Thomas Wouters: ‘Toch weer kamperen?’

Thomas Wouters betwijfelt dat er spontaan een sociale mix zal ontstaan door het centraal aanmeldingssysteem. Er lijkt een einde te komen aan de impasse rond een nieuw inschrijvingsdecreet voor het leerplichtonderwijs. Niemand wil nog eens een kampeerseizoen voor inschrijvingen in de populairste scholen (DS 1 maart).

De meest voor de hand liggende oplossing, een veralgemeend systeem van centraal aanmelden, zien de N-VA en het katholiek onderwijs alleen zitten als de sociale correctie (de zogenaamde dubbele contingentering) verdwijnt. De voorstanders van de dubbele contingentering argumenteren dat het systeem niet tegen de voorkeuren van ouders ingaat en de keuzevrijheid dus behouden blijft. Volgens de tegenstanders mag iemands sociale achtergrond nooit de kans op inschrijving beïnvloeden. Als compromis zullen alleen de steden die er expliciet voor kiezen de dubbele contingentering behouden. Dit is voor alle partijen de best mogelijke politieke uitkomst.

Achterpoortjes sluiten

Tegelijk roept het compromis enkele vragen op. Bij monde van onderwijswoordvoerder Kris Van Dijck (N-VA) en minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) duikt het argument op dat de veranderende bevolkingssamenstelling het segregatieprobleem automatisch zal doen verdwijnen. De stad wordt gekleurder, en dus de scholen ook. Het klopt dat de sociale mix tussen leerlingen die thuis Nederlands spreken en zij die dat niet doen, toeneemt. Die trend zal zich vermoedelijk blijven doorzetten. Tegelijk neemt de sociale mix tussen kansarme en kansrijke leerlingen op lange termijn af. Er is geen reden om aan te nemen dat dit fenomeen plots zou omkeren, zeker niet omdat de dubbele contingentering net over de sociale mix tussen kansarm en kansrijk gaat (en niet expliciet over de etnische mix, al hangt die daar deels mee samen).

Crevits suggereert ook dat de praktijk van aanmelden op zich (zonder sociale correctie dus) positieve effecten op de sociale mix zal sorteren. Je zou zo’n effect kunnen verwachten vanuit het idee dat enkele achterpoortjes gesloten worden. Iedereen passeert via hetzelfde, transparante systeem. Maar de ervaring van centraal aanmelden in Gent, Brussel en Antwerpen, vóór de invoering van de dubbele contingentering in 2013, leert dat aanmelden op zich geen meetbare effecten oplevert. De reden ligt voor de hand: segregatie bij de instroom is niet zozeer het gevolg van discriminatie aan de schoolpoort, maar wel van verschillende schoolvoorkeuren tussen sociale groepen.

Afstandscriterium

Wat het meest zorgen baart, is dat men in het centraal aanmeldingssysteem (voor het basisonderwijs) sterk zal inzetten op het afstandscriterium om de prioriteiten van leerlingen te bepalen. Op korte termijn kan dit positief zijn: scholen zijn doorgaans sterker gesegregeerd dan buurten. Een grotere link tussen school en buurt leidt dus tot een grotere sociale mix op school. Maar op lange termijn zal dit ertoe leiden dat ouders hun woonkeuze sterker zullen afstemmen op hun schoolkeuze. Huisprijzen zullen de waarde die aan de school gehecht wordt, weerspiegelen. Dit fenomeen bestaat al in landen waar de toegang tot scholen sterk gelinkt is met de woonplaats. Het resultaat is dat buurten, en op hun beurt opnieuw de scholen, verder zullen segregeren. Als dit de uitkomst is, dan gaan we maar beter weer kamperen.

Minstens twee oplossingen zijn mogelijk. Gebruik toeval om te bepalen wie van de geïnteresseerde ouders een plaats krijgt. Doe dit voor alle plaatsen, of toch voor een groot deel ervan. En maak de sociale correctie verplicht voor die gebieden die alleen met het afstandscriterium willen werken. Op beide manieren wordt de link tussen woonplaats en school afgezwakt. Dit is niet de gemakkelijkste optie, want het draagvlak onder ouders voor het afstandscriterium (zonder sociale correctie) zal groter zijn dan dat voor het toevalscriterium.

Financiële prikkels

De minister van Onderwijs geeft ook aan naar nieuwe manieren te zoeken om de sociale mix te blijven ondersteunen. Via het inschrijvingsrecht zal dit niet gebeuren. Dubbele contingentering is zowat het meest voorzichtige systeem om sociale mix op een expliciete manier te vergroten. Dit principe afzwakken, kan alleen door het af te voeren. De kritiek dat het systeem niet genoeg rendeert, klinkt in dit licht wat dubbel. Als het sterker had gerendeerd, zou de weerstand nog veel groter zijn geweest. Financiële prikkels voor sociale mix zijn ook niet vanzelfsprekend. Scholen beschikken vandaag (terecht) over meer middelen als hun populatie eerder kansarm is. Dit verder opdrijven klinkt logisch, maar houdt het perverse effect in dat voor scholen met een kansarme populatie meer sociale mix minder middelen betekent.

Zoals gezegd verschillen schoolvoorkeuren tussen sociale groepen. Dit is deels onvermijdelijk, omdat mensen gelijken opzoeken. Maar deels is dit ook het gevolg van de buurt waar je woont. Een grote opportuniteit ligt zo bij de ruimtelijke ordening en stadsplanning. Als we erin slagen concentraties van kansarmoede in onze buurten te vermijden, zullen we meer bereiken dan met dubbele contingentering alleen. Wie echt om sociale mix geeft, maar wil dat die op een spontanere manier tot stand komt, moet hier extra middelen voor vrij maken.

 

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter