Wim Verbeeck: ‘Het onontdekte land van de toekomst: over hoe het verder zou kunnen gaan’
Ongetwijfeld kunt u zich herinneren hoe de enthousiaste leerkracht geschiedenis bij de aanvang van de eerste les aan de klas de quasi retorische vraag stelde waarom we nu allemaal geschiedenis moeten leren. Na een periode van contemplatieve stilte valt eindelijke het verlossende antwoord: omdat we uit de geschiedenis moeten leren. Nochtans leert de geschiedenis ons één ding, namelijk dat we niets leren.
Wat kort door de bocht, geef ik toe, maar misschien biedt de coronacrisis de mogelijkheid om bewuster met deze vraag om te gaan. Dat deze crisis de geschiedenisboeken zal halen, staat buiten kijf. Ik denk zelfs dat de meesten onder ons dat beseffen. Vanuit het besef dat u en ik onderdeel zijn van een historisch erg relevante gebeurtenis, kunnen we nu al nadenken over welke zaken we kunnen onthouden in functie van de toekomst. Ik bied er u enkele mogelijkheden aan.
Rabbi Jonathan Sacks, wereldbefaamd filosoof en theoloog, wijst in zijn laatste boek Morality op een belangrijke culturele verschuiving die hij Cultural Climate Change noemt. Kortweg komt het erop neer dat de cultuur gedurende de laatste decennia verschoven is van een collectief wij naar een individualistisch ik.
Hij toont dit uitgebreid aan vanuit heel wat maatschappelijke tendensen, maar laat mij me beperken tot één voorbeeld. Universitair onderzoek wijst uit dat teksten van popsongs de laatste decennia verschoven zijn van verhalen over wij naar verhalen over ik.
De ikkigheid, om het met de woorden van Dirk De Wachter te zeggen, creëert een cultuur waarin de mens wordt losgeweekt uit het sociale weefsel en ronddoolt in Nietzsches oneindige leegte. Het hamstergedrag dat we spijtig genoeg van dichtbij hebben kunnen meemaken, is daar een scherpe illustratie van.
Daartegenover staan de geweldige acties van solidariteit onder de mensen. Restaurants die koken voor mensen uit de zorgsector, mensen die zingen uit dankbaarheid of kopen bij de lokale handelaar, etc. Dit alles toont aan dat de terugkeer uit de ikkigheid naar het wij mogelijk en wellicht noodzakelijk is.
Vervolgens, zo toont Sacks aan, worden we geconfronteerd met een wereldwijde crisis. Voor het eerst is mijn probleem gelijkaardig aan het probleem van de Amerikaan, wiens probleem analoog is aan dat van de Chinees of de Boliviaan. U en ik worden uitgedaagd tot wat Sacks Global Responsibility noemt, een verantwoordelijkheid die verder gaat dan de eigen achtertuin. Was globalisering tot voor kort synoniem van een financieel-economisch mechanisme, vandaag kan het verworden tot een vorm van wereldburgerschap, waarin een gedeelde ethische code voorop wordt gesteld.
Ten slotte, en dat lijkt me heel erg belangrijk, maakt deze crisis pijnlijk duidelijk dat de vanzelfsprekendheid waarmee we anderen ontmoetten, helemaal geen vanzelfsprekendheid is. Misschien nodigt het post-coronatijdperk ons uit tot een grotere dankbaarheid voor de aanwezigheid van anderen in ons leven. Hopelijk worden de fundamenten gelegd van een cultuur waarin het vertrouwen het haalt van het wantrouwen. Vertrouwen dat niet alleen cruciaal is voor de dagelijkse omgang, maar zeker ook als grond van een sterke, hopelijk meer menselijke economie.
De pessimist ziet alles negatief. De optimist gelooft dat alles goed komt. Beide houdingen zijn in deze tijden onverantwoord. Veeleer is er nood aan hoop. Het grote verschil tussen optimisme en hoop is dat hoop gaat over het geloof in een positieve afloop mits aanhoudende inspanningen. Deze inspanningen zie ik overal gebeuren. Ze vormen de basis voor een nieuwe toekomst, na corona.
Bron: De Wereld Morgen