Mark Geleyn: ‘Alweer een probleem uit de hel’
“A Problem from Hell”: zo heet een opmerkelijk boek dat Samantha Power, professor mensenrechten van Harvard, in 2002 schreef. Daarin beschreef ze het Amerikaans gebrek aan daadkracht om genocides te stoppen, gaande van de Armeense genocide, de Holocaust, Rwanda tot Kosovo. Power stelde vast dat regeringen steevast terugdeinzen voor militaire interventies bij volkenmoorden. Zonder sterke druk vanuit de publieke opinie vermijden staatslieden zelfs het gebruik van de term genocide.Het boek van Samantha Powers won de Pulitzerprijs en werd een vaak geciteerd werk in het denken over militaire interventies voor humanitaire doeleinden. Ze is nu Amerikaans permanent vertegenwoordigster bij de Verenigde Naties. En in de Centraal Afrikaanse Republiek dreigt een nieuwe genocide.
Een spookland
De Centraal Afrikaanse Republiek is nog erger dan een mislukte staat, het is een spookland waar niet geregeerd wordt, waar rondtrekkende benden moorden, plunderen en folteren. De VN coordinator voor humanitaire zaken spreekt van een op handen zijnde genocide. De werkrapporten van de regeringen in Parijs, Washington en de EU eveneens.
De 5 miljoen inwoners van dit land hebben het nooit goed gehad. Na zijn onafhankelijkheid van Frankrijk kreeg het land presidenten en keizers aan het hoofd, die slecht en corrupt regeerden. Zoals Kongo is het land rijk aan grondstoffen, en zoals in Kongo worden de inwoners van dit republiekje tot de armste ter wereld gerekend.
Een afschuwelijke chaos
Een coalitie van rebellen uit het achtergestelde, overwegend moslim- noorden kwam in opstand tegen een president, die zelf eerder met een staatsgreep aan de macht kwam. De rebellen lieten een spoor van vernieling en lijden achter. Zij zakten af naar de hoofdstad Bangui en grepen de macht.
Dan begon de echte chaos. De rebellenbenden ontwapenden niet en bleven plunderen. De inwoners begonnen milities te vormen die de rebellen met evenveel brutaliteit bestrijden. De meeste van deze milities zijn christenen, en zij bedreigen op hun beurt de moslimminderheid en de talrijke moslimimmigranten uit Kameroen, Nigeria,Tsjaad.
De chaos kreeg afschuwelijke proporties. De helft van de inwoners heeft directe humanitaire hulp nodig. Honderden duizenden stromen toe in de overbelaste hulpcentra, ondervoed, ziek, wanhopig. 60 % onder hen zijn kinderen. En de milities rekruteren onder de kinderen, vaak onder dwang.
Wat doet de internationale gemeenschap?
Frankrijk stuurde 1400 soldaten naar Bangui, deels om de Fransen te beschermen en om de luchthaven te beveiligen. Er is ook reeds een troepencontingent van de Afrikaanse Unie. De VN- Veiligheidsraad overlegt momenteel of een versterking van dat contingent nodig is, dan wel of een eigen VN operatie opgezet wordt. In Brussel doet de EU dezelfde oefening. Parijs dringt erop aan dat de EU-partners logistieke hulp sturen en troepen ontplooien.
Samantha Power bezocht onlangs Bangui. De Obama-administratie maakte 100 miljoen $ vrij om de missie van de Afrikaanse Unie te ondersteunen. Er komen nieuwe Burundese troepen om dat contingent te versterken. Maar Afrikaanse VN troepen schrikken noch de rebellen, noch de milities af. En het opzetten van een VN-troepenmacht duurt maanden.
Maar de tijd dringt. De VN-coordinator hoopt dat de leden van de Veiligheidsraad beseffen wat hier gaande is, en dat zij terugdenken aan wat in Rwanda, de Balkan en Darfur gebeurde. Hij vindt het overduidelijk dat snel moet ingegrepen worden.
Wat gaat ons dat conflict aan?
