Steven Van Hecke: ‘Het jaar van het afscheid’
In Europa wordt 2019 het jaar van het afscheid. Te beginnen met het Verenigd Koninkrijk. Formeel verlaten de Britten op 29 maart de Europese Unie. De kans dat dat ook feitelijk gebeurt, groeit met de dag. Het ziet er niet naar uit dat premier Theresa May in het Britse Lagerhuis op voldoende steun zal kunnen rekenen voor het akkoord dat ze enkele weken geleden met Brussel afsloot.
Zoals voorspeld hebben de overige 27 lidstaten de deur van de heronderhandelingen gesloten. Het enige dat May restte was haar beproefde recept: uitstel. Ze heeft de cruciale stemming, die gepland was voor 11 december, verplaatst naar begin 2019. Het debat wordt heropend op 14 januari en ten laatste op 21 januari moeten de Britse parlementsleden zich uitspreken over de brexitdeal. Verwerpen ze die, dan verlaat het Verenigd Koninkrijk de EU op 29 maart zonder akkoord of overgangsperiode. De harde brexit is dan een feit.
Zo’n harde brexit wordt voor May, die zich altijd heeft ingespannen om een zogenaamde No Deal te vermijden, een politieke nederlaag van formaat. Die uitkomst ruim twee jaar na het referendum, vervroegde verkiezingen en anderhalf jaar onderhandelen zou de ultieme wraak van het parlement zijn. Dat heeft tenslotte via de rechtbank moeten afdwingen dat de Britse premier de zegen van haar parlementsleden vraagt om uit de EU te stappen. Met andere woorden: in het land waar de parlementaire soevereiniteit is uitgevonden en ze daar bovendien graag mee uitpakken, was de regering van plan op eigen houtje de belangrijkste beslissing sinds de Tweede Wereldoorlog te nemen. Maar een kniesoor die daar dan nog om maalt.
De manier waarop de brexit in de praktijk zal verlopen, bepaalt het lot van May. Haar kritische partijgenoten gebruikten het instrument van een vertrouwensstemming in de Conservatieve Partij al en dat kan de komende maanden dus niet opnieuw worden ingezet. Wat rest, is een vertrouwensstemming in het Lagerhuis. Jeremy Corbyn, de leider van het socialistische Labour, stuurde daar al op aan, maar zonder succes. En uiteraard kunnen nieuwe verkiezingen plaatsvinden of kan alsnog een tweede referendum worden georganiseerd. Niemand die het weet, ook May wellicht niet, maar ze blijft ongetwijfeld de eerste minister van de brexit. Dat besliste ze in zekere zin zelf al door aan te kondigen dat ze geen kandidaat meer is bij de eerstvolgende parlementsverkiezingen, ten laatste in mei 2022. Tot dan kan ze na 29 maart al haar energie kwijt in de negatieve fall-out van de brexit, in de eerste plaats op economisch vlak. Tenzij de Britse pond doet wat haar collega-politici niet gedaan kregen: haar finaal op de knieën krijgen door aanhoudende koersdalingen en dus slechtere vooruitzichten voor de economie.
Dat kan de realiteitszin doen terugkeren. De No Deal diende dan in het beste geval als catharsis zodat niemand, ook de EU niet, kan worden verweten dat de uitslag van het referendum niet werd gerespecteerd. Zeker in de huidige situatie, zonder oplossing voor de Ierse grenskwestie en een overgangstermijn die minstens tot einde 2022 loopt, riskeert May ten eeuwigen dage de gevangene van de hardliners in haar partij en het parlement te blijven. Hun geven wat ze vragen, een echte exit op 29 maart, is wellicht de efficiëntste manier om hen de mond te snoeren. Zij betalen weliswaar het gelag niet, maar als May het handig speelt, kan het een politieke gamechanger worden.
Ook voor de EU breekt op dat moment het uur van de waarheid aan. Brussel had evenmin een harde brexit voor ogen, maar de voorbereidingen zijn naar verluidt wel volop aan de gang. Politiek wordt het uitkijken naar de eensgezindheid tussen de 27 lidstaten en wat ervan overblijft na het vertrek van de Britten. In de eerste plaats voor de toekomstige relaties met het VK, maar ook en vooral voor de reeds lang aangekondigde toekomstplannen voor de Unie. De bedoeling is dat de staatshoofden en regeringsleiders op de eerste topbijeenkomst zonder de Britten in het Roemeense Sibiu op 9 mei uit de doeken doen wat de krijtlijnen zijn voor de komende jaren. Wellicht wordt dat niet meer dan een vage verklaring gezien de eensgezindheid op allerlei beleidsdomeinen ver te zoeken is. Bovendien is het in de eerste plaats aan de burgers om zich over de toekomst van de EU uit te spreken. Zij laten tenslotte enkele weken later, op 26 mei, hun stem horen bij de Europese verkiezingen.
En dat zijn geen onbelangrijke verkiezingen. Het wordt het eerste Europees Parlement zonder Britse vertegenwoordigers en de uitslag bepaalt mee wie de komende jaren aan het roer komt van de EU. 2019 is ook het afscheidsjaar van Jean-Claude Juncker als Commissievoorzitter en Donald Tusk als voorzitter van de Europese Raad. Voor Juncker is het trouwens meteen een definitief afscheid van de actieve politiek. Beiden betreuren weliswaar het vertrek van het VK, maar ze zullen in de annalen van de EU toch vooral herinnerd worden voor de brexit. Uitgerekend zij mogen samen met de Britten hun opwachting maken in het uitwuifgedeelte van het jaaroverzicht van 2019.
Bron: De Tijd
“de belangrijkste beslissing sinds de Tweede Wereldoorlog”
Als we inderdaad mogen vergelijken met hoe tijdens WO2 cruciale beslissingen werden genomen (o.a. de beslissing eind mei- begin juni ’40 om desnoods alleen door te vechten) : Churchill leidde een coalitie met Labour in zijn regering !
“de belangrijkste beslissing sinds de Tweede Wereldoorlog”
Als we inderdaad mogen vergelijken met hoe tijdens WO2 cruciale beslissingen werden genomen (o.a. de beslissing eind mei – begin juni ’40 om desnoods alleen door te vechten) : Churchill leidde een coalitie met Labour in zijn regering !