Steven Van Hecke en Wouter Wolfs: ‘Laten lidstaten Spitzen naar hun pijpen dansen?’
De stembusslag van mei 2019 werpt stilaan zijn schaduw vooruit. Dat is in België al een hele tijd het geval, maar intussen raakt ook de rest van de Europese Unie in verkiezingsmodus. Na de Brexit zijn er in de 27 lidstaten van de Unie in totaal 705 zitjes in het Europees Parlement vacant. De kandidaten binnen de eigen lidstaat genieten uiteraard de meeste aandacht. Bij ons is het bijvoorbeeld uitkijken naar de lijsttrekkers die de Vlaamse partijen in de politieke arena zullen sturen om van De Panne tot Opgrimbie stemmen te verzamelen. Maar ook een select kransje toppolitici die Jean-Claude Juncker willen opvolgen aan het hoofd van de Europese Commissie probeert zich in de kijker te werken.
Sinds de Europese verkiezingen van 2014 kiezen de meeste Europese politieke families hun kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie waarmee ze tijdens de kiescampagne heel Europa doorkruisen. Het principe is eenvoudig: wie op een lokale kandidaat stemt van een bepaalde politieke familie, steunt meteen de kandidaat-Commissievoorzitter van die Europese partij. Zo was in 2014 een stem voor CD&V-lijsttrekster Marianne Thyssen indirect ook een stem voor Jean-Claude Juncker, de Spitzenkandidaat van haar politieke familie, de Europese Volkspartij (EVP).
Geen hogere opkomst
Tijdens de verkiezingen van 2019 willen de Europese politieke partijen dat systeem opnieuw toepassen en daarom beginnen de Spitzenkandidaten zich warm te lopen. Bij de socialisten blijft alleen de Nederlander Frans Timmermans over, de huidige nummer twee van de Europese Commissie, nadat de Slovaakse Commissaris Maros Sefcovic zijn kandidatuur heeft ingetrokken (DS 6 november). De EVP kiest morgen in Helsinki tussen de fractieleider in het Europees Parlement, Manfred Weber, en de voormalige Finse premier, Alexander Stubb. De Europese Groenen vergaderen eind deze maand in Berlijn en daar is de Vlaamse Petra De Sutter een van de kanshebbers. Bij de Europese liberalen is het tot begin 2019 wachten op witte rook.
Zelfs de politieke families die de Unie minder goed gezind zijn, doen mogelijk mee: de Europese Conservatieven nomineerden de Tsjech Jan Zahradil als hun topkandidaat en Italiaans minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini overweegt om als Europees boegbeeld van de uiterst-rechtse partijen naar de verkiezingen te trekken.
Zo’n systeem met Spitzenkandidaten is populair in Europese middens omdat het heel wat voordelen worden toegedicht: het versterkt de Europese dimensie van de verkiezingen, personaliseert de campagne, vergroot de inzet en stuwt de opkomstcijfers de hoogte in. Dat laatste bleek in 2014 veeleer een wensdroom. Minder dan 43 procent van de kiezers trok naar de stembus, wat een lichte achteruitgang was tegenover de vorige verkiezingen. Bovendien bleken veel kiezers de Spitzenkandidaten nauwelijks te kennen, behalve wanneer er een link was met de lidstaat, zoals in België met de kandidatuur van Guy Verhofstadt voor de Europese liberalen. Een aantal verwachtingen heeft het systeem dus nog niet kunnen inlossen, maar ten gronde is dat geen groot probleem. Zo’n systeem moet ook groeien en de kern van de zaak blijft belangrijk: de kiezer krijgt impact op de selectie van de Commissievoorzitter, de belangrijkste functie binnen de uitvoerende macht van de Unie. Dat is al een hele vooruitgang, ook in vergelijking met de gangbare praktijken in de meeste lidstaten. Wie in België had bijvoorbeeld kunnen voorspellen dat een stem voor de N-VA, CD&V of Open VLD in mei 2014 uiteindelijk Charles Michel in de Wetstraat 16 zou brengen?
Dan gaat het er bij de verkiezingen van het Europees Parlement en de aanduiding van de Commissievoorzitter toch ‘democratischer’ aan toe, dankzij de Spitzenkandidaten. Toch minstens zolang het Parlement het been stijf houdt ten aanzien van de lidstaten, want het zijn de staatshoofden en regeringsleiders die eerst een kandidaat-Commissievoorzitter moeten voordragen.
Opportunisme
De Europese Raad heeft in 2014 bakzeil gehaald en dankzij de brede steun in het Parlement finaal voor Juncker gekozen. Dat de ex-premier van Luxemburg een oude bekende was aan de top van de EU hielp uiteraard. Daarmee is meteen ook een belangrijke zwakte van het systeem blootgelegd. De lidstaten zullen in 2019 wellicht minder geneigd zijn om voor een Spitzenkandidaat te kiezen als die geen regering geleid heeft. Alleen de Fin Stubb voldoet aan dat criterium. Maar stel dat hij de EVP-nominatie in de wacht sleept, dan nog moet hij een meerderheid in het Parlement achter zich krijgen. Dat zal minder eenvoudig zijn dan in 2014. Niet alleen omdat de traditionele politieke families pluimen zullen laten bij de verkiezingen, maar ook omdat sommigen het stilaan beu zijn dat de EVP altijd met de prijzen gaat lopen. Het zou de critici van de EVP misschien niet slecht uitkomen dat de lidstaten deze keer hun slag wel thuishalen.
Als grootste politieke familie is het voor de EVP gemakkelijk om het systeem van de Spitzenkandidaten te steunen, want ze doet er haar voordeel mee. Dat diezelfde politieke familie eerder dit jaar de transnationale lijsten heeft gekelderd (DS 7 februari), dat andere initiatief om de kiescampagne Europeser te maken, is niet iedereen vergeten. Opportunisme van de ene zijde zou weleens beantwoord kunnen worden met opportunisme van de andere. Dat zou bijzonder jammer zijn, omdat de stem van de kiezers opnieuw minder zou doorwegen. Het zou toekomstige sterke kandidaten afschrikken, omdat de Spitzenkandidaten toch geen vooruitzicht hebben op het voorzitterschap van de Commissie. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat kandidaten alleen in de race stappen omdat ze tijdelijk extra media-aandacht krijgen? Als het kantoor op de hoogste verdieping van het Berlaymontgebouw buiten bereik blijft, dreigen er zich alleen tweederangs Spitzen aan te bieden.
Het systeem is nog in wording, maar het verdient steun, al was het maar als opstap naar de rechtstreekse verkiezing van de Commissievoorzitter. Zo ver is de Unie nog lang niet, maar tussentijds kunnen de powers that be toch al zo veel mogelijk klare wijn schenken. Welke politieke families steunen het systeem met Spitzenkandidaten, ongeacht wie het pleit wint? Welke regeringsleiders zijn bereid zich principieel bij de keuze van het Parlement neer te leggen? Alleen als die vragen zijn beantwoord, kan de kiezer weten wat zijn stem in mei 2019 echt waard is.
Bron: De Standaard