Hilde Martien: ‘Het besef dat we hier niet eeuwig zijn, laat ons stilstaan bij de vraag: wat geeft mijn leven zin’
We worden allemaal met overlijden en dood geconfronteerd, zeker in deze dagen waarop het kerkhof wel een bloemenweide lijkt’, schrijft Hilde Martien van Logia op Allerheiligen. ‘En toch lijkt onze maatschappij vervreemd van de dood, het lijden, maar ook van een ‘leven na de dood’.’
‘Binnen 40 jaar zie ik jullie terug!’ Met deze hoopvolle boodschap keerden we terug naar huis na een bezoekje aan een goede vriend, een jonge veertiger. Een hele autorit lang speelden zijn woorden in mijn hoofd en vandaag nog steeds. De week ervoor hadden wij onze kinderen duidelijk gemaakt dat onze vriend echt niet lang meer zou leven. Zij wisten dat zijn ziekte onomkeerbaar was, maar nu was het ‘einde’ niet ver weg meer. We zeiden dat dit voor hun gezin heel verdrietig is, maar dat het tegelijk hoopvol is.
‘Hoopvol?’ vroeg onze jongste zoon verwonderd. ‘Ja, hoopvol, want zij geloven dat het leven niet stopt bij de dood en dat ze elkaar ooit terug zullen ontmoeten’, was mijn repliek. Ik was geraakt door zijn vraag. ‘Hoopvol?’ Onze zonen volgen allemaal sinds het begin van hun schoolloopbaan katholiek onderwijs. Toch lijken ze verwonderd over wat ik hen net kom te zeggen: ‘De dood is geen eindpunt’. Ik hoor het u al vragen: behoort dit tot de leerstof? Moet het katholiek onderwijs hier aandacht aan besteden? Waarom is dit de essentie, en dan nog van onderwijs? Wel, hierbij stilstaan, is belangrijk. Het plaatst ons alledaags leven in een ander perspectief.
Een GPS op zak
Een jonge man die te vroeg afscheid moet nemen, blijft een drama. De ziekte was zwaar, het gezin moet het binnenkort zonder vader stellen. Het is voor iedereen een zware last om dragen, in eerste instantie de zieke papa, mama en de vijf kinderen. Maar naast het onontkoombare verdriet, leeft in dit gezin en in hun omgeving een onderliggend vertrouwen. Vertrouwen in God, in het opgenomen worden in het grotere geheel en elkaar – op één of andere manier – ooit ‘terugzien’. En dat is bemoedigend, ook al kan het nog lang duren. Deze hoop stuurt je leven en draagt het ook. Jij hebt dan wel zelf wel het stuur vast, maar er is ook Iemand die meerijdt en je GPS is.
We worden allemaal met overlijden en dood geconfronteerd, zeker in deze dagen waarop het kerkhof wel een bloemenweide lijkt. En toch lijkt onze maatschappij vervreemd van de dood, het lijden, maar ook van een ‘leven na de dood’. Nochtans kan het besef dat we hier niet eeuwig blijven rondhangen ons laten stilstaan bij de vraag: wat geeft mijn leven zin?
Leven na de dood
Christenen zijn uiteraard niet de enigen die zich bezighouden met zinvragen en zingeving, maar het christendom biedt wel een hoopvol en bemoedigend zingevingskader. Wat doet de hoop ‘op een leven na de dood, dicht bij God’ immers met een mens in dit aardse bestaan? Het maakt een mens klein, maar tegelijk groot; het maakt een mens zwak, maar tegelijk sterk. De genade van het christelijk geloof is niet als een beloning, maar als iets dat je innerlijke doet bewegen en perspectief biedt, ook op het leven nu. Het zorgt voor een spirituele levenshouding die uiteraard geen garantie geeft op een vrij en vrolijk leven, maar het is wel een zingevingskader dat de zin ‘binnen 40 jaar zie ik je terug’ als bemoedigend laat binnenkomen.
Deze boodschap van hoop en mededogen brengen aan kinderen en jongeren van vandaag in onderwijscontext lijkt een moeilijke opgave, een eindterm of leerdoel die je liever niet in het leerplan ziet. Nochtans zit het in de kleine dingen die je zegt of net niet: de begrijpende blik of de hand op de schouder: begrip opbrengen voor gebeurtenissen, emoties ook, en tegelijk kunnen in de context plaatsen van ‘het leven is niet volledig maakbaar’.
Het zou heel wat kinderen en jongeren verlossen van het juk van het perfect moeten ‘slagen’ in alles wat je doet. Beseffen dat je ‘gedragen wordt’ door Iemand die welwillend en met mededogen naar je kijkt, doet je uit je eigen ‘comfortzone’ stappen en plaatst het belang van de liefde voorop, het belang ook van het goede proberen te doen in de kleine dingen. En het is de liefde voor God en anderen die maakt dat voor ons de 40 lange jaren van wachten, tot we onze goede vriend terugzien, draaglijker worden.