Wim Smit: ‘Wie zit er te wachten op bezoekjes van onze politici in oorlogsgebied?’
Terwijl er zich aan de grens met Polen massaal Oekraïense vluchtelingen aandienen die Poetins oorlogsdrang willen ontvluchten, is er de laatste dagen ook een politieke rush op Polen begonnen. Belgische politici allerhande van ministers en parlementsleden tot burgemeesters van godvergeten Vlaamse dorpen verdringen elkaar om busjes vol met hulp te vergaren en de tocht in te zetten. Want wat zou het land zonder hen kunnen? Voor vertrek de Oekraïense ambassadeur de hand schudden in Brussel, breed glimlachend de sociale media trachten te imponeren en vooral de grote trom roeren op de eigen aanstaande heldendaad. Mag ik zeggen dat ik het daar moeilijk mee heb? Heel moeilijk.
Ik heb het absolute voorrecht gehad om 13 jaar als aalmoezenier in het leger te mogen dienen. Een tijd waar ik met grote dankbaarheid op terugkijk. Ik heb er veel geleerd, veel gezien ook. Ik heb er een ontzettend respect voor onze militairen aan overgehouden, maar op missies in Kosovo, Libanon en Afghanistan heeft mijn politieke interesse een eerste knauw gekregen door het dédain en het paradegedrag van ‘personaliteiten’ die het leger gebruikten om het eigen ego op te krikken. De militairen waren vaak een middel in een campagnezet die door een golf van journalisten op de voet werd gevolgd. Schaars waren de diepte-interviews met onze jongens en meisjes. Ik herinner me nog hoe een toenmalige minister aan een militair vroeg de hoeveelste keer hij in Afghanistan diende. Het antwoord van de jongeman kon tellen, maar werd overtroefd door het domme antwoord van de minister die vaststelde dat hij er al vaker was geweest. De verbijstering was groot en niemand gaf de minister dan ook de reactie die hij verdiende. De journalisten stonden erop te kijken, maar er werd zedig gezwegen; geen kritisch woord.
Ik moest eraan terugdenken toen ik de kleine exodus aan politici zag en de overmatige aandacht die het krijgt. Kan iemand alsjeblieft er nog het kopje bijhouden? Wie zit te wachten op electoraal gekleurde grensoverschrijdende bezoekjes richting de grens van een oorlogsgebied? Wil iemand van deze mensen Zelenski in heldhaftigheid overtreffen? Is men op zoek naar sterke verhalen? Gaat men überhaupt de handen uit de mouwen steken: zieken verzorgen, dorstigen laven, de ontmoedigden troosten? In Warschau of nog dichter bij de Oekraïense grens gaan staan, met de handen in de zakken en intussen in Brussel vooral de chaos organiseren, nee, het kan er bij mij niet in. Het ruikt naar niet meer dan ramptoerisme en dan nog in de hoop er zelf voordeel uit te kunnen halen. Daar word ik niet warm van.
En dat alles terwijl hier in België zo ontzettend veel mensen in de schaduw het beste van zichzelf aan het geven zijn, véél meer doen dan de in de kijker lopende politicus. Het maakt me kwaad. Hoe mensen hun belang zo kunnen opblazen, graantjes proberen mee te pikken op de rug van een enorme tragiek en een onwaarschijnlijk aantal oorlogsvluchtelingen. Het getuigt niet van naastenliefde, zoals ze het graag laten uitschijnen, maar net van het omgekeerde: een onwaarschijnlijk disrespect voor de dramatiek en een enorme onwetendheid over de humanitaire catastrofe die een oorlog is. Het is een houding die handenvol morele vragen oproept. Uw plaats, politici, is hier. Tenzij u later aan uw kleinkinderen met veel overdrijving wil vertellen: ‘Ik was erbij’, hebt u daar niets te zoeken. Laat de mensen ginder hun werk doen, de vluchtelingen onbelaagd op adem komen en doe uw werk hier. Dáár hebt u niets te zoeken.
Bron: Knack