Ides Nicaise: ‘André Oosterlinck moet een paar decennia onderwijsdebat hebben gemist’
De overreactie vanuit sommige hoeken op de aangekondigde hervormingen van minister Pascal Smet (sp.a) in het secundair onderwijs getuigen van weinig kwaliteit in het debat. Wie fulmineert tegen de afschaffing van B-attesten in de brede eerste graad begrijpt klaarblijkelijk niet waarover het gaat. In een brede eerste graad zijn er immers geen studierichtingen meer, en kán je gewoonweg geen B-attesten afleveren. Een B-attest verplicht een leerling om ‘af te stromen’ naar een minder sterke studierichting. Het is het instrument bij uitstek dat de alom verguisde waterval in het secundair onderwijs in stand houdt. Over het feit dat die waterval moet doorbroken worden, zijn meer dan 80 procent van de onderwijsmensen het eens. In de ‘brede eerste graad’ van de toekomst zal het curriculum in principe even sterk zijn voor alle leerlingen, en is er van afstromen geen sprake. Sorry voor de André Oosterlincken en Pierre Vincken (directeur van het Gentse Sint-Barbaracollege, nvdr) die een paar decennia van het debat hebben gemist. Professor Oosterlinck heeft blijkbaar zelfs het ‘Metaforum’ van zijn eigen universiteit gemist, waarin de hervormingsplannen op een constructieve en proactieve manier werden besproken (kuleuven.be/metaforum/docs/pdf/wg_16_n.pdf). Het zijn wellicht de KU Leuven-experts die minister Smet hebben geïnspireerd om te beginnen met de afschaffing van de B-attesten in de eerste graad – en daar zijn we trots op.
Bijkomende vakken
Wat dan met de sterke en de zwakke leerlingen? Door het ‘differentiatieblok’ zullen de enen zich verder kunnen uitleven in geavanceerde modules of in bijkomende vakken, en zullen de anderen remediëring en extra ondersteuning krijgen om wél de nodige basis te verwerven die hen in het huidige systeem ontzegd wordt. Resultaat: ten eerste worden alle (brede) basiscompetenties voor alle leerlingen beter gewaarborgd. Ten tweede wordt de studiekeuze uitgesteld tot na de eerste graad, waardoor ze rijper zal gebeuren. Ten derde zal differentiatie (zoals hierboven beschreven) in de ondersteuning van leerlingen leiden tot sociaal meer gelijke doorstroom. Ten vierde zal dit níét ten koste gaan van het niveau: níét voor de sterke leerlingen en níét voor de gemiddelde leerling. Sociale gelijkheid is immers níét hetzelfde als intellectuele nivellering. In het sociaal egalitaire Finse systeem is er een zeer sterke kopgroep van leerlingen die (precies door de differentiatie) goed aan haar trekken komt. De geplande hervorming van het Vlaamse secundair onderwijs is evidence-based. Ze is geïnspireerd op het Noord-Europese model dat alom wordt geroemd, omdat het hoge onderwijskwaliteit combineert met minder sociale ongelijkheid in de uitkomsten. Er is ruime consensus over het feit dat dit model van comprehensief onderwijs, gekoppeld aan een sterke individuele differentiatie in de ondersteuning, tot deze resultaten leidt. Er zijn tientallen onderzoeken te citeren om dat te onderbouwen. En de Vlaamse hervorming zal ook continu geëvalueerd worden. Wellicht voor de eerste maal in de Vlaamse onderwijsgeschiedenis staat de nulmeting al in de startblokken, twee jaar vóór de start van de hervorming. Dat nog niet alle Vlaamse leerkrachten overtuigd zijn, is begrijpelijk: zij kennen immers vooral hun eigen ervaring, die gekaderd is in de Vlaamse realiteit, en weinigen hebben de kans gehad om aan den lijve te ondervinden hoe andere onderwijssystemen werken. Belangrijk is dat alle leerkrachten, alle onderwijsactoren voldoende bij het hervormingsproces betrokken worden, voldoende informatie krijgen en voldoende opgeleid en begeleid worden in het implementeren van meer differentiatie. Dat proactieve proces is in veel scholengemeenschappen al volop aan de gang: een groot verschil met vroegere hervormingen die te veel top-down gebeurden.
Scheefgegroeid
Een van de ultieme argumenten tegen democratiseringsinspanningen in het onderwijs is blijkbaar dat het onderwijs niet kan rechttrekken wat daarbuiten scheefgroeit. Niemand zal betwisten dat het onderwijs dit niet alléén kan. Maar dat mag geen alibi zijn om bij de pakken te blijven zitten. Rechtvaardigheid is een opdracht voor iedereen, in alle sectoren van de samenleving. Onderzoek toont bovendien aan dat de architectuur van het onderwijssysteem een verschil maakt in de mobiliteit tussen generaties – en in de gelijkheid van uitkomsten op tal van andere vlakken (arbeidsmarkt, gezondheid, inkomen, burgerschap…). Laat ons dus alsjeblieft ophouden met slogans en onheilsprofetieën gebaseerd op buikgevoel. Laat ons samen de uitdaging aangaan om goed bestudeerde hervormingen op een doordachte manier door te voeren.