Thierry De Baets: ‘Wat is toch de drijfveer om hulpdiensten te bestoken met flessen en vuurwerk?’
Het is meer dan 20 jaar geleden en toch herinner ik het me levendig. Een jonge dame onder invloed van alcohol wilde me slaan omdat ik haar wilde helpen. De slag kon ik grotendeels ontwijken. Een andere keer had ik meer geluk, toen was de politie erbij. De patiënt, onder invloed van drugs, was veel sterker, veel agressiever ook. Het scheelde niet veel of ik kreeg zijn voet vol in mijn gezicht. Beide incidenten gebeurden op de dienst spoedgevallen. Gelukkig was ik daar nooit alleen, en had ik het geluk dat er verplegers of ambulanciers aanwezig waren die sterker en gespierder waren dan ik. Ook politiediensten moesten soms te hulp komen.
Vandaag kom ik veel minder bij de spoedgevallen. Maar de agressie tegen mijn collega’s, tegen de verpleging en andere hulpverleners is in die 20 jaar alleen maar toegenomen. Een publicatie van het Vias van 2022 is verontrustend. Drie op de vier ondervraagde hulpverleners werd het jaar ervoor uitgescholden, bij 15% gebeurde dat wekelijks. De helft van hen was in de 12 maanden ervoor het slachtoffer geweest van fysieke agressie. In 60% van de gevallen gebeurde dat door de patiënt zelf (bijna altijd onder invloed van alcohol, een andere drug of van medicatie).
Ongeveer een kwart van de ondervraagden heeft er al aan gedacht om als gevolg van agressie van job te veranderen.
Waarom blijft het toch mogelijk dat elke week opnieuw bepaalde mensen hulpverleners aanvallen? Met oudejaar was er (en dat is helaas ’traditie’ geworden) een piek in het aantal gevallen van agressie tegen ambulanciers en brandweermannen, tegen verpleging en urgentieartsen. Nochtans zijn dit allemaal hulpverleners die zelfs de daders zouden helpen als het moet, als het mogelijk was. Het geweld is ook van een andere orde dan deze op de spoedgevallen. De aanvallen zijn minder impulsief. Ze lijken georganiseerd en gepland, en daarom ook gevaarlijker.
Wat is toch de drijfveer om hulpdiensten te bestoken met flessen, met stenen, met zwaar en verboden vuurwerk? Hoe laf is het om net hen die je kan lokken met een hulpoproep aan te vallen? Hulpverleners helpen alleen maar. Ze beoordelen niet, ze veroordelen niet, ze straffen niet.
Deze fysieke aanvallen op straat zijn veel erger en laffer nog dan de agressie op de spoedgevallen. Ze zijn beangstigender voor de hulpverleners omdat de hulpdiensten niet weten hoe talrijk de agressors zijn, van waar ze tevoorschijn zullen komen en hoe gewelddadig ze zijn. De hulpdiensten raken niet op hun bestemming. Ze zullen het vuur niet kunnen blussen, de patiënt (en dat kan jouw vader of moeder zijn, jouw zoon of dochter) niet kunnen redden. Die aanvallen worden niet uitgevoerd door patiënten (al dan niet onder invloed) of door hun familie die onder stress staat. De agressievelingen hebben a priori niets met de hulpverleners te maken. Ze zijn er toevallig bij, ze lokken de hulpdiensten met valse noodoproepen of met brandstichting.
Weet u wie die hulpverleners zijn?
Het zijn mensen die van helpen hun beroep maken of het doen als vrijwilliger. Dankzij al die mensen zijn onze hulpdiensten 24/7 beschikbaar, onafhankelijk van het weer, van hun humeur of van hun eigen problemen thuis. Ze stellen zich geen vragen over wie het slachtoffer is, welke afkomst die heeft, welk geslacht. Ze hebben geen vragen over geloof of politiek, geen interesse in status. Elke mens wordt als mens benaderd, iedereen wordt geholpen.
Is een aanval tegen deze helpers niet ook een aanval tegen de samenleving als geheel? Dit is een fenomeen dat we niet kunnen tolereren.
Is er een wetenschappelijke sociologische uitleg voor dit fenomeen? Waar falen we als samenleving als individuen de wereld waarin ze leven, willen ontwrichten? Waar faalt hun opvoeding? En vooral, is er een oplossing? Bestaan er voorbeelden hoe dit fenomeen ergens in de wereld succesvol werd aangepakt, opgelost of voorkomen?
We kunnen allen samen verwachten dat de overheid, politie of justitie dit probleem aanpakken. Maar is er niets meer? Kunnen wij als vredelievende maatschappij, als mensen die veiligheid en zekerheid willen, zonder in de val van ‘de spiraal van het geweld’ te trappen, deze vorm van lafheid een halt toeroepen?
In afwachting van het antwoord op die vragen, kunnen we alvast alle hulpverleners bedanken. Brandweermannen- en vrouwen, ambulanciers, urgentieartsen en verplegers, en politiediensten; allemaal gaan ze aan het werk om mensen ter plekke te helpen. En bedankt ten slotte ook de stadsdiensten, die elke keer opnieuw het puin van een wilde nacht opruimen.
Bron: Knack