Paul Quirynen: ‘Definitie “mensenhandel” wordt verfijnd’
Iedere maand opnieuw wordt door de federale politie één of ander netwerk van mensensmokkelaars en –handelaars opgerold en verdwijnen er telkens een reeks Indiërs, Irakis, Albanezen en/of Afghanen enkele maanden achter de tralies van de Belgische gevangenissen.
De slachtoffers van deze criminele smokkelorganisaties zijn mensen van over gans de wereld die hetzij hier op doorreis zijn naar het Verenigd Koninkrijk hetzij in ons land hun eindbestemming hebben gevonden om ergens in vaak duistere omstandigheden allerlei activiteiten uit te voeren “onder controle” van mensenhandelaars.Helaas is het eveneens zo dat de creativiteit van deze criminele organisaties niet ophoudt en dat steeds opnieuw vele slachtoffers van mensenhandel de illusie wordt ontnomen dat zij een betere wereld zouden vinden in West-Europa. Het pure en forse geldgewin blijft voor deze mensenhandelaars een drijfveer om willoze en toekomstloze medemensen in hun greep te houden en hen in vaak mensonwaardige omstandigheden en vaak dwangmatig te laten werken in de sekswereld, in massagesalons, in land en tuinbouw, in wokrestaurants, de transportwereld en andere.
Betere definitie van het begrip “mensenhandel”
Het is dan ook erg lovenswaardig dat de wetgever nu bij wet van 29 april 2013 de definitie en het begrip “mensenhandel” heeft verfijnd en een meer moderne en evolutieve invulling heeft gegeven aan dit misdrijf voorzien in artikel 433 quinquies Strafwetboek, ook in lijn met de Europese reglementering terzake.
Mensenhandel in de seksuele sfeer was voorheen slechts strafbaar in de mate de handelingen konden worden omschreven als prostitutie of kinderpornografie. Met de nieuwe wet wordt sinds 2 augustus 2013 iedere handeling strafbaar die door een rechter wordt beoordeeld als een vorm van seksuele exploitatie.
Seksuele exploitatie
De uitbreiding van strafbaarstelling naar iedere vorm van seksuele uitbuiting is de verfijning van het idee dat ieder mens recht heeft op een eigen seksuele integriteit en waardigheid en dat geen enkele machtsverhouding aanvaardbaar is om de seksuele exploitatie van een medemens toelaatbaar te vinden. Deze visie is een nieuwe stap in de zoektocht naar gelijkheid en gelijkwaardigheid van ieder burger.
Deze nieuwe ethische begrenzing van mensenhandel in de seksuele sfeer is een belangwekkend gebaar naar de slachtoffers toe. Voor de magistratuur zal het ook een nieuwe uitdaging worden om via rechtspraak het begrip seksuele exploitatie te omschrijven en in te vullen en ook goed te kaderen binnen de rechten en plichten van iedere burger op grond van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Strijd tegen schijnzelfstandigheid
Ook nieuw in de wetgeving vandaag is dat het begrip “tewerkstelling in mensonwaardige omstandigheden” aangevuld wordt met de woorden dat ook alle dienstverlening strafbaar kan zijn als mensenhandel wanneer dit handelen ook in strijd is met de menselijke waardigheid. De reden van deze uitbreiding van strafbaarstelling is dat in het sociaal recht het begrip arbeid te beperkt is.
Ook deze wijziging dient de slachtoffers van mensenhandel in de economische sfeer daar voorheen de rechtbanken enkele opgemerkte vrijspraken, onder meer in de bouwsector en de transportwereld , hebben gedaan omwille van het feit dat beklaagden werkten met uitgekiende en pseudo-legale contracten , die juridisch technisch in orde waren doch die ook aanleiding gaf tot inhumane toestanden.
De strafbaarstelling van dergelijke dienstverlening zal ook een belangrijk wapen zijn in de strijd tegen schijnzelfstandigheid en het opzetten van fictieve vennootschappen. Ook voor de rechtbanken zal dit aspect van de nieuwe wet een middel zijn ter bestrijding van de juridische nepconstructies om de vaak harde realiteit in hoofde van de slachtoffers van mensenhandel met meer daadkracht aan te pakken.
Een betere samenleving
Tenslotte krijgen de rechters nu ook de mogelijkheid om de straf voor het misdrijf mensenhandel te koppelen aan het aantal slachtoffers die gemaakt zijn. In de nieuwe wet is immers voorzien dat bij vonnis het bedrag der geldboete kan vermenigvuldigd worden met het aantal weerhouden slachtoffers.
Het is dan ook verheugend vast te stellen voor de mensen die de wereld van mensenhandel een beetje kennen dat de wetgever nu vrij snel en accuraat enkele pijnpunten heeft opgelost en verfijnd , die zichtbaar werden gemaakt in heel wat vonnissen en arresten. Scheiding van machten mag niet beletten dat er toch nog respect is voor elkaars zienswijze en dit met een betere samenleving als horizon.