het ook om gevoeligheden die anders zijn komen te liggen. Wie stuurt er nog zijn jonge kinderen alleen naar school? Welk kind gaat zomaar in gesprek met een onbekende volwassene, als de ouders niet in de buurt zijn? Welke ouder weet er niet meer op elk moment heel precies waar elk van zijn kinderen uithangt en met wie? De spelruimte van spannende verhalen is drastisch ingeperkt en verplaatst naar binnenskamers of het wereldwijde web.
Ook de wereld om de kinderen heen is anders geworden. Het milieuprobleem is in een nieuwe, meer dramatische fase gekomen. Het voedselprobleem is niet meer alleen een kwestie van mensen met honger in zuiderse landen, maar is veranderd in een strijd voor gezonde voeding wereldwijd. Om andere culturen te ontmoeten hoef je geen reisverhalen meer te schrijven. Je kunt ze leren kennen in elk dorp, in elke klas.
Verhalen roepen een hele wereld op. Maar die wereld verandert. Heel geleidelijk maar onmiskenbaar. Een nieuwslezer van drie decennia geleden heeft een andere toon en aanpak dan nu. Een foto van je kinderjaren laat andere kleren, kapsels en speelgoed zien dan dat van kinderen nu. In oude films valt het ons op hoeveel er gerookt wordt. Ontwikkelingsland is een term die niet meer gebruikt wordt. Alles verandert. Waarom zou dat anders zijn voor verhalen?
Nieuwe verhalen versus klassiekers
Liever dan mijn eigen oude verhalen te gaan aanpassen, schrijf ik nieuwe verhalen. Over de dingen waar kinderen van nu mee te maken krijgen. Ook jonge schrijvers doen dat. We zijn met velen.
Wellicht heb ik ooit teksten geschreven die nu een beetje seksistisch, racistisch of onvoldoende vriendelijk voor oude mensen overkomen. Of ingaan tegen nog een andere ‘nieuwe’ gevoeligheid. Dat kan ik alleen oplossen voor de toekomst. Ook het omgekeerde komt voor. Waar ik vroeger weleens een kind iets gelovigs kon laten denken of zeggen, zien veel uitgevers dat nu liever niet wegens ‘te gevoelig’ of ‘niet herkenbaar’. De blinde vlekken van onze eigen tijd zijn pas zichtbaar voor wie na ons komt.
Klassiekers vormen op dat vlak een probleem, omdat ze hun tijd overschrijden. Shakespeare was niet echt vrouwvriendelijk, maar dat kunnen we ‘plaatsen’. Daarvoor hoeven we zijn teksten niet te gaan herschrijven. Er blijft in zijn verhalen nog meer dan genoeg over dat diepmenselijk is en eeuwig blijft aanspreken. Al lees ik Multatuli of Elsschot altijd op een andere manier dan eigentijdse auteurs.
Voor kinderen ligt dat iets moeilijker. Ze duiken in een verhaal zonder rekening te houden met het feit dat het om een klassieker gaat. De personages in het verhaal worden voor even hun vrienden. Als die vrienden rare dingen denken, zeggen of doen, komt dat bij hen rechtstreeks binnen. Wie zo’n verhaal voorleest, kan erover praten. Als je dat nodig vindt, zou je die verhalen misschien best bewaren voor een vorm van ‘begeleid lezen’. Je laat kinderen ook vaak met wat extra uitleg luisteren naar klassieke muziek of kijken naar oude schilderijen.
Wie per se klassiekers wil aanbieden aan kinderen, moet een inspanning doen om die te duiden. Gaan sleutelen in de tekst ligt altijd wat moeilijk en is op langere termijn ook geen oplossing, omdat ook die aanpassingen weer verouderen. Geef kinderen dan liever ‘the real stuff’ en zet hen samen aan het denken over waarom dat nu niet meer zo wordt geschreven.
Gelukkig is er geen echt probleem. Er zijn immers heel veel en heel boeiende hedendaagse verhalen voor kinderen. Die raken kinderen omdat ze eigentijds zijn in wereldbeeld en gevoeligheden. Ze bieden hun de kans om een eigen mening te vormen, om gevoelens te exploreren en ervaringen te delen. En om te genieten van een verhaal dat hen meeneemt naar overal. Maar ook die verhalen zullen over een decennium al een beetje minder eigentijds zijn. Want in onze mensenwereld is niets voor eeuwig.
Bron: De Wereld Morgen