Tim Brys: ‘Durven we Israël sancties opleggen?’
Mijn oudste dochter zit in de derde kleuterklas. Vandaag kwam ik net voor de bel op school aan en kon haar van bij de schoolpoort nog flink zien spelen met haar vriendjes. Haar vrolijke gelatenheid warmde mijn hart. Het is een genot om je kinderen het goed te zien doen. Binnenkort wordt ze zes en ik stond me af te vragen of we nog een cadeau zouden moeten kopen voor haar verjaardag.
Toen keek ik op mijn gsm en zag de foto van een zesjarig kind in Gaza, vel over been, op sterven na dood in een ziekenhuis in het noorden van Gaza. Het contrast kon niet groter zijn. Vóór mij, mijn dochter: omringd door vriendjes, vrolijk aan het spelen, binnenkort jarig met nog vele verjaardagen te komen. Op mijn gsm, een Palestijns kind: omringd door dokters, aan het kermen van de pijn, geen sprankeltje hoop op een volgende verjaardag.
Een dertigtal mensen, vooral kinderen, stierf al van ondervoeding en dehydratatie in Gaza. Het zijn mogelijk de eerste druppels die een stortvloed aankondigen. Al maanden wordt de humanitaire hulp door Israël maar druppelsgewijs binnengelaten. Die hulp was reeds voor de gruwelen van 7 oktober broodnodig; nu zoveel te meer, gezien de systematische vernieling van Gaza’s infrastructuur.
Voor 7 oktober waren 500 vrachtwagens per dag nodig; vandaag komen er gemiddeld maar een 150-tal binnen. Het resultaat is groeiende hongersnood en het soort apocalyptische scenes waarbij wanhopige Palestijnen vrachtwagens plunderen terwijl het Israëlisch leger op hen schiet. In Gaza eet men nu zelfs gras.
Vrachtwagens met hulp worden met de domste excuses weggestuurd; recent nog één omdat er medische scharen in zaten. Dat is één van de vele items die op de Israëlische lijst van verboden spullen staat, naast anesthetica, zonnelampen, zuurstofflessen, beademingsapparatuur, waterreinigingstabletten, geneesmiddelen tegen kanker en kraampakketten. Al die spullen zouden “dual use” zijn, en kunnen dus ook mogelijk als wapens gebruikt worden.
De airdrops met humanitaire hulp die andere landen ter vervanging organiseren zijn een druppel op een hete plaat. Één airdrop levert minder dan een vrachtwagen, maar kost 50 keer meer. En de haven die Amerika wil bouwen om de levering van hulp te faciliteren is het toppunt van hypocrisie: het land heeft alle macht om Israël te dwingen meer hulp binnen te laten, maar doet dat niet, en blijft daarenboven leukweg wapens leveren.
Waarom stopt niemand Israël? Het Internationaal Gerechtshof oordeelde al eind januari dat Israël mogelijk een genocide pleegt in Gaza en beval het land er alles aan te doen om dat te voorkomen of te stoppen. Israël moest volgens het bevel “onmiddellijke en doeltreffende maatregelen nemen om de verstrekking van dringend noodzakelijke basisdiensten en humanitaire hulp mogelijk te maken.” De situatie in Gaza is sindsdien alleen maar verergerd.
Waarom kijkt de wereld gewoon toe terwijl Gazanen niet alleen platgebombardeerd worden, maar ook uitgehongerd? Dat regeringsleiders Israël oproepen om hiermee te stoppen is niet genoeg. Dat is niet meer dan een gewone Belg als ik kan doen. Regeringsleiders kunnen maatregelen nemen die ertoe doen. Ze kunnen wapenembargos en andere sancties opleggen. Volgens Francesca Albanese, speciaal rapporteur van de Verenigde Naties voor de bezette Palestijnse gebieden, is dat broodnodig om Israël te dwingen zich te houden aan het bevel van het Gerechtshof.
Zullen regeringsleiders dat durven voor het te laat is? Hoeveel slachtoffers moeten er nog vallen? Hoeveel uitgemergelde kinderen moeten er nog begraven worden? Dit moet nu stoppen.
Bron: Knack