Kolet Janssen: ‘Verzuring in coronatijd’

Ik verwed er mijn wandelschoenen onder (een onmisbaar attribuut in coronatijden) dat jullie er ook last van hebben. Die scherpe en licht venijnige blik als je in het bos een groep van zes personen passeert.

Allemaal samen één bubbel, geloof je het zelf? Of als je bij de kaasboer iemand een kaas- en wijnpakket hoort bestellen waar je de hele straat mee kunt blij maken. Ja hoor, andere mensen geven wel feestjes! Als je de ingewikkelde kronkelredeneringen hoort die sommige mensen maken om zich rijk te rekenen aan contacten en vakanties. Als je al wandelend langs een huis in een verkaveling vijf auto’s op de oprit ziet staan. Of als je op sociale media een foto ziet passeren van een receptie zonder mondmaskers.

Zure oprispingen

Dan komt er een golf zurigheid uit je buik naar boven waarvan je niet wist dat je die in je had. Al je frustratie over het maandenlang zo goed en zo kwaad als het kan opvolgen van beperkende regels, schiet dan opeens onweerstaanbaar als braaksel naar buiten. Je werpt dodelijke blikken, zegt net iets te luid wat je ervan denkt en er is niet veel nodig om je te veranderen in een scheldend marktwijf of een botte nijdas.

Misschien speel je met de idee om er zelf dan ook maar de brui aan te geven, al is dat wel het slechtste wat je kan doen. Want we moeten gewoon verder volhouden, dat staat boven elke discussie. En dat doet pijn en is vervelend en we zijn het beu, maar er zit voorlopig niks anders op.

(Te) snel oordelen?

Meestal zijn je waarnemingen correct. Er zijn altijd en overal mensen die zich niet houden aan wat zou moeten. Of die de kantjes er op een andere manier aflopen dan jij. Die risico’s nemen die andere mensen in gevaar brengen. En dat is behoorlijk ergerlijk.

Soms krijg je onverwacht ook een kleine terechtwijzing dat je te snel hebt geoordeeld. De kaas- en wijnpakketten waren bedoeld om coronaproof uit te delen aan diverse bubbels van een grote familie. De auto’s op de oprit hoorden bij een cohousingproject. Iets is niet altijd wat het lijkt. In Hasselt kwamen een stel klasgenootjes een kankerpatiëntje helemaal veilig aanmoedigen bij zijn huis op de laatste therapiedag. Een buur had de politie gebeld, maar er was niets aan de hand.

Elkaars waakhonden

Als het al te flagrant is, moet je zeker de politie waarschuwen. Die zoeken dan wel uit of er echt iets fouts gebeurt. En anders kun je het best negeren. Het helpt niemand vooruit als we allemaal elkaars politiehond gaan worden. Het is leuker om je medemensen te blijven vertrouwen en hen te steunen om het vol te houden.

En bovendien is niemand heilig. Nu de kleinzoon meetelt, hebben we opeens een knuffelcontact te veel. Moeten we zijn fietsje dan best binnenzetten als hij er is, zodat niemand aanstoot neemt? Het voelt bijna alsof we een onderduiker in huis halen. Moeten we nog strenger worden in onze uitgedunde contacten? Hoe houden we ons leven leuk nu er zo weinig activiteiten overblijven?

We haten onszelf dat onze blik al zo vervormd is. We kunnen nauwelijks naar een oude film kijken zonder ons te storen aan wildvreemden die te dicht bij elkaar staan. We lachen om onszelf, maar het is treurig. Hoe dan ook gaan we ooit stevig moeten afkicken.

Alleen met een royale portie mildheid gaan we het volhouden. Mildheid voor anderen die  om duizend-en-een redenen niet doen wat ze eigenlijk zouden moeten doen. En mildheid voor onszelf, om ons te verlossen van bijwijlen al te grote scrupulositeit, zurigheid of neiging tot foerterigheid.

Corona gaat met pieken en dalen. Ook bij ons.

 

Bron: De Wereld Morgen

Laat een reactie achter