Tim Brys: ‘AI brengt niet overal vooruitgang: wat we van 19de-eeuwse wevers kunnen leren’

Technologiebedrijven dreigen de creatieve sector te plunderen. Volgens een studie in opdracht van auteursrechtenvereniging Cisac mogen muzikanten en audiovisuele artiesten tegen 2028 rekenen op een inkomstenverlies tussen de 21 en 24 procent (DS 4/12). Beelden, muziek, stemmen en ondertitels in videospellen, films, tv-series en stockbibliotheken zullen steeds meer gegenereerd zijn door AI. De verloren inkomsten zouden grotendeels naar AI-platformen gaan.

In andere creatieve sectoren vreest men de toekomst eveneens. Deze krant schreef over een experiment van de Nederlandse uitgeverij VBK (DS 27/11). Tien fictietitels zouden met AI vertaald worden en zo tegen een lage kostprijs op de lucratieve internationale markt belanden, tot consternatie van auteurs en vertalers. In Hollywood protesteerden acteurs en schrijvers maandenlang tegen de plannen van studio’s om hun werk te automatiseren met generatieve AI. En er lopen ettelijke rechtszaken tegen AI-reuzen over het gratis gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal bij het trainen van populaire AI-modellen.

Kunstenaars, artiesten en makers van diverse pluimage verzetten zich begrijpelijk tegen deze vierde industriële revolutie. “Luddieten”, klinkt het verwijt vanuit de techsector.

Ambachtelijke wevers

In het pre-industriële Engeland met zijn belangrijke textielnijverheid liepen vele wevers rond. Dat waren ambachtslui die thuis kleren produceerden met het hele gezin en een handweefgetouw. Voor ondernemers met geld om te investeren in de vroegkapitalistische 19de eeuw was het idee van een fabriek echter interessanter: dankzij mechanische weefgetouwen zouden meer kleren goedkoper en sneller geproduceerd kunnen worden. Ambachtelijke wevers kwamen hiertegen in opstand, organiseerden zich rond de mythische figuur Ned Lud en vernielden fabrieksweefgetouwen met de hamer in de hand. Vandaar de term ‘luddiet’, die wijst op de angstige verwerping van schijnbaar bedreigende nieuwe technologie.

Alleen verwierpen de originele luddieten niet de technologie an sich. Het waren vaak technologisch bekwame mensen. Wel klaagden ze de technologische vooruitgang aan die 1 procent van de bevolking liet profiteren ten koste van de rest. Want fabrieken stelden ongeschoolde mensen, vaak kinderen, te werk voor erbarmelijke lonen en leverden kledij af van lage kwaliteit, ver onder de prijs van handgeweven kleren. De ambachtelijke wevers verloren niet alleen hun levensonderhoud, maar ook de waardigheid die ze in hun werk en de kwaliteit van hun producten vonden. Met hun verzet eisten luddieten van de fabrieken een menswaardig loon, scholing voor arbeiders via de gilden, afschaffing van kinderarbeid en kwaliteitswerk. Het waren dus geen technologiehaters, maar vakbondsmensen avant la lettre.

Vandaag is het luddisme weer relevant. Technologische vooruitgang riskeert opnieuw vooral de rijkste 1 procent nog rijker te maken. Zij investeren massaal in gehypete AI-bedrijven. Opnieuw dreigen creatieve ‘ambachten’ verloren te gaan en vaklui hun werk te verliezen. Maar deze keer is het niet gegarandeerd dat er ook nieuwe jobs gecreëerd zullen worden, AI zou uiteindelijk alle cognitieve arbeid kunnen overnemen. Opnieuw wordt duurdere kwaliteit opgeofferd voor goedkopere kwantiteit: AI-vertalingen moeten bijvoorbeeld door een redacteur op niveau getrokken worden. En er schuilt opnieuw vaak onderbetaalde en zelfs uitgebuite arbeid achter de nieuwe technologie: Kenianen voeren kwaliteitscontroles uit op ChatGPT voor minder dan 2 dollar per uur.

Moderne luddieten

Moderne luddieten verzetten zich dus. Niet tegen nieuwe technologie. Niet tegen AI an sich. Want ook creatievelingen experimenteren met AI. Wel tegen het uitbuitend gebruik ervan dat mensen degradeert en onderdrukt en economische ongelijkheid vergroot. Datacenters worden nog niet kort en klein geslagen, want vandaag zijn er vakbonden en democratische principes die de neoluddieten vreedzame uitwegen bieden.

Europese auteurs moeten collectief hun werk weerhouden van AI-datasets, stelt de voorzitter van de Vlaamse Auteursvereniging. In Hollywood leidden de stakingen tot garanties voor acteurs en scenaristen dat het gebruik van AI in hun handen blijft en dat filmstudio’s hen er niet door mogen vervangen. Visuele artiesten manipuleren hun beelden zodat AI-systemen erdoor verward worden of – met een vleugje klassiek luddisme – erdoor kapotgaan. Essentieel voor het success van neoluddieten is dat ze zich verenigen en gezamenlijk een vuist maken. Anders walst de techsector hen plat.

Technologische vooruitgang heeft onze levenskwaliteit enorm verbeterd. AI kan dat ook – zie de Nobelprijs voor chemie deze week voor Demis Hassabis. Onder zijn leiding bracht Google Deepmind een doorbraak teweeg in medisch onderzoek door de 3D-structuur van miljoenen eiwitten te voorspellen. Waar AI echter niet het algemeen belang dient, maar slechts de nu al volle zakken van een selecte club verder vult, terwijl de rest verarmt en gedegradeerd wordt, daar moeten we vragen: is dat vooruitgang?

AI is niet in elke context wenselijk. Soms verdient het de hamer. En dan is ‘luddiet’ geen scheldwoord, maar een ereteken.

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter