Johan Thibaut: ‘Is de prestatiedruk voor kinderen te groot?’
Oef, de vakantie staat voor de deur. De voorbije maand was het hollen tegen de klok. Als ouders leefden wij mee met de enorme druk die op onze kinderen lag om het jaarprogramma af te werken, zodat de kinderen volgend jaar in de nieuwe klas met een schone lei kunnen beginnen waar ze moeten. Kinderen leren op steeds jongere leeftijd omgaan met druk.
Mijn beide dochters zijn vier en zes jaar. Eén van hen heeft in de laatste kleuterklas heuse toetsen afgelegd, het toetsenblad lag al klaar tussen twee mapjes die spieken moesten voorkomen. Mijn dochter vindt zo’n toetsen geweldig, wat is er nu leuker dan dingen doen die de kinderen uit de lagere school ook al mogen. Ik daarentegen vind het eerder verontrustend. Nu vindt ze het nog leuk, maar de gewenning aan druk, prestatie en competitiviteit begint vroeg op die manier. Waarom mogen onze kinderen niet gewoon kind zijn en spelen?
Het beste voor mijn kind
Deze dagen is het tijd voor de obligate oudercontacten en daarna sluiten de scholen twee maanden de boeken. Maar nu al vraag ik me af of deze vakantie enig soelaas zal brengen. Zal er wat tijd zijn om eens zalig niets te doen en uit te blazen na het drukke werkjaar? Eén blik op de agenda leert me dat de activiteiten in juli en augustus nu reeds struikelen over elkaar. Het ziet er zelfs naar uit dat de vakantie nog drukker zal worden dan het schooljaar. De activiteiten gaan gewoon door.
Juli en augustus, vakantie… dat is tegenwoordig het uitgelezen moment om de kennis van de dochters bij te spijkeren waar nodig. Elke vraag die ze stellen is een gelegenheid om algemene kennis bij te brengen, de jaarlijkse reis dient om de mooiste plekken van Europa bezoeken, enkel de meest literaire bedverhaaltjes komen aan bod, we moeten er trouwens voor zorgen dat ze toch kunnen zwemmen voordat ze gaan schoolzwemmen volgend jaar, tussendoor pikken we best nog een klassiek concert voor kids mee, misschien wordt één van hen wel een excellente violist. Ik kan mijn kinderen toch moeilijk simpelweg voor de televisie planten, daar leren ze niets van.
Als ouder wil ik het beste voor mijn kind. Net zoals veel andere ouders. Maar soms vraag ik me af of ik in de mallemolen van activisme het bos door de bomen nog zie. Willen mijn dochters wel de beste zijn, willen ze wel ballet én muziekschool én scouts én zwemmen en tennis doen? Of projecteer ik mijn dromen op hen en wil ik er alles aan doen om hen met al die activiteiten in aanraking te brengen? Een goede ontwikkeling zorgt immers voor meer slaagkans later. Maar wat is nu eigenlijk het beste voor mijn kinderen zelf?
Parabel van de talenten
Ik weet trouwens dat ik niet de enige ben die met de opvoeding van de kinderen worstelt. Een avondje uit met vrienden vervalt al zeer snel in een vergelijkende studie van de kids en heel vaak betrap ik me er op dat een voorsprong van andermans kind op dat van mij me zorgen baart. Ik zeg het niet altijd, maar het knaagt aan mijn hart. De peer pressure is enorm.
Na zo’n avondje van opbod vragen mijn vrouw en ik in de auto onderweg naar huis ons af of de prestaties van onze dochters nu echt de essentie van het leven zijn. Ik blijf ermee zitten. Toevallig haal ik het onderwerp aan met een vriend. Hij brengt een oud verhaal in herinnering.
Jezus vertelt in de Bijbel de beroemde en welbekende parabel van de talenten. Een heer die op reis vertrekt vertrouwt drie dienaars respectievelijk drie geldbedragen toe, munten die indertijd zeer toepasselijk talenten heetten. De eerste twee dienaars werken ermee en verdubbelen het bedrag, de laatste verstopt zijn bedrag in de grond om het niet kwijt te raken. Als de heer bij zijn terugkeer rekenschap vraagt, kunnen de eerste en tweede knecht dankzij hun hard werk het verdubbelde bedrag voorleggen. De tevreden heer is bereid hen meer verantwoordelijkheid te geven. De derde knecht die uit angst het muntstuk verborg onder de grond, heeft minder geluk. De heer is niet opgezet met zijn tactiek en laat hem buitengooien.
Vakantie
Zonder het te weten, slaat mijn vriend de nagel op de kop. De kinderen krijgen hun talenten, en ze gaan er zelf mee aan de slag. Het wordt niet opgelegd. Mijn dochters hebben zeker en vast talenten. Maar is het aan mij om uit te dokteren welke talenten dat zijn? Ik hoef hen niet meer talenten aan te smeren dan wat ze spontaan zelf aanvoelen en ook wel spontaan zullen ontwikkelen. De talenten die ze hebben, kunnen pas tot volle ontplooiing komen als ik mijn vaderrol een stimulerende invulling geef en geen stipulerende. Als ik mijn kids doe bezwijken onder de druk, ontwikkelen ze geen enkel talent meer. Wat erin zit, komt er vast wel uit, in een stimulerende en liefdevolle omgeving.
Maar tegelijkertijd weet ik dat dit inzicht alleen niet genoeg is. De prestatiegerichte maatschappij pusht je in een bepaalde richting. En toch zou een koerswijziging de druk op vele ouderschouders kunnen verlichten. Nee, je kind moet niet altijd en overal de beste zijn.
Een kind is in staat om met vallen en opstaan te groeien, de gulden middenweg te zoeken en ook kennis te maken met de harde maatschappij. Maar onnodige druk hoeft niet. Daar worden kinderen niet gelukkig van.
Juli en augustus, vakantie… Mijn goede voornemen van het jaar is tijd te nemen om hierover na te denken, en gesterkt door een deugddoende vakantie de moed te vatten om echt voor onze kinderen op te komen, en niet mezelf of de veeleisende maatschappij op de eerste plaats te zetten.
Bron: De Redactie