Veel. Alles hangt met alles samen. De schokgolven van de grote oorlog rond Rwanda en Kongo zijn aan het afzwakken, maar vijf landen blijven geruineerd achter. De breuklijnen zijn verschoven naar het noorden, naar de raakpunten tussen halfnomaden en boeren, tussen moslims en christenen: Zuid-Soedan, Darfur, Centraal Afrikaanse Republiek, Oeganda, Tsjaad. Gelijk welk lokaal conflict dreigt uit te deinen, gelijk de rimpeleffecten van aardbevingen.
En Al Qaida is sterker in Afrika dan ooit te voren. Nu de bases in Afghanistan weg zijn, vindt de terreurbeweging nieuwe actiemogelijkheden in mislukte staten, zonder gezag of orde.
Voor Europa staat veel op het spel. Het gaat niet enkel om het indammen van massale immigratiegolven, waarvan de Lampedusa-episodes slechts het voorspel zijn. Het gaat erom dat vrede en stabiliteit in Afrika, de stabiliteit in Europa ondersteunt. Het Afrikaanse continent is onze buur, en een arm, hongerig en chaotisch continent bedreigt op lange termijn ook onze vrede en veiligheid.
Lijdzaam toezien?
Wij hebben pijnlijke lessen geleerd. De Europese defensiestrategie van de jaren negentig concentreerde zich op het organiseren van vredesmissies buiten Europa. Afrika leek het natuurlijke projectiegebied voor die strategie. Afrika, waar sommige EU-landen een koloniaal verleden hadden en intieme banden onderhielden en grotere verantwoordelijkheid voelden. En Europa kon zich concentreren op een werelddeel waar de VS minder urgente strategische belangen had.
Maar uit de bittere ervaringen van “vredestichtende” missies in Rwanda, Somalië en ex-Joegoslavië leerden een grote les: een publieke opinie die uit humanitaire bewogenheid soldaten in gevechtszones stuurt voor vredestichtende operaties, is even snel geneigd om die soldaten terug te trekken van zodra de eerste slachtoffers vallen, waardoor de operatie instort.
En na de ervaringen in Irak en Afghanistan gingen de regeringen – om begrijpelijke redenen – zich veel terughoudender opstellen alvorens soldaten te sturen in zones waar die het risico lopen als pionnen gemanipuleerd te worden door de vechtende partijen. Ik kan persoonlijk getuigen dat regeringsleiders en defensieministers in permanente stress leven omwille van wat de eigen soldaten in het buitenland kan overkomen.
De dingen op hun beloop laten, zoals in Syrië?
We staan voor pijnlijke dilemma’s. Schuiven we het probleem uit de hel van de Centraal Afrikaanse republiek naar de VN- Veiligheidsraad, die na maanden beraad misschien een troepencontingent samenraapt? Of gaan we het contingent van de Afrikaanse Unie ondersteunen? Daarmee maken we het ons zelf gemakkelijk.
Of zal de EU deze keer zelf een operatie op touw zetten, desgevallend in overleg met de VN of de Afrikaanse Unie? Frankrijk dringt erop aan en kan het hoofdkwartier leveren. Gaat Londen meedoen aan een EU-operatie? In de heersende anti-EU stemming aldaar is dat twijfelachtig. In Duitsland geeuwen de politici al als ze het woord Afrika horen. Als in het verleden in de EU over Afrika gesproken werd, verlieten de Scandinaven en de Duitsers vaak de vergaderzaal om een koffie te gaan drinken. Maar Berlijn zou waarschijnlijk wel bereid zijn logistiek te helpen.
En België? Wij hebben de Fransen onlangs reeds geholpen in Mali. Een EU-operatie is misschien een kans om de Europese defensiestrategie nieuw leven in te blazen. Maar zo kort voor verkiezingen is het voor politici riskant zich voor zulke operaties te engageren. Ze kosten geld, ze lopen zelden af zoals gepland en er kunnen soldaten sneuvelen.
Ik verneem dat de EU-lidstaten nu een principieel akkoord gevonden hebben voor een EU-operatie en dat ons land zich wil engageren met 35 militairen en een C-130 voor het luchttransport tussen Bangui en de buurlanden. Dat is goed nieuws. Ik durf hopen dat voldoende EU-landen een bijdrage willen leveren voor deze noodsituatie.
Bron: De Redactie – 12 januari 2014