Katrien Verhegge: ‘Verplichte anticonceptie hoeft niet’
Het is goed dat er door de uitspraken van SP.A-voorzitter John Crombez aandacht is voor de kwetsbaarheid van ongeboren kinderen (DS 23 januari). We zijn het allemaal eens over het fundamentele principe van dit debat. Elk kind, ook het ongeboren kind, verdient alle kansen en maximale bescherming. Er bestaat geen universeel recht op een kind, maar veel mensen koesteren wel een fundamentele kinderwens. Een moeilijk evenwicht.
In sommige situaties moeten we drastisch ingrijpen, daarover zijn we het ook eens. Zoals bij vrouwen die worstelen met chronisch drugsgebruik of een alcoholverslaving. Maar net hier wordt het complex: waar trek je de grens? Wat met ouders met een persoonlijkheidsstoornis, een bepaalde handicap of een chronische ziekte? Wat als er huiselijk geweld in het spel is of als de gezinnen dakloos zijn? Willen we hier ook zo drastisch ingrijpen? De kwetsbaarheid van het (ongeboren) kind gaat heel ver. We moeten de proportionaliteit van de maatregelen voor ogen houden. Voorspellen of een ongeboren kind toch de nodige kansen zal krijgen, is bovendien geen exacte wetenschap.
Vanuit onze ervaringen bij Kind en Gezin zetten we bij ouders in precaire situaties actief in op gepaste gezinsplanning. Ook bespreken we anticonceptie. Hetzelfde geldt voor OCMW’s en andere basisdienstverleningen. Het is dus niet zo’n groot taboe als soms verondersteld wordt. Hulpverleners zijn zich echt wel bewust van de noodzaak. Laten we er alles aan doen om anticonceptie bespreekbaar te maken, ook bij die gezinnen waarin het (ongeboren) kind misschien minder direct in gevaar is. In sommige situaties nemen ouders best even een pauze voor ze opnieuw aan kinderen beginnen.
Prenatale kindermishandeling
“In sommige situaties nemen ouders best even pauze voor ze opnieuw aan kinderen beginnen”
In heel extreme situaties is er, in het belang van het kind, inderdaad een redmiddel nodig. Als het onvoldoende loont om gezinsplanning te stimuleren, moeten we overwegen om kwetsbare zwangere vrouwen onder toezicht te plaatsen. Dat is al mogelijk in Nederland, waar de ondertoezichtstelling geldt in het geval van ‘prenatale kindermishandeling’. Het gaat dan om situaties waarbij het ongeboren kind risico’s loopt door geweld tegen de zwangere vrouw, extreem risicovol gedrag van de vrouw zelf of als het kind geboren zou worden of zou opgroeien in risicovolle omstandigheden.
In 2017 kwamen er 73 meldingen van prenatale kindermishandeling of geweld binnen bij de vertrouwenscentra kindermishandeling en de hulplijn 1712. Zwangere vrouwen ‘onder toezicht stellen’ is een proportionele maatregel om het ongeboren kind te beschermen. Tijdens de periode van toezicht kunnen de hulpverlening en behandelingen opgestart worden. Zo voorkom je, bijvoorbeeld, dat het kind drugsverslaafd geboren wordt en moet afkicken in de couveuse. De maatregel veronderstelt wel dat er nog heel wat juridisch werk verricht wordt. Vandaag biedt de Belgische wetgeving nog geen juridisch kader en statuut voor de bescherming van het ongeboren menselijke leven.
Kindreflex
Laten we het debat vooral voeren vanuit een gezonde visie op maatregelen in verhouding tot de risico’s. We kunnen starten bij de sensibilisering van basisdienstverleners rond anticonceptie en gezinsplanning, zonder taboes. Het vraagt gepaste prenatale hulpverlening, en daar kan nog meer in geïnvesteerd worden. Ook de ‘kindreflex’ kan beter uitgewerkt worden. De politie, justitie en psychiatrie moeten bij hun interventies goed inschatten of het (ongeboren) kind ernstig in gevaar is. De jeugdhulp heeft extra versterking nodig, zodat die zich nog meer kan inspannen om meteen goede zorg te garanderen voor pasgeboren kinderen die niet (onmiddellijk) thuis kunnen worden opgevangen.
Laten we eveneens het debat voeren over de ondertoezichtstelling. Ook dat vraagt het nodige denkwerk. Er zijn duidelijke procedures nodig waarbij een interdisciplinair team diagnostische uitspraken moet doen, voor er juridisch gevolg aan gegeven kan worden. Er zijn strenge criteria nodig om een grijze zone te vermijden, want wie plaats je wel onder toezicht en wie niet?
Door dat voldoende proportioneel aan te pakken, kunnen we het debat rond verplichte anticonceptie of zelfs verplichte sterilisatie achterwege laten. Ik hoorde het Ignaas Devisch graag zeggen op de radio: verplichte anticonceptie is heel invasief en dringt binnen in de diepste privacy van de mensen. Laten we goed nadenken of we dat willen, een samenleving die bepaalt wie wel en wie geen kinderen kan krijgen.
Bron: De Standaard