Mark Van de Voorde: ‘Lokken religies geweld uit?’

Welles nietes, het gehakketak over de vraag of de islam in se gewelddadig is blijft aanhouden op de sociale media (af en toe ook in de gewone media). Dat men daarmee niet alleen de vredelievende moslims schoffeert maar ook het integratieproces onmogelijk maakt, zal velen worst wezen. Er zijn er die nog een stap verder gaan: ze stellen dat elke religie per definitie tot geweld leidt. Alleen het atheïsme zou vredelievend zijn, want in naam van het humanisme is nog nooit gedood, schrijven sommigen. Als argument plaatsen ze de quote van Ricky Gervais: “Wij atheïsten hebben niets om voor te sterven, wij hebben alles om voor te leven.” Als dat waar zou zijn, betekent dit dat voor atheïsten niets in het leven zo heilig, nobel of waardevol kan zijn dat je het desnoods met je leven wilt verdedigen.

Zijn ze dan idioten geweest?

Dan zouden voor hen de mensen die op de avond van 13 november in de Parijse concertzaal Bataclan stierven, toen ze hun geliefde met hun lichaam hebben beschermd, iets heel doms hebben gedaan. Dan zouden de Britse, Amerikaanse en Franse soldaten die in de morgen van 6 juni 1944 op de Normandische kust werden weggemaaid, toen ze Europa van het nazisme wilden bevrijden, geen helden geweest zijn. Dan zouden de Russen die via de Goelag uit het leven zijn verdwenen, nadat ze het totalitaire communisme aan de kaak hadden gesteld, idioten zijn geweest. Zij allen hadden immers iets om desnoods voor te sterven.

Voor mij deden ze wat in de Bijbel staat: “Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.” Hiermee zitten we bij de tweede vergissing van hen die menen dat religie tout court tot geweld leidt: namelijk dat al wie bereid is om desnoods voor iets te sterven, ook bereid zou zijn om anderen mee te nemen in zijn dood. Het christelijke martelaarschap spreekt dat formeel tegen: een martelaar is hij die is gestorven voor zijn geloof, nooit iemand die heeft gemoord voor zijn geloof.

Schrap dan de twintigste eeuw

Zo komen we bij de derde vergissing, namelijk dat enkel geradicaliseerde geloofsfanatici bereid zouden zijn om te moorden. Om die bewering vol te kunnen houden, moet je wel de hele twintigste eeuw uit de geschiedenisboeken schrappen. Alles bij elkaar zijn toen een paar honderd miljoen mensen vermoord of gedood voor patriottisme, nationalisme, nazisme, fascisme, communisme, marxisme, maoïsme, stalinisme en nog andere ismen die niets met religie te maken hebben.

Maar nooit voor het humanisme, werpt men dan op. Communisten en marxisten meenden nochtans dat zij het ultieme humanisme van gelijkheid en solidariteit konden bewerkstellingen en daarvoor helaas ook mensen die dat niet begrepen, mochten of moesten liquideren. Dit was een verkrachting van het ware humanisme van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, merken sommigen dan op.

Liberté-égalité-fraternité

Helaas, tijdens de Franse Revolutie is in naam van liberté-égalité-fraternité aan de lopende band gemoord en gehalsrecht. Moeten wij wegens dat terrorisme dan ook de waarden van de Franse Revolutie en de Verlichting afwijzen? Natuurlijk niet, het misbruik van waarden vernietigt de waarheid van de waarden niet. Nochtans is het precies dit wat sommigen beweren over het christendom: omdat ook ooit in zijn naam is gemoord (ofschoon helemaal in tegenspraak ermee), is dat geloof uit den boze.

Zo komen we bij de laatste, misschien wel fundamenteelste vergissing: dat we moeten doen alsof onze beschaving, onze cultuur en onze westerse waarden niets met het christendom te maken hebben. Alsof de Verlichting ontstond uit het niets en als een Deus ex machina – met excuses voor het woord Deus – neerdaalde uit de coulissen van de geschiedenis.

Een spirituele nabijheid

Een maand vóór de aanslagen in Parijs had Bernard Cazeneuve, de Franse minister van Binnenlandse Zaken én volbloedverdediger van de laïcité, het in een toespraak over de “proximité spirituelle entre la République et l’Eglise” (de spirituele nabijheid van de Republiek en de Kerk). Hij verbond het verlichtingserfgoed van liberté- égalité-fraternité met het joods-christelijke denken.

Liberté, aldus Cazenueve, bouwt voort op de “vrijheid van de kinderen Gods”. Egalité noemde hij schatplichtig aan Paulus’ woorden: “Er is geen Jood of Griek meer, er is geen slaaf of vrije, het is niet man en vrouw: u bent allemaal één.” Fraternité, zei hij, is de politieke uitdrukking van de grote Bijbelse vraag: “Wat hebt u voor uw broeder gedaan?”

Kruis in de Eiffeltoren

Het zou wel eens kunnen dat de terroristen beter beseffen dan wij dat onze cultuur van vrijheid en het christendom wezenlijk verbonden zijn met elkaar. Op die gruwelijke vrijdagavond van 13 november vielen zij de cultuur van vrijheid aan: ze zaaiden de dood in het uitgaansleven. De Franse veiligheidsdiensten ontdekten vervolgens dat de jihadisten ook plannen hadden om aanslagen te plegen in kerken.

Ook Jean Julien, de ontwerper van het krachtige symbool van de vredesrune met de Eiffeltoren, begreep die waardeverbondenheid. In de voet van de Eiffeltoren in de cirkel plaatste hij een kruis. De seculiere samenleving en het christelijke geloof zijn samen dragers van de westerse waarden. De Franse kleuren bleu blanc rouge op het immense Christusbeeld in Rio zei hetzelfde. Voor de integratie van moslims in onze samenleving is dat niet onbelangrijk. Zij moeten immers kunnen weten waarin ze zich integreren. En daarom haal je de westerse en de christelijke waarden beter niet uit elkaar.

Bron: Deredactie.be – 29 november 2015

Laat een reactie achter