Open brief: ‘Wat is Rerum Novarum nog waard?’

125 jaar geleden verscheen de encycliek Rerum Novarum (1891), de ‘Magna Carta’ van de christelijke arbeidersbeweging. Rerum Novarum is echter meer dan een symbool uit het verleden. De tekst heeft een traditie op gang gebracht die tot op vandaag een inspiratiebron is voor miljoenen sociaal geëngageerde mensen overal ter wereld.

Dat deze traditie (van het sociale denken van de katholieke kerk) springlevend is, blijkt uit het enthousiaste onthaal van de milieu-encycliek Laudato Si en de uitspraken over sociale rechtvaardigheid van paus Franciscus. Deze traditie koestert een visioen dat op vandaag nog niets van z’n relevantie heeft ingeboet.

Arbeidsvoorwaarden

Rerum Novarum wilde een duidelijk antwoord geven op het probleem van de uitbuiting van arbeiders. Armoedige levensomstandigheden kunnen niet zomaar door persoonlijke liefdadigheid opgelost worden. Zij vereisen structurele veranderingen.

Het arbeidersloon mag niet overgelaten worden aan de ijzeren marktwet van vraag en aanbod, maar moet in overeenstemming zijn met de menselijke waardigheid. Deze idee heeft nog niets aan actualiteit verloren in het licht van de extreem lage lonen in sweatshops, ook in Europa en Turkije waar misbruik wordt gemaakt van migranten en vluchtelingen. Arbeidsomstandigheden, werkuren, kinderarbeid enz. moeten met een wettelijk kader beschermd (blijven) worden.

Vakbonden

Bovendien beklemtoonde Rerum Novarum het natuurlijke recht op autonome vakbonden, en was het een afwijzing van de mening van de toenmalige katholieke patroons met hun nostalgie naar middeleeuwse gilden en gemengde organisaties onder hun voogdij.

De erkenning van het natuurlijke recht op vereniging van werknemers blijft uiterst actueel in het licht van recent onderzoek, dat vaststelt dat in landen met economische groei het loon van werknemers niet automatisch stijgt, maar enkel wanneer zij via vakbonden een sterke onderhandelingspositie kunnen verkrijgen.

De tekst van Rerum Novarum was bovendien een anticipatie op de ‘optie voor de armen’ van de bevrijdingstheologie, die vandaag ook binnen de kerk eerherstel krijgt.

Middenveld

Maar voor alles blijft Rerum Novarum actueel omdat deze encycliek een bron van inspiratie werd voor de opbouw van een kritisch en sociaal middenveld. In tegenstelling tot de hedendaagse idee van een (schijnbaar) neutrale en procedurele staat in dienst van een geïdealiseerde individuele vrijheid, verdedigt deze traditie een levendig middenveld met een veelheid van levensbeschouwelijke, sociale, culturele organisaties waarin verschillende opvattingen betekenis geven aan het ‘lege schrijn’ van de staat.

Het middenveld wordt vandaag bedreigd door een combinatie van enerzijds een programmatische staatsideologie die individuen machteloos laat dansen op de muziek van de consumptiemaatschappij en anderzijds de afwezigheid van een visie die mensen wapent tegen hun angst voor het vreemde. De traditie die met Rerum Novarum begon, het visioen dat Rerum Novarum herbergt, biedt hier een zinvol alternatief.

Meer dan een contract tussen burgers

Meteen wordt een tweede reden duidelijk waarom Rerum Novarum uiterst actueel blijft: de encycliek staat aan het begin van een gemeenschap stichtend en open verhaal dat de maatschappij niet ziet als een contract tussen individuen, maar als een dynamische interactie tussen mensen en een lotsverbondenheid waarin burgers (met diverse religies of levensbeschouwingen) samen gestalte geven aan een zinvol maatschappelijk project.

‘Rerum Novarum onderbouwt dat verhaal met een aantal richtinggevende ethische principes: menselijke waardigheid, zorg voor het algemeen welzijn, solidariteit, rechtvaardigheid. Dit werd later in het sociale denken uitgebouwd met subsidiariteit, de prioritaire zorg voor armen, ecologisch burgerschap, het voorzorgprincipe.

Wij engageren ons dit verhaal verder te vertellen en voort te laten leven. Wij doen dit vanuit de overtuiging dat het dringend tijd is om een positief antwoord te geven op het cynisme en het politiek gekibbel.

Op die wijze willen wij bijdragen tot een open samenleving waarin diverse levensbeschouwelijke gemeenschappen weer betekenis geven aan het wezen van de politiek: door continue bedachtzaamheid op de basis, door sociale dialoog en door concreet, verantwoordelijk gedrag bouwen aan een samenleving met een menselijk gelaat.

De ondertekenaars (zie hieronder) van deze tekst bestempelen zichzelf als “mensen die zich inzetten voor een geïnspireerd en slagkrachtig middenveld”.

Johan Verstraeten, Johannes Claeys, Pieter Vandecasteele, Lieven Van Belle, Wim Vandewiele, Pieter-Jan Mattheus, Jef Devrij, Rik Bloemen, Ellen Van Stichel, Maarten Gerard, Klaas Keirse, Dirk De fauw, Bert Coppens, Eric Nysmans, Marianne Coopman, Mark Vandevoorde, Elsie Desmet, Gerda Mylle, Jo Hanssens, Filip Vandenberghe, Johan Vanmuysen, Jef Gabriëls, Bert Roebben, Christa Damen, Miche Vandenbroucke, Dominique Coopman, Wannes Staelens, Lieselot Hemeryck, Lynn Callewaert, Geert Ollevier, Brecht Warnez, Gerda Mylle, Helena Gheysen, Kaily Desmet, Jan Deprez, Sander Deflo, Bart Beernaert, Andre Mingneau, Piet de Rycke, Liesbeth Gellinck, Carlo Depreytere, Bert Slechten, Jan Vandecasteele, Jeroen Pollet, Dries Deweer, Carien Neven, Joris Poschet, Lien De Raes, Wouter Peeters, luc Vandenabeele; Marijn Leroy.

Bron: vrtnws.be

Laat een reactie achter