Françoise Supeley: ‘Kerstmis krijgt enkel zin als het geen vrijblijvende nieuwjaarswens wordt’
De Advent startte onder donkere wolken die net als vorig jaar Kerstmis en familiemomenten bedreigden. De berichten over uitbraken van covid, stijgende cijfers van infecties, ziekenhuisopnames en overbelasting van de ziekenhuizen logen er niet om. Zullen we of zullen we niet samen Kerstmis vieren? Er was toch enige twijfel.
Als angst regeert neigen we snel naar extreme maatregelen, pijnlijk streng en harder dan nodig. In een woonzorgcentrum in de buurt mochten de bewoners van de afdeling waar een bejaarde positief getest werd hun kamer niet meer uit, alhoewel dit geen verplichte maatregel is. Of zoals toen die zwangere vrouw uit het opvangcentrum barensweeën kreeg maar covid positief testte. Neen, ze kon niet komen naar het ziekenhuis. Om toch te kunnen gaan was veel uitleg en aandringen nodig. Het gaat om situaties die extra liefde en begrip vragen, wat er niet spontaan is, nu wet en maatregel wel eens boven menselijkheid lijken te staan. Zeker als je tot een randcategorie behoort, zoals de herders rond pasgeboren Jezus. Die toch marginale figuren waren even welkom als de wijze edelen met hun rijke geschenken. ‘Inclusief’ bezoek, zonder discriminatie omwille van achtergrond, kleur of religie, het gaat tegen de logica van onze samenleving in die het liever houdt bij ‘wij’ tegen ‘zij’.
Net zoals de zwangere vrouw in het opvangcentrum, had ook Jozef ongetwijfeld ook overredingskracht nodig om een plek te krijgen waar Maria haar kind Jezus kon ter wereld brengen. Maar het is hem gelukt. Ik stel me voor dat dit door zijn volgehouden zachtmoedig aandringen was, zoals zoveel mensen die anderen in nood nabij zijn. Zoals Gilbert en zijn vrouw. Zij helpen bijvoorbeeld, samen met vrienden, een Pakistaans gezin om in de papierwinkel van hun verblijfsaanvraag vooruit te komen. Intussen zitten ze met zijn zessen op een appartementje met één slaapkamer waarin van alles ontbreekt. De kleine beetjes hulp die ze ondervinden zijn vonken van hoop voor de toekomst geworden.
Kerstmis krijgt enkel zin als het geen vrijblijvende nieuwjaarswens wordt, geen vrome eendagsvlieg is, maar als het aanzet om de handen uit de mouwen te steken. En dat niet zomaar voor even. Lieve bijvoorbeeld, werkt al een paar jaar mee in een doorgeefwinkel van kledij. Een vrouw die ze al langer kende wilde komen met haar volwassen zoon. Hij had nette kleren nodig om de volgende week voor de rechter te komen. Toen hij met een fris hemd, dito broek en een warme trui stralend uit de paskamer kwam, keek de moeder vol bewondering naar haar zoon. Toen zei de zoon plots: ‘Nu jouw beurt!’, en met de nodige elegantie legde hij een mooie sjaal rond haar hals. Verrassend ontroerend.
Kerstmis is een feest van vrede waar iedereen welkom is, ‘alle mensen van goede wil’. En ik geloof dat er dat heel veel zijn. Kerstmis vieren vraagt echter wel dat ik ook deel met anderen van wat ikzelf bezit en gekregen heb. Ik moet uit mijn comfortzone komen om een handje te helpen aan de ‘vrede op aarde’. Zoals Jeanine die een ‘lastige’ overbuur had. Zij heeft een grote familie en krijgt vaak bezoek. De overbuur wil niet dat er auto’s voor zijn deur geparkeerd staan. Hij maakte daarover dus af en toe van zijn oren. Een keer had hij autopech en hij zou zijn trein missen. Jeanine had toen voorgesteld om hem naar het station te brengen. Een eerste lichtje op weg naar verdraagzaamheid was aangebracht.
Kerstmis, het feest van Jezus’ geboorte, van nieuw licht, aanmoediging van hartelijke vrede zonder discriminatie. We kijken er naar uit, want we weten hoe broodnodig een samenleving is die verder groeit in zorg voor elkaar, en ook aanzet tot meer solidariteit over grenzen van eigenbelang, familie en vrienden, buurt en eigen land. Het werkt aanstekelijk en we zijn met velen samen sterk om een lichtspoor te trekken. Omdat iedereen recht heeft op een plek om gelukkig te zijn in ons ‘gemeenschappelijk huis’ zoals paus Franciscus onze aarde noemt.
Zalig Kerstfeest!