Mark Lambrechts: ‘Dialoogschool is ook luisteren naar arme gezinnen’
In het het Sint-Lievenscollege blijft het aantal kinderen uit een sociaal achtergestelde buurt jaar na jaar stijgen. In het basisonderwijs waren er in 2015 775 leerlingen, van wie 572 uit een buurt met de indicator schoolachterstand. De kansarmoede-indicator (totaal aantal indicatorkenmerken gedeeld door het aantal leerlingen) voor het secundair onderwijs bedroeg in 2015 1,70, terwijl het gemiddelde over Vlaanderen slechts 0,87 is.
Vorige week was er op de school een welsprekendheidstoernooi. Tijdens de pauze speelde een leerling van Marokkaanse origine prachtige pianomuziek. Na afloop ging ik hem persoonlijk feliciteren in het bijzijn van zijn vader, die “aan de stad werkte”. Ik vroeg hem hoe het kwam dat zijn zoon, die in het laatste jaar wiskunde-wetenschappen zit en zich voorbereidt op het ingangsexamen geneeskunde, wel slaagt waar velen met een gelijke achtergrond falen. De vader antwoordde mij dat dit alles te maken heeft met het feit dat de school hem destijds vertrouwen had geschonken toen hij zijn kinderen inschreef. Hij was blij dat zijn kinderen niet op een concentratieschool terechtgekomen waren, want een dergelijke school was volgens hem fnuikend voor het studierendement. Een school moest volgens hem voldoende aandacht kunnen schenken aan elke leerling en daarom mag er geen hoge concentratie zijn van leerlingen met leer- of gedragsproblemen.
Daarbovenop komen soms ook nog de financiële problemen. Terwijl in het basisonderwijs de maximumfactuur bestaat, is dit niet het geval voor de schoolrekeningen van het secundair onderwijs. Deze uitgaven hebben voornamelijk betrekking op schoolmateriaal (kopieerwerk), cafetariagebruik en schooluitstappen.
Traditioneel bedraagt het saldo van de leerlingenrekeningen met een achterstand van zes maanden in het college ongeveer 4 procent. Het laatste jaar hebben we dit bedrag voor het eerst in vele jaren zien dalen, zodat het percentage van 4 procent naar 3,75 procent is gezakt. Dat is niet toevallig. De school zocht bewust meer telefonisch contact met de ouders die betaalproblemen hadden. Dat leidde ertoe dat soms de grootouders bereid waren financieel bij te dragen of dat er een betalingsplan met maandelijkse aflossing werd afgesproken.
Af en toe, als ouders echt geen uitweg zien, komt het sociaal fonds (eigenlijk een gift van een religieuze) anoniem tussen om hun kind te helpen. Op die manier kon onlangs toch een leerling mee naar Berlijn. Zo willen we zeker vermijden dat leerlingen zich ziek zouden melden, uit pure schaamte omdat ze de schooluitstap niet kunnen betalen. Een echte dialoogschool weet dan ook tijdig de signalen uit arme gezinnen op te vangen en daar een mouw aan te passen.